[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Advies Raad van State inzake Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met de financiering van de Sociaal-Economische Raad

Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met de financiering van de Sociaal-Economische Raad

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D43255, datum: 2012-11-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z19822:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W12.12.0275/III	's-Gravenhage, 30 augustus 2012

Bij Kabinetsmissive van 20 juli 2012, no.12.001728, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de
bedrijfsorganisatie en de Wet financiering sociale verzekeringen in
verband met de financiering van de Sociaal-Economische Raad, met memorie
van toelichting.

Het voorstel strekt tot wijziging van de manier waarop de
Sociaal-Economische Raad (SER) wordt gefinancierd. De SER zal
gefinancierd worden uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) en niet
langer via opslagen op de bijdrage voor de kamer van koophandel (KvK),
die ondernemingen op grond van de Handelsregisterwet verschuldigd zijn.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de
wijze van financiering als zodanig van de SER en de financiering via het
Awf. Zij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het
voorstel wenselijk is. 

1. 	De wijze van financiering als zodanig van de SER

Blijkens de toelichting zullen een voorgenomen reorganisatie van de KvK
en wijziging van de Handelsregisterwet 2007 per 1 januari 2013 leiden
tot het einde van de mogelijkheid van financiering van de SER door een
opslag op de bijdrage die ondernemingen zijn verschuldigd aan de KvK.
Deze wijze van financiering berust op de band tussen de SER en het
Nederlandse bedrijfsleven, met name de ondernemingen die zijn
ingeschreven in het Handelsregister. De regering kiest er thans voor om
de uitgaven van de SER die niet worden gedekt door andere inkomsten, ten
laste te brengen van het Awf. Door koppeling aan het Awf is gewaarborgd
dat de bijdrage aan de SER zal worden opgebracht door dezelfde groep als
in de huidige situatie, waarmee wordt voldaan aan eisen van
doelmatigheid, aldus de toelichting. Deze keuze geeft de Afdeling
aanleiding het volgende op te merken.

De Afdeling heeft op zichzelf begrip voor overwegingen van doelmatigheid
als daarmee wordt gedoeld op de noodzaak om tijdig voor 1 januari 2013
te voorzien in een nieuwe grondslag voor de financiering van de SER.
Meer ten principale dringt zich echter de vraag op of, nu de noodzaak is
ontstaan tot verandering van de wijze van financiering van de SER, de
keuze voor het Awf in deze het meest aangewezen moet worden geacht. In
zijn uitvoeringstoets heeft het UWV er terecht op gewezen dat de door
hem beheerde werknemersfondsen, zoals het Awf, qua organisatie en
activiteiten volkomen los staan van de SER. Eerder heeft de Raad van
State er al op gewezen dat als een uitgave uit het Awf geen verband
houdt met werkloosheid, daarmee wordt getreden buiten het doel van het
Awf.

Uitgangspunt dient naar het oordeel van de Afdeling te zijn dat de wijze
van financiering van een publieke organisatie aansluit bij haar aard en
taken, mede bezien in relatie tot de belanghebbenden in haar omgeving.
In zo'n benadering verdient de aandacht dat de SER, als institutie aan
de top van het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
(PBO), door zijn samenstelling en expertise een centrale rol vervult in
de Nederlandse arbeidsverhoudingen en, als adviseur van de
rijksoverheid, bij de vorming van het sociaal-economisch beleid in de
meest brede zin. Zo bezien, zijn niet alleen ondernemingen als zodanig,
maar, ruimer, sociale partners – werkgevers en werknemers - aan te
merken als belanghebbenden bij het werk van de SER, terwijl zeker ook de
rijksoverheid moet worden gerekend tot de kring van belanghebbenden. Als
de wijze van financiering zou (moeten) aansluiten bij de genoemde
kringen van belanghebbenden, zouden niet alleen werkgevers in beeld
moeten blijven. Derhalve rijst de vraag waarom op voorhand een bijdrage
van werknemers in deze buiten beeld  blijft, alsmede een bijdrage vanuit
de algemene middelen, in welke onderlinge verhouding ook. 

Gelet op het voorgaande mist de Afdeling een motivering voor de
toekomstige wijze van financiering van de SER. De aangevoerde overweging
van doelmatigheid schiet daarvoor tekort. Tegelijk begrijpt de Afdeling
echter dat een keuze als hier bedoeld een grondige voorbereiding vraagt,
met inbreng van alle belanghebbenden, terwijl de tijd daarvoor thans
ontbreekt. 

Tegen die achtergrond kan de Afdeling zich voorstellen dat financiering
via het Awf als pragmatische oplossing aanvaardbaar is te achten voor
een in de tijd begrensde periode. Dat zou ruimte geven voor een
herbezinning op de hiervoor bedoelde vraag, terwijl aan zo'n oplossing
in concreto uitvoering zou kunnen worden gegeven door het opnemen van
een horizonbepaling in het voorstel.

De Afdeling adviseert in de toelichting in te gaan op het voorgaande, en
in dat kader het opnemen van een horizonbepaling te overwegen.   

Onverminderd het voorgaande, merkt de Afdeling over de financiering van
de SER  alleen door werkgevers, het volgende op.

2.	Financiering via het Awf

Voorgesteld wordt de middelen voor uitgaven van de SER die niet door
andere inkomsten van de SER worden gedekt, ten laste van het Awf te
brengen. Thans wordt de SER gefinancierd uit bijdragen van bepaalde
ondernemingen aan de KvK; overheidswerkgevers dragen daaraan niet bij.
Blijkens de toelichting is gekozen voor bekostiging van de SER uit het
Awf, omdat de premie voor de uitgaven ten laste van dit fonds worden
opgebracht door werkgevers die geen overheidswerkgever zijn, zodat dit
nieuwe stelsel in zoverre aansluit bij de huidige wijze van
financiering. Aldus wordt gewaarborgd dat de bijdrage aan de SER zal
worden opgebracht door dezelfde groep als in de huidige situatie.

Uit de memorie van toelichting bij de Vaststelling van de
begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
voor het jaar 2012 blijkt dat het Awf een negatief saldo kent van bijna
3 miljard euro. Dit houdt in dat de uitgaven uit het Awf thans voor een
belangrijk deel uit de algemene middelen worden betaald. Niet valt te
verwachten dat het Awf met ingang van de datum van inwerkingtreding van
het voorstel een positief saldo zal kennen, en het Awf derhalve niet
langer mede zou worden gevoed uit de algemene middelen. Bekostiging van
de SER (ook) uit de algemene middelen verhoudt zich niet met de
hierboven genoemde stelling in de toelichting dat de voorgestelde wijze
van financiering van de SER aansluit bij de huidige wijze van
financiering. 

Die wijze van financiering zou kunnen worden geëffectueerd door een
opslag op de Awf-premie die is verschuldigd door werkgevers, tot een
hoogte die toereikend is ter dekking van de kosten van de SER. De
zinsdelen in de toelichting "In verband met de doorrekening in de premie
voor het Awf etc." en "De raming van dit bedrag uit de begroting ligt
ten grondslag aan de berekening en vaststelling van het totale
premiepercentage WW Awf" zouden kunnen wijzen op het voornemen tot een
dergelijke opslag, maar zijn dienaangaande niet ondubbelzinnig.  

De Afdeling adviseert in de toelichting op het voorgaande in te gaan.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

	Memorie van toelichting, paragraaf Algemeen, Voorstel financiering.

	De Afdeling laat hier verder rusten dat bij de opslag op de bijdrage
aan de KvK sprake is van ondernemingen, terwijl het bij financiering via
het Awf gaat om werkgevers.

	Zie het advies van de Raad van State van 29 juli 2010 inzake het
voorstel van wet van de leden Eijsink, Poppe, Pechtold en Peters tot
vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen
(Veteranenwet) (W07.10.0240/II) (Kamerstukken II 2010/11, 32 414 nr. 5).

	Met inachtneming van de onafhankelijkheid van de SER.

	Memorie van toelichting, paragraaf "Voorstel financiering".

	Kamerstukken II 2001/12, 33 000 XV, nr. 2, blz. 168.

	Memorie van toelichting, paragraaf "Voorstel financiering".

  PAGE  3 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........