[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen inzake de contouren overbruggingsregeling (AOW) (Kamerstuk 32163, nr. 22)

Verhoging AOW-leeftijd

Lijst van vragen

Nummer: 2013D05022, datum: 2013-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z01175:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


LIJST VAN VRAGEN 

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft naar
aanleiding van de brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 23 januari 2013 (TK 2012/13, 32 163, nr. 22),
betreffende de contouren van een overbruggingsregeling AOW de eer
verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie,

Van der Burg

Adjunct-griffier van de commissie,

Lips

Nr.	Vraag



1	De regering merkt op dat mensen na 2019 genoeg tijd hebben gehad om
zich voor te bereiden. Hoe ziet de regering dit ten aanzien van
arbeidsongeschikten? Deze mensen kunnen immers niet meer gaan
bijverdienen.



2	Is de voorziening op grond van de overbruggingsregeling mee te nemen
naar het buitenland?



3	Worden de daadwerkelijke kosten van deze maatregel tranchegewijs
uitgekeerd door het ministerie van SZW, dat de uitvoering laat aan de
Sociale Verzekeringsbank (SVB)?



4	Welke maatregelen zijn er genomen voor die mensen, die nog niet per 1
januari 2013 tot de doelgroep voor de voorgestelde regeling behoren,
maar al wel een overeenkomst tot vroegpensionering in de (nabije)
toekomst hebben ondertekend?



5	Is het waar dat mensen nu ook tussen hun 65e en de nieuwe AOW-leeftijd
AOW-premie moeten betalen? Geldt dat ook voor personen, die hun pensioen
naar voren halen?



6	De regering stelt dat een deel van de ouderen financiƫle reserves
heeft om de gevolgen van de maatregel te kunnen opvangen. Welke
uitgangspunten heeft de regering genomen om tot deze stelling te komen?



7	Is de regering zich ervan bewust dat het in korte tijd enkele keren
veranderen van de regels omtrent de AOW-leeftijd het financieel plannen
van de overgang van werk naar pensioen een onmogelijke opgave maakt? Zo
ja, waaruit blijkt dat? Zo nee waarom niet?



8	Acht de regering de gekozen handelwijze van het veranderen van de
regels een bijdrage aan een betrouwbare en voorspelbare overheid? Zo ja,
waarom?



9	Getuigt het van behoorlijk bestuur om in korte tijd de grens van de
AOW-leeftijd te veranderen en burgers daardoor het feitelijk onmogelijk
te maken de overgang naar pensioen fatsoenlijk te plannen?



10	Is het naar de opvatting van de regering redelijk dat de
prepensioeners in deze tijd geacht worden om hun spaargeld op te
souperen, terwijl er op de prepensioenen flink wordt gekort, de
zorgkosten omhoog gaan, de onroerende zaakbelasting (OZB) flink stijgt
en de BTW en de assurantiebelasting zijn verhoogd?



11	Is het naar de opvatting van de regering redelijk dat prepensioeners,
die zijn geboren in 1949,0 twee maanden AOW-pensioen moeten inleveren,
terwijl het prepensioeners, die na juli 1951 zijn geboren, negen maanden
AOW-pensioen kost? 



12	Is de regering het eens met de stelling dat personen, die na 1950
zijn geboren, de laatste jaren met veel nadelige maatregelen te maken
hebben gekregen en nu nog eens extra worden benadeeld door de versnelde
verhoging van de AOW-leeftijd?



13	Acht de regering het realistisch om in deze tijd van hoge
(jeugd)werkloosheid te veronderstellen dat de gedupeerden een
(parttime)baan kunnen vinden om op die manier hun 65-plus-gat op te
kunnen vullen?



14	Is er over de overbruggingsregeling overleg geweest met werkgevers en
werknemersorganisaties? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de
reacties?



15	Op basis van welke gegevens veronderstelt de regering dat personen,
die niet voor een overbrugging in aanmerking komen, over voldoende
middelen beschikken om deze periode te overbruggen? Uit cijfers van het
Nibud blijkt namelijk dat 40% van de huishoudens nu reeds te weinig
buffers heeft.



16	Waarom is besloten de maatregel uit te breiden naar andere groepen? 



17	Zijn er nog meer groepen denkbaar, die niet zijn meegenomen? Zo ja,
waarom niet?



18	Wat is het financiƫle beslag van het laten gelden van de
overbruggingsregeling voor de andere groepen?



19	Kan de regering een uitsplitsing maken van de aantallen van bladzijde
2 in de doelgroep gespecificeerd naar VUT/prepensioen en de andere
groepen (opgesplitst per groep)?



20	Op welke wijze hadden personen, die voor 1 januari 2013 verplicht met
functioneel leeftijdsontslag zijn gegaan, zich kunnen voorbereiden op
het 65-plus-gat? Ziet de regering als werkgever zich genoodzaakt om voor
deze groep een speciale regeling te treffen? Zo ja, welke? Zo nee,
waarom niet?



21	Wat zijn de effecten van verhoging van de AOW-leeftijd op
verzekeringen, die uitgingen van eindiging op 65 jaar? 



22	Kan de regering alle verzekeringen, die uitgaan van een einde van de
polis op 65 jaar, beschouwen op zijn effecten vanwege het verhogen van
de AOW-leeftijd? 



23	Wat gebeurt er als het verzekerde voorval zich voordoet tussen 65
jaar en de AOW-ingangsdatum? Wat zijn in dat geval de gevolgen voor het
nabestaandenpensioen?



24	Waarom stopt de overbruggingsregeling in 2018? Is het in een tijd met
een hoge werkloosheid, met name onder ouderen, terecht om te
veronderstellen dat ouderen voldoende tijd hebben om zich voor te
bereiden?



25	De Raad van State heeft in 2012 een kritisch advies uitgebracht over
het wetsontwerp ter verhoging van de AOW-leeftijd, dat voortvloeide uit
het Lente-akkoord, met name vanwege het ontbreken van een fatsoenlijke
overbruggingsregeling. Het is mogelijk dat de Raad wederom met een
dergelijk advies komt. Is de regering in dat geval bereid om alsnog met
een deugdelijke regeling te komen voor alle gedupeerden, die de
verhoging van de AOW-leeftijd niet konden voorzien?



26	Is er contact geweest met de private verzekeraars over de
doelgroepen, die een private verzekering hadden, om zo te proberen dat
de doelgroep met de verzekeraars onderling tot een oplossing komen?



27	In hoeverre is het juridisch aanvechtbaar dat de 65-jarige leeftijd,
die in de polisvoorwaarden staat opgenomen bij private contracten,
gelezen moet worden als de AOW-gerechtigde leeftijd?



28	Wordt het inkomen ook gedurende het gebruik maken van de
overbruggingsregeling getoetst? 



29	Wat gebeurt er als iemand gedurende het gebruik maken van de
overbruggingsregeling wel de inkomensgrens overschrijdt?



30	Waarom spreekt de regering over ā€œgehuwdenā€? Bedoelt de regering
hiermee ā€œsamenwonendenā€ conform de maatregelen uit het
regeerakkoord?



31	Op welke manier wordt er omgegaan met personen, die 151% van het
wettelijk minimumloon (WML) ontvangen?



32	Hoeveel kost het extra om de grens voor de overbruggingsregeling te
leggen bij 155% van het WML, 160% van het WML, 165% van het WML en 175%
van het WML?



33	Hebben mensen vanaf 2015 nog recht op partnertoeslag in de
overbruggingsregeling of wordt deze partnertoeslag net als de gewone
AOW-partnertoeslag per 2015 gesloten voor nieuwe instroom?



34	Is het waar dat de entreetoets (150% van het WML) om het
verzamelinkomen gaat, het gezamenlijke inkomen van beide partners?



35	Hoeveel is 150% van het WML precies?



36	De maximale uitkeringshoogte bedraagt het niveau van het sociaal
minimum. Is hier sprake van het sociaal minimum voor 65-min of 65-plus?



37	Hoeveel zou het opleveren als de uitkering naar sociaal minimum voor
65-min gebracht zou worden?



38	De overbruggingsregeling geldt voor deelnemers met een inkomen tot
150% van het WML en kent een partner- en vermogenstoets. Waarom is voor
de eenmalige inkomenstoets een grens van 150% van het WML gekozen?



39	Welke zaken zullen, exclusief eigen woning en pensioenvermogen,
concreet meetellen bij de vermogenstoets? 



40	Waarom heeft de regering de drempel gelegd bij het vermogen van ā‚¬
21.139 bij een eenpersoonshuishouden?



41	Waarom heeft de regering de drempel gelegd bij het vermogen van ā‚¬
42.278 bij een tweepersoonshuishouden?



42	Kan de regering toelichten hoeveel personen zonder aanvullende
pensioenregeling niet in aanmerking zullen komen voor de
overbruggingsregeling op basis van hun vermogenstoets?



43	Waarop is de grens van 150% van het WML voor toetreding tot de
overbruggingsregeling gebaseerd? Heeft de regering andere grenzen
overwogen? Zo ja, welke?



44	Waarom is de regering niet uitgegaan van het feitelijk inkomen dat
iemand heeft na het intreden van de 65 jarige leeftijd? 



45	Waarom baseert de regering de hoogte van de overbrugging niet op het
feitelijke inkomensverlies gedurende het verblijf in het 65-plusgat?



46	Wat is de reden dat de overbruggingsregeling tot 2018 loopt? Doet
zich daarna het door de regering gesignaleerde probleem niet meer voor?
Zo nee, waarop is de gekozen grens gebaseerd?



47	Waarom kiest de regering voor een inkomenstoets, die wordt berekend
over het vut-inkomen? Zou het niet beter zijn om de inkomenstoets te
berekenen over het pensioeninkomen zonder AOW-pensioen?



48	Deelt de regering de mening dat de diepte van het 65-plus-gat niet
wordt bepaald door het inkomen voor 65 jaar, maar door het inkomen uit
andere bronnen na de datum waarop iemand 65 wordt en de datum waarop de
AOW-uitkering ingaat? Zo nee, waarom niet?



49	Erkent de regering dat het 65-plus-gat kan oplopen tot twee jaar? 



50	Erkent de regering dat het verlies van twee jaar AOW-pensioen tot
problemen kan leiden,  die niemand aan het einde van zijn werkende leven
moeten worden toegewenst?



51	Is de regering van mening dat het verschil groot is tussen iemand,
die bijvoorbeeld twee maanden aan AOW-pensioen inlevert en iemand, die
meerdere maanden tot zelfs jaren AOW-pensioen misloopt?



52	Acht de regering het wenselijk om een overbruggingsregeling vorm te
geven, die tegemoet komt aan deze verschillen?



53	Wat zijn de mogelijkheden om lopende verzekeringen voor
inkomensaanvulling, die lopen tot 65 jaar, te verlengen tot de nieuwe
AOW-leeftijd? Gaat dat zonder medische keuringen? Wat betekent dit voor
de premie? 



54	Wat gebeurt er met de premie voor lopende verzekeringen als de
AOW-leeftijd afhankelijk wordt van de levensverwachting?



55	Wat betekent het verhogen van de AOW-leeftijd voor collectieve
WGA-hiaatverzekeringen?



56	Bij alimentatie wordt uitgegaan van pensioenuitkering bij 65 jaar.
Hoe kan een boedelverdeling op het moment van echtscheiding uitgaande
van 65 jaar ongedaan worden gemaakt of worden hersteld?



57	Hoe gaat vereffening bij echtscheiding bij late AOW-leeftijd plaats
vinden?



58	Heeft de regering overwogen om bij wijze van overbrugging het
belastingregime voor boven de AOW-leeftijd voorlopig te handhaven voor
65 jaar tot de AOW-leeftijd. Zo nee, waarom niet. Wat zouden daarvan de
effecten zijn? 



59	Heeft de regering overwogen om personen met Vut en prepensioen, die
nu de AOW-uitkering missen, te compenseren met een WW-uitkering als zij
zich aanbieden op de arbeidsmarkt en geen werk vinden?



60	Wat moeten personen, die in betalingsproblemen komen omdat het
inkomen ontoereikend is gedurende het 65-plus gat doen? 



61	Hebben CAO-partijen in alle gevallen erin voorzien dat
leeftijdsontslag op 65 jaar in 2013 is vervangen door 65 jaar en Ć©Ć©n
maand? 



62	Wat moet een werknemer doen, die dit jaar te horen krijgt dat hij of
zij op zijn 65e verjaardag wordt ontslagen en daardoor in het
65-plus-gat komt? Kan deze werknemer met enige kans op succes dat
maandloon vorderen? Zo nee, waarom niet?



63	Waarom heeft de regering bij het verhogen van de AOW-leeftijd niet de
ontslagleeftijd op 65 jaar, zoals die in veel collectieve
arbeidsovereenkomsten (CAOā€™s) staat, onverbindend verklaard? 



64	Hoe ver zijn CAO-partijen met het aanpassen van de CAOā€™s? 



65	Hoeveel personen, die doorwerken tot 65 jaar, komen alsnog in het
65-plus-gat?



66	Is het de regering bekend dat sommige mensen hun pensioen/VUT willen
verlagen om zo aan de 150%-grens te voldoen en in aanmerking te komen
voor de overbruggingsregeling? Vindt de regering dit een gewenst
gedragseffect? 



67	Is het waar dat het omlaag bijstellen van het pensioen veelal niet
mogelijk is, omdat pensioenfondsen dit maar Ć©Ć©n keer toestaan? Speelt
wetgeving hierbij een rol? Zo ja, om welke wetgeving gaat het?



68	Geldt bij de vaststelling van de vermogenstoets ook de
ouderentoeslag?



69	Kan de situatie ontstaan dat het inkomen na toekenning van een
voorziening op grond van de overbruggingsregeling hoger is dan 150% van
het WML in verband met het gedeeltelijk vrijlaten van inkomen uit
arbeid?



70	Hoe werkt de inkomstenvrijlating in de Algemene ouderdomswet AOW? 



71	In hoeverre loont het nog om tegelijk met een voorziening op grond
van de overbruggingsregeling nog te gaan werken?



72	Kan de regering in een tabel aangeven hoeveel uitvoeringskosten er
vanaf 2013 per jaar worden gemaakt?



73	Om hoeveel uitvoeringskosten gaat het in totaal bij de voorgestelde
overbruggingsregeling?



74	Hoe verhouden de uitvoeringskosten zich tot de voorspelde kosten bij
het Herfstakkoord?



75	Wat kost een voorschotregeling in de vorm van een renteloos voorschot
tot 2018?



76	Wat is de verklaring voor het verschil in budget voor de
overbruggingsregeling, zoals genoemd in het regeerakkoord, en in de
contourenbrief van de overbruggingsregeling?



77	Heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een discretionaire
bevoegdheid om bij schrijnende gevallen maatwerk te leveren?



78	Is er budget beschikbaar voor schrijnende gevallen?



79	Is het waar dat het aanvullend pensioen volledig in mindering wordt
gebracht op de voorziening op grond van de overbruggingsregeling?



80	Geldt de inkomenstoets op grond van de overbruggingsregeling voor
beide partners?



81	Wat is het effect van het verhogen van de AOW-leeftijd op het beroep
op uitkeringen? 



82	Wil de regering aan het Centraal Planbureau (CPB) verzoeken om
opnieuw een berekening te maken, die is gebaseerd op de huidige
economische omstandigheden en vooruitzichten?



83	Kan de regering uiteenzetten hoe na de 65 jarige leeftijd het inkomen
van voor die tijd verschilt met het inkomen na de 65e verjaardag? 



84	Is het waar dat de inkomensachteruitgang na de 65e verjaardag groter
is dan alleen het verlies van de AOW-uitkering? Zo ja, hoe groot is dat
verschil? Kan de regering hiervan rekenvoorbeelden geven?



85	Wat is het effect van het zwaarder belasten na het 65e jaar op de
pensioenuitkering totaan het tijdstip van de nieuwe AOW-gerechtigde
leeftijd in vergelijking met het belastingregime dat nu geldt na het 65e
jaar? Kan de regering daarvan rekenvoorbeelden geven?



86	In de oude situatie - toen er nog geen overbruggingsregeling bestond
- zou het beroep op de bijstand stijgen als gevolg van de verhoging van
de AOW-leeftijd. Om hoeveel personen zou dit naar verwachting zijn
gegaan?



87	Hoeveel extra mensen zullen er als gevolg van de
overbruggingsregeling een beroep doen op een uitkering ten opzichte van
de situatie zonder overbruggingsregeling? Kan de regering dit
uitsplitsen voor de jaren 2013 tot en met 2018?



88	Is het waar dat de SVB slechts brieven zal sturen aan personen, die
behoren tot de gesloten groep, die aanspraak zou kunnen maken op de
regeling, en dat personen, die niet tot de gesloten groep horen geen
brief van de SVB ontvangen?



89	Kan de regering de instroomaantallen en uitkeringslasten
overbruggingsregeling genoemd in de tabel op bladzijde 5 nader
onderbouwen?