Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2012

In 2011 heeft mijn voorganger u een afschrift gestuurd van de
antwoordbrieven aan respectievelijk de heer De J. en de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden (NHL) inzake de onderwijskundige situatie bij de
welzijnsopleidingen. In deze brieven is aangegeven dat zowel de melding
van de heer De J. als de reactie van de Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden daarop zijn neergelegd bij de Inspectie van het Onderwijs
(Inspectie). 

Vervolgens hebt u in de commissiebrief met kenmerk 2011D62445 mijn
voorganger gevraagd naar de verdere afhandeling van deze melding. Helaas
is deze commissiebrief onbeantwoord gebleven en met het predicaat
“zijnde afgedaan” in het registratiesysteem gearchiveerd. Aan uw
verzoek om informatie wil ik uiteraard graag voldoen. 

De Inspectie heeft de melding onderzocht en vastgesteld dat de punten
die de heer De J. naar voren brengt hoofdzakelijk de basiskwaliteit van
de onderbouw van de opleiding Social Work van de NHL-Hogeschool
betreffen. 

Omdat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie verantwoordelijk is
voor de beoordeling van de kwaliteit van de opleidingen, heeft de
Inspectie haar verzocht om de melding van de heer De J. expliciet aan de
orde te stellen tijdens het eerstvolgende accreditatieonderzoek naar de
bachelor Social Work van de NHL. 

Het accreditatieonderzoek is dit jaar gestart. De aanvraag van de
opleiding, inclusief het visitatierapport moet uiterlijk 31-12-2012 door
de NVAO zijn ontvangen. Na ontvangst van de aanvraag en het
visitatierapport zal de NVAO beoordelen op welke wijze de melding is
meegenomen en wat het oordeel is over de kwaliteit van de opleiding.
Indien het visitatierapport onvoldoende helderheid brengt, zal de NVAO
aanvullende vragen stellen. De NVAO zal mij haar bevindingen melden. 

Ik vertrouw erop dat ik met deze brief aan uw verzoek heb voldaan.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker