Eindtekst
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel
Eindtekst
Nummer: 2012D48383, datum: 2012-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2012Z18235:
- Indiener: H. Zijlstra, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2012-10-30 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-11-01 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2012-11-09 10:00: Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2012-11-28 16:30: Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel (33452) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2012-12-04 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 3 december 2012 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de langstudeerdersmaatregel af te schaffen en de gevolgen van deze maatregel met terugwerkende kracht teniet te doen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd: A In het eerste en vierde lid van artikel 6.7 vervalt telkens de zinsnede âvolgens het basistariefâ en wordt telkens de zinsnede âop grond van artikel 7.45, zevende lidâ vervangen door âop grond van artikel 7.45, vijfde lidâ B In het eerste lid van artikel 7.43 wordt de zinsnede âbedoeld in de artikelen 7.45 tot en met 7.45bâ vervangen door âbedoeld in de artikelen 7.45 en 7.45aâ en wordt de zinsnede âbedoeld in artikel 7.45câ vervangen door âbedoeld in artikel 7.45bâ. C Artikel 7.45 komt te luiden: Artikel 7.45. Hoogte wettelijk collegegeld 1. De hoogte van het volledige wettelijke collegegeld wordt bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 2. De hoogte van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld en is gelegen tussen een minimum- en een maximumbedrag. Deze bedragen worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 3. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld. 4. Het instellingsbestuur informeert Onze minister over de hoogte van het bedrag dat het instellingsbestuur op grond van het tweede lid heeft vastgesteld. 5. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden jaarlijks volgens de consumentenprijsindex geĂŻndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald. D In artikel 7.45a, vijfde lid, wordt âartikel 7.45, derde lidâ vervangen door: artikel 7.45, tweede lid. E Artikel 7.45b vervalt. F Artikel 7.45c wordt als volgt gewijzigd: 1. Het artikel wordt vernummerd tot artikel 7.45b. 2. In het eerste en tweede lid vervalt telkens de zinsnede: âvolgens het basistariefâ. G In het derde lid van artikel 7.46 vervalt de zinsnede âvolgens het basistariefâ. H Artikel 7.48 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het zesde lid wordt de zinsnede âals bedoeld in artikel 7.45c, eerste lidâ vervangen door: als bedoeld in artikel 7.45b, eerste lid. 2. In het zevende lid wordt de zinsnede âals bedoeld in de artikelen 7.45, 7.45a, 7.45b en 7.46â vervangen door: als bedoeld in de artikelen 7.45, 7.45a en 7.46. I Artikel 7.49 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt de zinsnede âvolgens het basistariefâ. 2. In het vierde lid wordt âartikel 7.45, zevende lidâ vervangen door: artikel 7.45, vijfde lid. J Artikel 7.51 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onder vervanging van â, ofâ aan het einde van onderdeel e, van het eerste lid, door een punt, vervalt onderdeel f. 2. In het tweede lid wordt de zinsnede âonderdelen b, c en fâ vervangen door: onderdelen b en c. 3. In het vierde lid vervallen de tweede en zesde volzin. K In artikel 15.2, onderdeel b, wordt de zinsnede âartikel 7.45, derde lidâ vervangen door: artikel 7.45, tweede lid. L Artikel 18.78 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het opschrift bij artikel 18.78 komt te luiden: Vaststelling bedragen volledig wettelijk collegegeld 2011-2012 2. Het eerste lid komt te luiden: 1. In afwijking van artikel 7.45, tweede lid, zoals dat luidde op 1 september 2011, wordt voor het studiejaar 2011-2012 het bedrag van het volledige wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. 3. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2011â2012 1 713 euro. 4. Het derde lid komt te luiden: 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2011â2012 1 713 euro. 5. Het vierde lid en vijfde lid vervallen. M Artikel 18.79 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het opschrift bij artikel 18.79 komt te luiden: Vaststelling bedragen gedeeltelijk wettelijk collegegeld 2011-2012 2. Het eerste lid komt te luiden: 1. In afwijking van artikel 7.45, derde lid, zoals dat luidde op 1 september 2011, wordt voor het studiejaar 2011-2012 het bedrag van het minimum- en maximumbedrag van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. 3. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het minimumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2011â2012 961 euro. 4. Het derde lid komt te luiden: 3. Het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2011â2012 1 713 euro. 5. Het vierde lid komt te luiden: 4. Het minimumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2011â2012 961 euro. 5. Het vijfde lid komt te luiden: 5. Het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2011â2012 1 713 euro. 6. Het zesde en zevende lid vervallen. N Artikel 18.80 vervalt. O Na artikel 18.80 wordt een nieuwe titel ingevoegd, luidende: TITEL 14. WET VAN âŠ. 20.. (STBâŠ..) Artikel 18.81 Vaststelling bedragen volledig wettelijk collegegeld volgens basistarief en verhoogd tarief 2012â2013 1. In afwijking van artikel 7.45, tweede lid, zoals dat luidde op 1 september 2011, wordt voor het studiejaar 2012â2013 het bedrag van het volledige wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2012â2013 1 771 euro. 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2012â2013 1 771 euro. Artikel 18.82. Vaststelling bedragen gedeeltelijk wettelijk collegegeld volgens basistarief en verhoogd tarief 2012â2013 1. In afwijking van artikel 7.45, derde lid, zoals dat luidde op 1 september 2011, wordt voor het studiejaar 2012â2013 het minimum- en maximumbedrag van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. 2. Het minimumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2012â2013 1 003 euro. 3. Het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het basistarief voor het studiejaar 2012â2013 1 771 euro. 4. Het minimumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2012â2013 1 003 euro. 5. Het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt volgens het verhoogde tarief voor het studiejaar 2012â2013 1 771 euro. Artikel 18.83 Vaststelling bedrag van het wettelijke collegegeld na inwerkingtreding van de Wet van âŠ. 20.. (StbâŠ..) 1. In afwijking van artikel 7.45, eerste lid, wordt voor het studiejaar 2012â2013 het bedrag van het volledige wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. Het volledige wettelijke collegegeld bedraagt voor het studiejaar 2012-2013 euro 1 771. 2. In afwijking van artikel 7.45, tweede lid, tweede volzin, wordt voor het studiejaar 2012â2013 het minimum- en maximumbedrag van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld bij wet vastgesteld. Voor het studiejaar 2012-2013 bedraagt het gedeeltelijk wettelijke collegegeld minimaal euro 1 003 en maximaal euro 1 771. Artikel 18.84 Profileringsfonds voor langstudeerders Het instellingsbestuur dat voorzieningen heeft getroffen voor studenten op grond van artikel 7.51, eerste lid, onderdeel f, of vierde lid, tweede volzin, stelt regels vast met betrekking tot de afhandeling van de wederzijdse financiĂ«le verplichtingen ten aanzien van de opslag, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, tweede volzin, van de wet zoals deze luidde op 1 september 2011. ARTIKEL II De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd: A 1. In het tweede en derde lid van artikel 3.16a vervalt telkens de zinsnede âvolgens het basistariefâ. 2. Na het derde lid wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende: 4. Bij ministeriĂ«le regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de aanvraag, toekenning, betaling en andere uitvoeringsaspecten van het collegegeldkrediet. B Artikel 12.1a0 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: 1. De zinsnede âvoor het studiejaar 2011â2012, 2012â2013 of 2013â2014â wordt vervangen door: voor het studiejaar 2011â2012 en 2012â2013. 2. In onderdeel c van het tweede lid wordt na de zinsnede âop grond van artikel 7.45b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoekâ toegevoegd: zoals dat luidde op 1 september 2011. 3. In het derde lid wordt na de zinsnede âbedoeld in artikel 7.45, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoekâ toegevoegd: zoals dat luidde op 1 september 2011. 4. In het vijfde lid wordt de zinsnede âde artikelen 7.1 en 7.3â vervangen door: de artikelen 7.1, 7.3 en 12.10a1. C Na artikel 12.10a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 12.10a1 langstudeerders geen rente verschuldigd In afwijking van artikel 6.4 wordt er geen rente berekend over collegegeldkrediet ten behoeve van de opslag, als bedoeld in artikel 7.45, eerste lid van de WHW, zoals dat luidde op 1 september 2011, indien het daarvoor geleende bedrag vóór 1 maart 2013 wordt teruggestort. ARTIKEL III In artikel 9, eerste lid, van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing vervalt de zinsnede âvolgens het basistariefâ. ARTIKEL IV 1. Deze wet treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen L, M en O, artikelen 18.81 en 18.82, in werking op 1 januari 2013. 2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2012, treedt zij, met uitzondering van artikel I, onderdelen L, M, en O, artikelen 18.81 en 18.82, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. 3. Artikel I, onderdelen L en M, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij worden geplaatst en werken terug tot en met 1 september 2011. 4. Artikel I, onderdeel O, artikelen 18.81 en 18.82 treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 september 2012. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Minister van Economische Zaken, De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Minister van Economische Zaken, PAGE PAGE 1