[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33507 Adv RvSt inzake de Veegwet VWS 2012

Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet teneinde daarin enkele verbeteringen aan te brengen, alsmede technische reparaties in diverse wetten (Veegwet VWS 2012)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D49129, datum: 2012-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z22903:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W13.12.0222/III	's-Gravenhage, 1 augustus 2012

Bij Kabinetsmissive van 2 juli 2012, no.12.001498, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten, de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en
aanpassingswet Zorgverzekeringswet teneinde daarin enkele verbeteringen
aan te brengen, alsmede technische reparaties in diverse wetten (Veegwet
VWS 2012), met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. 

Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege kan blijven. 

De waarnemend vice-president van de Raad van State,Bijlage bij het
advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende
no.W13.12.0222/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in
overweging geeft.

In artikel II, onderdeel N, in artikel 122a, tiende lid, van de
Zorgverzekeringswet de zinsnede "de jaarrekening uitvoeringstaken"
wijzigen in "het financieel verslag uitvoeringstaken".

In artikel III in de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
voorzien in een definitie van de Nederlandse Zorgautoriteit (artikel 1
van die wet voorziet hierin niet en evenmin de nieuw in te voegen
artikelen). Voorts gelet op artikel IV ook voorzien in een vervanging
van het College zorgverzekeringen in het Nederlands Zorginstituut (het
voorstel van wet tot Wijziging van de cliëntenrechten zorg en andere
wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de
kwaliteit van de zorg (kamerstukken II 2011/12, 33 243) voorziet niet in
wijziging van artikel 1, onderdeel b, van de Invoerings- en
aanpassingswet Zorgverzekeringswet).  

Artikel IV en de toelichting daarop actualiseren (Kamerstukken II
2011/12, 33 243).

In artikel VI, onder B, aanhef, de zinsnede "tot wet is verheven en in
werking is getreden op het moment dat deze wet in werking treedt"
wijzigen in: tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking
is getreden of treedt dan deze wet (verwezen zij ook naar aanwijzing
171b, eerste lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving; Ar). Voorts
de verwijzing naar artikel 253q, tweede lid, wijzigen in artikel 253q,
vierde lid, en na artikel 328 invoegen: ,aanhef,.

In artikel XIII, onder A, het woord "toepassing" achterwege laten.

In artikel XVIII, onder B, onder 3, de zinsnede "onderdeel a tot en met
h" in artikel 9, vijfde lid, wijzigen in: onderdeel a tot en met j.

In artikel XXVI, onder A, het voorgestelde artikel 2a, derde en vierde
lid, Wtcg zodanig wijzigen dat beter tot uitdrukking wordt gebracht dat
alleen het toetsingsinkomen van de verzorgingsplichtige ouder in
aanmerking wordt genomen. (De voorgestelde artikelonderdelen in
onderlinge samenhang bezien en in relatie met het eerste lid kunnen tot
de conclusie leiden dat ook bij een lager toetsingsinkomen van de ouder
geen tegemoetkoming wordt verkregen, dan wel dat bij een hoger inkomen
wel een tegemoetkoming kan worden verkregen). Voorts in het vierde lid
de zinsnede "het toetsingsinkomen van zijn ouder, zijn ouders of een van
zijn ouders en diens partner anders dan ouder" wijzigen in: het
toetsingsinkomen van zijn tot het voorzien in de kosten van
levensonderhoud verplichte ouder, ouders, of een van zijn ouders en
diens partner niet zijnde een ouder.    

In artikel XXVI, onder B, rekening houden met het feit dat de
wijzigingswet van 5 april 2012 (Stb. 202) alleen artikel 6, eerste lid,
wijzigt.  

In artikel XXXI rekening houden met de wijzigingswet van 5 april 2012
(Stb. 155).

Artikel XXXVI, onderdelen A en B samenvoegen tot één artikel met de
volgende aanhef: Indien het bij Koninklijke boodschap van 18 juli 2009
ingediende voorstel van wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de
jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met de herziening van de
maatregelen van kinderbescherming, kamerstukken 32 015, tot wet is of
wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt
die wet als volgt gewijzigd:.(verwezen zij ook naar aanwijzing 171b,
tweede lid, Ar).  

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   II 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........