[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33407, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 8 november 2012)

Invoering van een verhuurderheffing (Wet verhuurderheffing)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D41757, datum: 2012-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z15963:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (Nota van Wijziging d.d. 8 november 2012)



33 407	Invoering van een verhuurderheffing (Wet verhuurderheffing)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een heffing
in te voeren voor verhuurders van woningen in de gereguleerde sector in
het kader van verschillende maatregelen om de woningmarkt beter te laten
functioneren voor zowel het koop- als het huursegment;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onder de naam verhuurderheffing wordt een belasting geheven van de in
artikel 4 vermelde belastingplichtigen. 

Artikel 2

In deze wet wordt verstaan onder:

a. huurwoning: in Nederland gelegen voor verhuur bestemde woning die
ingevolge artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als Ć©Ć©n
onroerende zaak wordt aangemerkt, mits de huurprijs van die woning niet
hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a,
van de Wet op de huurtoeslag, met uitzondering van woningen die worden
verhuurd in het kader van het hotel-, pension-, kamp- en
vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte
periode verblijf houden;

b. WOZ-waarde: de volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende
zaken vastgestelde waarde voor het kalenderjaar.

Artikel 3

Indien er ter zake van een huurwoning meer dan Ć©Ć©n genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, wordt voor de
verhuurderheffing de huurwoning in aanmerking genomen bij degene aan wie
de beschikking, bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende
zaken, ter zake van die huurwoning op de voet van artikel 24, derde en
vierde lid, van de Wet waardering onroerende zaken is bekendgemaakt.

HOOFDSTUK 2 BELASTINGPLICHT

Artikel 4

Belastingplichtig voor de verhuurderheffing is degene die op 1 januari
van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt
recht heeft van meer dan 10 huurwoningen.

HOOFDSTUK 3 GRONDSLAG

Artikel 5

De verhuurderheffing wordt geheven naar het belastbare bedrag. 

Artikel 6

Het belastbare bedrag is de som van de WOZ-waarden van de huurwoningen
waarvan de belastingplichtige op 1 januari van het kalenderjaar het
genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft, verminderd met
10 maal de gemiddelde WOZ-waarde van die huurwoningen.

HOOFDSTUK 4 TARIEF

Artikel 7

De heffing bedraagt 0,231% van het belastbare bedrag.

HOOFDSTUK 5 WIJZE VAN HEFFING

Artikel 8

De heffing wordt verschuldigd op 1 januari van het kalenderjaar. 

Artikel 9

1. De heffing wordt op aangifte voldaan. 

2. In afwijking van artikel 10, tweede lid, tweede volzin, van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen stelt de inspecteur de termijn voor
het doen van aangifte zodanig vast dat deze niet eerder verstrijkt dan 3
maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.

3. In afwijking van artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen is de belastingplichtige gehouden de heffing aan de
ontvanger overeenkomstig de aangifte te betalen binnen 3 maanden na het
tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

In artikel 7 wordt tot en met 31Ā december 2013 ā€œ0,231%ā€ vervangen
door: 0,014%.

Artikel 11

In artikel 9, tweede en derde lid, wordt tot en met 31 december 2013
ā€œ3 maandenā€ vervangen door: 9 maanden. 

Artikel 12

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. 

Artikel 13

Deze wet wordt aangehaald als: Wet verhuurderheffing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiƫn,

 

 

 PAGE    

 PAGE   2