33504 Adv RvSt inzake Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2012D48476, datum: 2012-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2012Z22209:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-12-18 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-01-16 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-02-14 14:00: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-05-15 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-05-16 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-05-29 10:30: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-05-30 10:14: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard (33 504) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
No.W14.12.0294/IV 's-Gravenhage, 7 september 2012 Bij Kabinetsmissive van 24 juli 2012, no.12.001741, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard, met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel betreft wijzigingen in de systematiek van de kentekenbewijzen. De registratie van voertuigen in het kentekenregister en de afgifte van een kentekenbewijs worden twee onderscheiden rechtsmomenten met zelfstandige gevolgen voor de aanvrager, waarbij de juridische betekenis van het kentekenbewijs afneemt. De inschrijving van voertuigen in het kentekenregister en de tenaamstelling worden niet langer op het postkantoor verricht, maar door daartoe erkende instellingen, die door middel van een open erkenningsysteem worden toegelaten. Het kentekenbewijs wordt op creditcardformaat uitgegeven. De maximale schorsingstermijn voor kentekenbewijzen wordt gedelegeerd naar lagere regelgeving met het oog op verlenging van die termijn. Ten slotte wordt, niet eerder dan in 2015, de toonplicht van het kentekenbewijs afgeschaft en wordt de mogelijkheid geĂŻntroduceerd om via het internet zelf het voertuig in te schrijven en te naam te stellen. Verder wordt geregeld dat voor het niet gekeurd zijn van een voertuig voor gebruik op de openbare weg, naast de eigenaar ook de bestuurder aansprakelijk wordt. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt opmerkingen met betrekking tot de digitalisering van de tenaamstelling, de nieuwe status van het kentekenbewijs alsmede de samenloop met andere wetsvoorstellen. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Digitalisering tenaamstelling Ingevolge de voorgestelde aanpassing van artikel 50 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw) in artikel I, onderdeel H, zal de autobezitter niet meer verplicht zijn om persoonlijk aan het loket te verschijnen voor de wijziging van de tenaamstelling van het voertuig, wanneer hij via zijn eigen computer online de nodige wijzigingen in het kentekenregister aanbrengt. Dit onderdeel van het wetsvoorstel zal op een later tijdstip in werking treden, namelijk zodra fraudebestendige identificatie langs digitale weg mogelijk is. Het is noodzakelijk dat eerst een goed beveiligd identificatiesysteem wordt ontwikkeld (de zogenoemde DigiD+), omdat aan de tenaamstelling voertuigverplichtingen zijn verbonden, zoals motorrijtuigenbelasting, APK-plicht, verzekeringsplicht en het betalen van boetes. Fraude door middel van onjuiste tenaamstelling moet worden voorkomen. De Afdeling merkt op dat het hier gaat om een belangrijke innovatie in het registratiesysteem, die de nodige vragen naar veiligheid en verificatie met zich brengt. Op dit moment zijn die nog onvoldoende uitgewerkt en gegarandeerd, zodat de Afdeling de voorgestelde wijziging thans niet goed kan beoordelen. Daarbij komt nog het volgende. Het opnemen van bepalingen in een wetsvoorstel met de bedoeling die op een later tijdstip in werking te stellen, kan tot wetstechnische problemen leiden. Door nu nog niet voorziene ontwikkelingen kunnen in een later stadium aanpassingen nodig zijn die wederom tot wetswijziging nopen, met alle invoeringsvraagstukken van dien. Naar het oordeel van de Afdeling moet dan ook terughoudend worden omgegaan met het op voorhand regelen. Dat geldt evenzeer voor het vervallen van de toonplicht van het kentekenbewijs, bedoeld in artikel I, onderdelen L en Z, waarvan de invoeringsdatum eveneens van technische ontwikkelingen afhankelijk is. De Afdeling adviseert om in artikel I de onderdelen H, L en Z thans te laten vervallen en opnieuw in een wetsvoorstel op te nemen indien aan de technische voorwaarden voor die wijzigingen is voldaan. 2. Nieuwe status kentekenbewijs In het voorstel wordt de juridische betekenis van het kentekenbewijs als zelfstandig document met rechtsgevolgen, teruggebracht tot die van bevestiging van inschrijving van het voertuig in het kentekenregister en van de tenaamstelling (artikel I, onderdeel G, artikel 52a, eerste lid, Wvw). De rechtsgevolgen worden nu rechtstreeks verbonden aan de inschrijving en aan de tenaamstelling. Op termijn (maar niet eerder dan 2015) zal de toonplicht komen te vervallen, wanneer de technische mogelijkheden zijn geschapen waarmee de handhavers digitaal rechtstreeks het kentekenregister kunnen raadplegen (artikel I, onderdelen L en Z). Het kentekenbewijs zal worden uitgegeven op creditcardformaat, voorzien van digitale opslag van de gegevens. Dit brengt de Afdeling tot de volgende opmerkingen. a. Ingevolge het voorgestelde artikel I, onderdelen L en Z, vervallen (op termijn) de artikelen 60 en 160, eerste lid, onderdeel a, Wvw, die de toonplicht van het kentekenbewijs betreffen. De Afdeling wijst erop, dat ingevolge artikel 35, eerste lid, onderdeel a, van het Verdrag inzake het wegverkeer de bestuurder van een motorvoertuig een geldig bewijs van inschrijving (kentekenbewijs) bij zich dient te dragen bij deelneming aan het internationale verkeer. Hoewel de toonplicht vervalt, blijft de draagplicht â gelet op genoemd verdrag â bestaan. Dit dient voor betrokkenen duidelijk te zijn. Onverminderd hetgeen hiervoor in punt 1 van dit advies is opgemerkt, adviseert de Afdeling om hierop in de toelichting in te gaan. b. Ingevolge het voorgestelde artikel I, onderdeel S, komt artikel 99, derde lid, Wvw te vervallen. Artikel 99 regelt nu nog dat bij een wijziging van de bouw of inrichting van het voertuig waarvoor de Dienst Wegverkeer (RDW) goedkeuring moet verlenen, een nieuw kentekenbewijs wordt afgegeven, waarop melding wordt gemaakt van de goedgekeurde wijziging. Het vervallen van deze bepaling betekent dat een voertuig na een goedgekeurde wijziging van de bouw of inrichting mogelijk niet meer in overeenstemming is met de gegevens op het kentekenbewijs. De Afdeling wijst erop, dat richtlijn 2003/127/EG voorschriften geeft omtrent de informatie die op een als chipkaart vormgegeven kentekenbewijs moet zijn opgenomen (bijlage I, onder III.2 juncto II.4 en II.5). Deze informatie omvat onder meer de fysieke kenmerken van het voertuig. De Afdeling merkt op dat niet wordt aangegeven hoe het intrekken van genoemd artikel 99, derde lid, Wvw zich verhoudt tot de richtlijn. De Afdeling adviseert om dit in de toelichting toereikend te motiveren en het wetsvoorstel zo nodig aan te passen. 3. Samenloopregeling a. De artikelen II en III van het voorstel bevatten conditionele inwerkingtredingsbepalingen. De Wvw wordt gewijzigd conform artikel II, indien bepaalde onderdelen van de wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 eerder in werking treden dan het wetsvoorstel. Artikel III wijzigt de wet van 4 juni 2010 indien bepaalde onderdelen van die wet later in werking treden dan het wetsvoorstel. Echter per 1 december 2011 is de wet van 4 juni 2010 reeds in werking getreden. Dit betekent dat artikel II in de voorgestelde zin overbodig is en de daarin opgenomen wijzigingsbepalingen kunnen worden ondergebracht in artikel I en dat artikel III zonder meer overbodig is en kan worden geschrapt. De Afdeling adviseert het voorstel in deze zin aan te passen. b. Het voorgestelde artikel IV bepaalt dat, indien artikel VIII van de wet van 4 juni 2010 later in werking treedt dan het wetsvoorstel, artikel 180 Wvw wordt gewijzigd. Ingevolge het inwerkingtredingsbesluit van 7 november 2011 zijn vier van de vijf onderdelen van artikel VIII in werking getreden. De Afdeling adviseert in de tekst van het voorstel te verduidelijken of en wanneer aan de voorwaarde van het voorgestelde artikel IV, te weten inwerkingtreding van genoemd artikel VIII, zal zijn voldaan. 4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W14.12.0294/IV met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. Artikel I, onderdeel A: in artikel 169 Wvw âOnze Minster van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door: Onze Minister. Artikel I, onderdeel B, derde lid: in het nieuwe onderdeel r de verwijzing naar de verordening wijzigen in: Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenautoâs, in het kader van de communautaire geĂŻntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PbEU 2009, L 140) (zie ook aanwijzing 89 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Artikel I, onderdeel G: in artikel 47 Wvw en elders waar het zich voordoet âdienen ⌠te zijnâ vervangen door: zijn (zie ook aanwijzing 53 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Artikel I, onderdeel G: in artikel 48, derde lid, Wvw opnemen waar of door wie de uitzonderingsgevallen worden bepaald. Artikel I, onderdeel G: in artikel 49, eerste lid, onderdeel c, Wvw en elders waar het zich voordoet âdan welâ vervangen door: âofâ of door âonderscheidenlijkâ (zie ook de aanwijzingen 63, 66 en 101 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Artikel I, onderdeel I: in onderdeel 1 na âeerste lidâ invoegen: , onderdeel a,. In verband met artikel I, onderdeel J: in artikel 177, eerste lid, onderdeel b, Wvw, de verwijzing naar artikel 57 Wvw schrappen. In verband met artikel I, onderdeel K, tweede lid: in artikel 177, eerste lid, onderdeel a, Wvw, de verwijzing naar artikel 60 Wvw aanpassen. Artikel I, onderdeel M: in het nieuwe artikel 61a, tweede lid, âeen voertuigâ vervangen door: de geldigheid van een kentekenbewijs. Artikel I, onderdeel M: in het nieuwe artikel 61c, eerste lid, Wvw de tweede volzin aldus formuleren: Een zodanig besluit wordt bekend gemaakt (door plaatsing) in de Staatscourant. In verband met artikel I, onderdeel R: in artikel 4b, onderdeel n, Wvw de verwijzing naar artikel 70 Wvw schrappen. Artikel I, onderdeel Z: het tweede lid wijzigen in: De onderdelen b tot en met e worden geletterd a tot en met d. In artikel IV na âonderdeel A, onderdeel PPâ invoegen: van artikel VIII. In artikel V, onderdeel a, de verwijzing naar onderdeel DD schrappen. Paragraaf 7 van de memorie van toelichting. Zie ook punt 3 van dit advies voor een voorbeeld van dergelijke problemen. Paragraaf 7 van de memorie van toelichting. Paragraaf 2 van de memorie van toelichting; de wettelijke basis komt te liggen in artikel 52 Wvw. Weliswaar heeft Nederland een voorbehoud gemaakt ten aanzien van artikel 35 van het verdrag, maar dat voorbehoud heeft geen betrekking op de draagplicht van het kentekenbewijs door de bestuurder (Kamerstukken II/I 2006/07, 31 148, nr. 1, bijlage 2 (Goedkeuring voorbehouden)). Richtlijn 2003/127/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PbEU 2004, L 10). Wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (Stb. 2010, 259). Besluit van 7 november 2011 (Stb. 2011, 527). PAGE PAGE 3 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........