[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33309, bijgewerkt t/m 7 (NvW d.d. 18 december 2012)

Implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, de bescherming van slachtoffers ervan, en ter vervanging van kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PbEU L 101)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D48379, datum: 2012-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z12226:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 18 december 2012)



	33 309	Implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees
Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding van mensenhandel,
de bescherming van slachtoffers ervan, en ter vervanging van
kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PbEU L 101)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek
van Strafrecht te wijzigen ter implementatie van de richtlijn nr.
2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming en
bestrijding van mensenhandel, de bescherming van slachtoffers ervan, en
ter vervanging van kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel 3˚, vervalt «en 273f».

2. In het eerste lid, onderdeel 5˚, vervalt de zinsnede: «artikel
273f, voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de
leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, en in».

3. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel 5˚ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

6˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 273f.

4. In het tweede lid wordt «onderdelen 2˚ en 3˚» vervangen door:
onderdelen 2˚, 3˚, 5˚ en 6˚.

B

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «en 273f».

2. In het tweede lid vervalt de zinsnede: «artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in».

3. In het derde lid vervalt de zinsnede: «artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in».

4. Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

4.De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de vreemdeling die een
vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en zich buiten
Nederland schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in artikel 273f.

C

Artikel 273f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen 1˚ en 2˚, wordt na «opneemt,»
ingevoegd: met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle
over die ander,

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een ander in de
prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of
verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van bedelarij, slavernij en
met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting
van strafbare activiteiten.

3. Het derde lid, onderdeel 2˚, komt te luiden:

2˚. degene ten aanzien van wie de in het eerste lid omschreven feiten
worden gepleegd een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog
niet heeft bereikt dan wel een ander persoon is bij wie misbruik van een
kwetsbare positie wordt gemaakt;

4. Aan het derde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel 2° door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

3˚. de feiten, omschreven in het eerste lid, zijn voorafgegaan,
vergezeld of gevolgd van geweld.

5. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, wordt een lid
ingevoegd, luidende:

6. Onder kwetsbare positie wordt mede begrepen een situatie waarin een
persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het
misbruik te ondergaan.

ARTIKEL II

Indien het bij Koninklijke boodschap van 6 juli 2011 ingediende voorstel
tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van
Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de
verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van
huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking
(Kamerstukken 32840) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in
werking is getreden of treedt dan deze wet wordt deze wet als volgt
gewijzigd: 

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A, onder 3 en 4, komt te luiden:

3. In het eerste lid wordt onder vernummering van onderdeel 6˚ tot
onderdeel 7˚, een onderdeel ingevoegd, luidende:

6˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 273f;

4. In het tweede lid wordt «en 6˚» vervangen door: , 6˚ en 7˚.

2. Onderdeel B komt te luiden:

B

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1˚, vervalt «en 273f».

2. In onderdeel 3˚, vervalt de zinsnede: «artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in».

3. In onderdeel 4˚, vervalt de zinsnede: «artikel 273f, voor zover het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt, en in».

4. Onder vernummering van onderdeel 6˚ tot onderdeel 7˚, wordt een
onderdeel ingevoegd, luidende:

6°. aan het misdrijf omschreven in artikel 273f;

b. In het tweede lid wordt «en 6˚» vervangen door: , 6˚ en 7˚

ARTIKEL III 

Indien het bij Koninklijke boodschap van 6 juli 2011 ingediende voorstel
tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van
Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de
verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van
huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking
(Kamerstukken 32840) tot wet is of wordt verheven en die wet later in
werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd: 

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 

1.In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel 6˚ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

7˚. aan het misdrijf omschreven in artikel 284, eerste lid, voor zover
het feit oplevert dwang tot het aangaan van een huwelijk.

2. In het tweede lid wordt «en 6˚» vervangen door: , 6˚ en 7˚.

2. Onderdeel B, artikel 5a, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1˚ vervalt «en 273f».

2. In onderdelen 3˚ en 4˚ vervalt de zinsnede: «artikel 273f, voor
zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd
van achttien jaar heeft bereikt, en in».

3. Onder vernummering van onderdeel 6˚ tot onderdeel 7˚ wordt een
onderdeel ingevoegd, luidende:

6°. aan het misdrijf omschreven in artikel 273f.

b. In het tweede lid wordt «en 6˚» vervangen door: , 6˚ en 7˚.

ARTIKEL IIIA

De navolgende bepalingen worden vastgesteld, die kunnen worden
aangehaald als Wet Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld
tegen kinderen.

Artikel 1

Er is een Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen.

Artikel 2

1. De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door een bureau. Het
bureau en de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen vormen samen het instituut Nationaal rapporteur mensenhandel en
seksueel geweld tegen kinderen.

2. De medewerkers van het bureau leggen voor hun werkzaamheden
uitsluitend verantwoording af aan de Nationaal rapporteur mensenhandel
en seksueel geweld tegen kinderen.

3. Op voordracht van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel
geweld tegen kinderen voorziet Onze Minister van Veiligheid en Justitie
in de benoeming, bevordering en het ontslag van de medewerkers van het
bureau.

4. Onze Minister van Veiligheid en Justitie draagt, na overleg met de
Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen,
zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van
het instituut Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen.

Artikel 3

1. De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen wordt bij koninklijk besluit benoemd op voordracht van Onze
Minister van Veiligheid en Justitie, na overleg met OnzeMinister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hij wordt benoemd voor ten hoogste
vier jaar.Herbenoeming kan voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.

3. De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen
kinderen wordt op eigen aanvraag ontslagen. Hij kan voorts bij
koninklijk besluit worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid,
onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 4

De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen
regelt zijn werkwijze en die van het bureau.

Artikel 5

De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen
heeft tot taak:

a. het onderzoeken van de ontwikkelingen in de omvang en kenmerken van
mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen alsmede de effecten van
genomen beleidsmaatregelen in de aanpak van mensenhandel en seksueel
geweld tegen kinderen;

b. het adviseren van de regering over de voorkoming en bestrijding van
mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen;

c. het periodiek rapporteren aan de regering door toezending van zijn
rapporten ten aanzien van mensenhandel en ten aanzien van seksueel
geweld tegen kinderen aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 6

De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen
vervult zijn taak in onafhankelijkheid.

Artikel 7

1. De rapporten, genoemd in artikel 5, onder c, bevatten in ieder geval:

a. een verantwoording van de wijze van onderzoek;

b. de resultaten van het verrichte onderzoek en de daarop gebaseerde
conclusies;

c. aanbevelingen ter verbetering van de voorkoming en bestrijding van
mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen.

2. De aanbevelingen, genoemd in het eerste lid, onder c, kunnen zich
richten tot de centrale overheid, lokale overheid en andere
bestuursorganen, tot internationale organisaties, non-gouvernementele
organisaties en tot andere betrokkenen.

3. Onze Minister van Veiligheid en Justitie zendt de rapporten ter
kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 8

De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen
stelt ieder jaar een jaarplan op en zendt dit aan Onze Minister van
Veiligheid en Justitie.

Artikel 9

Elke vier jaar wordt het instituut van de Nationaal rapporteur
mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen geëvalueerd. Aan de hand
van de evaluatie wordt bezien of wijziging van de taken van de Nationaal
rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen gewenst is.

ARTIKEL IIIB

De Regeling instelling Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel
geweld tegen kinderen 2012 wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   6