[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Registratiewet 1970 en enige andere wetten in verband met de invoering van de elektronische registratie van notariële akten en de gedeeltelijke afschaffing van de registratie van onderhandse akten (Wet elektronische registratie notariële akten)

Eindtekst

Nummer: 2012D43832, datum: 2012-11-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z15962:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

20 november 2012



	Wijziging van de Registratiewet 1970 en enige andere wetten in verband
met de invoering van de elektronische registratie van notariële akten
en de gedeeltelijke afschaffing van de registratie van onderhandse akten
(Wet elektronische registratie notariële akten)







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is notariële
akten voortaan langs elektronische weg te registreren en langs
elektronische weg te doen inschrijven in een door de Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie gehouden repertorium alsmede de
registratie van onderhandse akten gedeeltelijk af te schaffen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Registratiewet 1970 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen
wordt verstaan onder:

a. KNB: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie als genoemd in artikel
60 van de Wet op het notarisambt;

b. Onze Minister: Onze Minister van Financiën.

2. Onder registratie van akten wordt verstaan:

a. de opname van elektronische afschriften van akten van notarissen in
een register dat wordt gehouden door de KNB;

b. het vermelden van de gehele of gedeeltelijke inhoud van akten
waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is, andere dan
notariële akten, in registers die worden gehouden door daartoe door
Onze Minister aangewezen inspecteurs van de rijksbelastingdienst.

B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Akten van notarissen worden ter registratie aangeboden door een
elektronisch afschrift daarvan langs elektronische weg te zenden aan de
KNB.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij regeling van Onze Minister wordt, na overleg met Onze Minister
van Veiligheid en Justitie, bepaald:

a. hoe het in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, genoemde register is
ingericht; 

b. op welke wijze de registratie geschiedt;

c. op welke wijze blijkt dat een akte is geregistreerd;

d. hoe lang de gegevens in het register worden bewaard.

D

In artikel 5 wordt “Andere akten dan zijn bedoeld in de artikelen 3 en
4” vervangen door: Akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid,
onderdeel b.

E

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

2. Ten aanzien van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid,
onderdeel a, doet de inspecteur op een bij ministeriële regeling te
bepalen wijze van zijn vordering blijken. De vertaling van de akte moet
binnen een maand na de dagtekening van de vordering, bedoeld in de
eerste volzin, bij de inspecteur worden aangeleverd.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

1. De notaris is verplicht de door hem opgemaakte akten dagelijks langs
elektronische weg in te schrijven in een door de KNB, per notaris,
gehouden repertorium.

2. Bij regeling van Onze Minister wordt, na overleg met Onze Minister
van Veiligheid en Justitie, de wijze waarop de inschrijving geschiedt
alsmede de inrichting en de wijze van bijhouding van het repertorium,
bedoeld in het eerste lid, bepaald.

G

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

1. De KNB zendt op een bij regeling van Onze Minister te bepalen wijze
aan een door Onze Minister aangewezen ambtenaar van de
rijksbelastingdienst een elektronisch afschrift van iedere ter
registratie aangeboden akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid,
onderdeel a, alsmede van het repertorium, bedoeld in artikel 7, eerste
lid.

2. De inspecteur of door Onze Minister aangewezen andere ambtenaren van
de rijksbelastingdienst hebben inzage in het door de KNB gehouden
register, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, en in het
repertorium, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

H

In artikel 8, eerste lid, wordt “Onze Minister van Financiën”
vervangen door: Onze Minister.

I

In artikel 10, tweede lid, onderdeel b, en derde lid, wordt “Onze
Minister van Financiën” vervangen door: Onze Minister.

J

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt “Onze Minister van Financiën” vervangen door:
Onze Minister.

2. In onderdeel a wordt “de aanbieding ter registratie” vervangen
door: de aanbieding ter registratie van akten als bedoeld in artikel 1,
tweede lid, onderdeel b,.

3. Onderdeel e vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot
van onderdeel d door een punt.

K

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

1. Op de taken, genoemd in deze wet en de daarop berustende bepalingen,
van de KNB zijn de artikelen 18, 19, 20, 23, 26, 27, 34, 35 en 41,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van
overeenkomstige toepassing.

2. De kosten die de KNB maakt ten behoeve van de uitoefening van de in
deze wet neergelegde taken komen, volgens bij regeling van Onze Minister
te stellen regels, ten laste van Onze Minister.

L

In artikel 14, eerste lid, wordt “de artikelen 3, 4, 7 of 13, letter
e,” vervangen door: de artikelen 3, 4 of 7.

ARTIKEL II

De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt “de artikelen 7 en 13,
onderdeel e, van de Registratiewet 1970” vervangen door: artikel 7 van
de Registratiewet 1970.

B

Artikel 38, vierde lid, vervalt, onder vernummering van het vijfde lid
tot vierde lid.

ARTIKEL III

In de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer wordt in artikel 10
“’s Rijks ambtenaar” vervangen door “de inspecteur, bedoeld in
artikel 6, eerste lid, van de Registratiewet 1970” en wordt “welke
hem ter registratie wordt aangeboden” vervangen door: welke ter
registratie is aangeboden.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 juli 2012 ingediende
voorstel van wet, houdende regels met betrekking tot het gebruik van de
Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet
gebruik Friese taal) (Kamerstukken 33 335) tot wet is of wordt verheven
en artikel 32 van die wet eerder in werking treedt of is getreden dan
deze wet, vervalt artikel III van deze wet. 

ARTIKEL V

1. Tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum blijven met
betrekking tot akten van notarissen en het repertorium de Registratiewet
1970 en de Wet op het notarisambt van toepassing zoals deze luidden
onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, behalve
indien ten aanzien van een notaris een onherroepelijke beschikking is
genomen als bedoeld in het tweede lid.

2. De inspecteur, bedoeld in artikel 13, onderdeel a, van de
Registratiewet 1970, kan ten aanzien van een notaris een beschikking
geven die inhoudt dat met betrekking tot akten die hij opmaakt na de in
die beschikking vermelde datum en de inschrijving in het repertorium van
die akten niet langer de bepalingen van de Registratiewet 1970 en de Wet
op het notarisambt van toepassing zijn zoals deze luidden onmiddellijk
voor de inwerkingtreding van deze wet. Voor akten als bedoeld in artikel
4 van de Registratiewet 1970 geldt het bepaalde in de eerste volzin
indien de dag waarop het overlijden of de verklaring van vermoedelijk
overlijden van de beschikker, bedoeld in artikel 4 van de Registratiewet
1970, ter kennis van de notaris is gekomen na de datum, genoemd in de
beschikking, ligt. De KNB ontvangt een afschrift van de beschikking.

3. Het repertorium, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de
Registratiewet 1970, zoals deze luidde onmiddellijk voorafgaand aan de
inwerkingtreding van deze wet, wordt binnen tien dagen na de datum,
vermeld in de beschikking, bedoeld in het tweede lid, door de notaris
ter naziening ingeleverd bij de inspecteur, bedoeld in artikel 13,
onderdeel a, van de Registratiewet 1970.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet elektronische registratie notariële
akten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4