[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

334662 Adv RvSt inzake Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen

Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D41312, datum: 2012-11-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z18594:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W06.12.0276/III	's-Gravenhage, 5 oktober 2012

Bij Kabinetsmissive van 20 juli 2012, no.12.001731, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Financiƫn, mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in
verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en
enkele technische aanpassingen, met memorie van toelichting.

Het voorstel bevat een aantal wijzigingen van de Wet waardering
onroerende zaken (Wet WOZ). Het betreft een verruiming van de
openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, de regeling van de
landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de
zogenoemde Fierensmarge. De Afdeling advisering van de Raad van State
maakt daarbij de volgende kanttekening.

Het voorstel houdt onder andere in dat de WOZ-waarden van alle
onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen (hierna: woningen),
in combinatie met adresgegevens, voor iedereen (ook zonder enig belang)
landelijk onbeperkt raadpleegbaar worden (door middel van een zogenoemde
WOZ-viewer). Het ligt in de bedoeling hier geen vergoeding voor te
vragen. Met het voorstel verdwijnt voor woningen de wettelijke
voorwaarde (voor de opvraagbaarheid van de WOZ-waarde) dat er sprake
moet zijn van zogenoemde doelbinding. Voor niet-woningen blijft alles
ongewijzigd.

Volgens de memorie van toelichting draagt een transparantere WOZ-waarde
bij aan de acceptatie van de WOZ-waarde door burgers en wordt met die
transparantie de kwaliteit van de WOZ-waarde verbeterd. Gesteld wordt
dat door het steeds bredere gebruik van de WOZ-waarde, een transparante
WOZ-waarde en een vergelijking van de WOZ-waarde van de eigen woning met
WOZ-waarden van andere woningen van groter belang zijn geworden. Tevens
zou de openbaarheid van WOZ-waarden van woningen een stimulans kunnen
betekenen voor gemeenten om te laten zien dat zij zorgvuldig hebben
gewaardeerd, met inachtneming van de onderlinge verhoudingen in de
markt. Dit zou er volgens de memorie van toelichting toe kunnen leiden
dat er op termijn minder bezwaar- en beroepschriften worden ingediend. 

De Afdeling merkt op dat uit de memorie van toelichting volgt dat het
voorstel tot onbeperkte raadpleegbaarheid van WOZ-waarden onder andere
is gestoeld op de gedachte dat de WOZ-waarde, mede door het objectieve
karakter van de WOZ-waardebepaling, in de maatschappelijke beleving
steeds meer het karakter heeft gekregen van een objectief kenmerk van de
woning, in plaats van een persoonsgegeven. Dit standpunt staat haaks op
het standpunt dat nog niet lang geleden (in 2009) is ingenomen bij de
eerste uitbreiding van de openbaarheid van de WOZ-waarde ten behoeve van
de bestrijding van vastgoedfraude. Toen constateerde de Staatssecretaris
van Financiƫn nog dat de WOZ-waarde een privacygevoelig gegeven is en
dat volledige openbaarheid zonder doelbinding niet voldoende recht doet
aan het recht op privacybescherming.

Deze wijziging van inzicht vergt naar het oordeel van de Afdeling een
overtuigende onderbouwing. In dit verband wordt in de memorie van
toelichting onder andere verwezen naar het advies van de
Waarderingskamer van 15 november 2011. Daarin wordt geconstateerd dat
"de actuele maatschappelijke opvattingen over de in acht te nemen
bescherming van de privacy voor WOZ-waarden van woningen, niet meer
dezelfde zijn als ten tijde van de totstandkoming van de Wet WOZ". De
Afdeling is van mening dat de wijziging van inzicht niet overtuigend
voortvloeit uit dit advies van de Waarderingskamer. Hetzelfde geldt met
betrekking tot de verwijzing in de memorie van toelichting naar een in
mei 2012 gehouden ledenpanel van de VEH, waaruit naar voren komt dat
"een ruime meerderheid van de leden heeft aangegeven achter een verdere
openbaarheid van de WOZ-waarden te staan". Daarbij is het de Afdeling
niet duidelijk wat de vraagstelling van het onderzoek is geweest en hoe
representatief het onderzoek is. In de reactie van de VEH van 14 mei
2012 op het ontwerp van wet modernisering Wet WOZ (internetconsultatie)
wordt hier tegenover ook opgemerkt dat een deel van de leden van de VEH
aangeeft zorgpunten te hebben over de privacy. Zo willen zij absoluut
niet dat hun personalia bekend worden gemaakt en dat de WOZ-waarden
kunnen worden opgevraagd voor commerciƫle doeleinden.

Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling in de memorie van
toelichting de hiervoor besproken wijziging van inzicht nader te
onderbouwen.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

 	Artikel I, onderdeel I, van het voorstel.

	Zie onder meer paragraaf 3.5, derde tekstblok, tweede en laatste
volzin, alsmede paragraaf 6.2, eerste tekstblok, laatste volzin, van de
memorie van toelichting.

 	Kort gezegd houdt deze doelbinding van het huidige artikel 40 van de
Wet WOZ in dat de WOZ-waarde (op verzoek) alleen wordt verstrekt aan
degene die kan aantonen uit hoofde van de belastingheffing te zijnen
aanzien een gerechtvaardigd belang te hebben bij de verkrijging van de
WOZ-waarde. 

 	Memorie van toelichting, paragraaf 1, tiende volzin.

 	Memorie van toelichting, paragraaf 2.2, tweede tekstblok.

	Memorie van toelichting, paragraaf 2.4, eerste tekstblok, derde volzin.

 	Memorie van toelichting, paragraaf 2.4, laatste volzin.

	Memorie van toelichting, paragraaf 2.2, tweede tekstblok, derde volzin.

	Kamerstukken II 2008/09, 29 911, nr. 24.

 	Memorie van toelichting, paragraaf 2.4, eerste tekstblok.

 	Memorie van toelichting, paragraaf 2.4, eerste tekstblok.

  PAGE  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........