[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33486 (R 1994) NR inzake Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Peru (Trb.2011,109)

Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Peru (Trb.2011,109)

Nader rapport

Nummer: 2013D05635, datum: 2013-02-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z02689:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

MINBUZA-2013.5040

AAN DE KONINGIN

Voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van het op 12 mei 2011 te
‘s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van
gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Republiek Peru (Trb. 2011, 109)

						’s-Gravenhage, 4 februari 2013

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november
2012, no. 12.001545, machtigde Uwe Majesteit de Minister van
Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel van
rijkswet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over
te leggen aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van
Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten.

Bij brieven van 13 november 2012 heeft de Minister van Buitenlandse
Zaken vervolgens het verdrag overgelegd (Kamerstukken II, 2012-2013,
33 486 (R1994), A/ Nr. 1).

Op 20 december 2012 hebben 107 leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet
goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het
verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal
worden onderworpen. 

In verband hiermee bied ik U, mede namens de Minister van Veiligheid en
Justitie, het hierboven vermelde voorstel van rijkswet aan.

Op grond van artikel 15b, onder b, van de Wet op de Raad van State kan
het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk achterwege blijven aangezien de Afdeling advisering al
gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure. 

Ik moge U, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, derhalve
verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de memorie van
toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de
Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten
te zenden. 

De Minister van Buitenlandse Zaken,