[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Aanpassing van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof in verband met de introductie van de mogelijkheid conservatoir beslag te leggen op het vermogen van de verdachte ten behoeve van het slachtoffer

Eindtekst

Nummer: 2013D07369, datum: 2013-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z11384:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

5 februari 2013



	Aanpassing van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van
Strafrecht en de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof in verband met
de introductie van de mogelijkheid conservatoir beslag te leggen op het
vermogen van de verdachte ten behoeve van het slachtoffer







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het
Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof de mogelijkheid op te nemen van
conservatoir beslag door de staat ten behoeve van het slachtoffer om het
verhalen van geleden schade op de dader te vergemakkelijken en enkele
andere voorzieningen ten behoeve van slachtoffers te treffen; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 94a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het
vierde tot en met het zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Ingeval van verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van
de vierde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen in
beslaggenomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een ter
zake van dat misdrijf op te leggen maatregel als bedoeld in artikel 36f
van het Wetboek van Strafrecht.

2. In het nieuwe vierde lid wordt na de woorden “of degene aan wie, in
het in het tweede lid bedoelde geval, het wederrechtelijk verkregen
voordeel kan worden ontnomen,” ingevoegd: of degene aan wie, in het in
het derde lid bedoelde geval, de maatregel als bedoeld in artikel 36f
van het Wetboek van Strafrecht kan worden opgelegd,. 

3. Het nieuwe vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. De woorden “bedoeld in het derde lid” worden vervangen door:
bedoeld in het vierde lid.

2. De woorden “de in het derde lid bedoelde voorwerpen” worden
vervangen door: de in het vierde lid bedoelde voorwerpen.

B

Aan artikel 103 worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Beslag op grond van artikel 94a kan in geval van ontdekking op
heterdaad op vordering van de officier van justitie ook worden gelegd
krachtens mondelinge machtiging van de rechter-commissaris. Door de
opsporingsambtenaar wordt een proces-verbaal van de inbeslagneming
opgemaakt. Aan de verdachte of veroordeelde wordt een bewijs van
ontvangst afgegeven. Zo het beslag onder een derde is gelegd wordt ook
aan deze een bewijs van ontvangst afgegeven. De rechter-commissaris
stelt de mondeling gegeven machtiging achteraf op schrift. Het tweede
lid is van overeenkomstige toepassing.

4. Het in het derde lid bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van
voorwerpen als bedoeld in artikel 94b. 

C

In artikel 126, vierde lid, worden de woorden “artikel 94a, tweede,
derde en vierde lid,” vervangen door: artikel 94a, tweede, vierde en
vijfde lid,.

D

In artikel 126b, eerste lid, worden de woorden “artikel 94a”
vervangen door: artikel 94a, tweede lid,.

E

In artikel 552a, eerste lid, wordt na de woorden “over het uitblijven
van een last tot teruggave,” ingevoegd: over het al dan niet toepassen
van de in artikel 116, vierde lid, neergelegde bevoegdheid,. 

F

In artikel 574, eerste lid, wordt na de woorden “de geldboete”
ingevoegd: , de verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de
staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld
in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht en de verplichting tot
betaling aan de staat van een som gelds ten behoeve van het slachtoffer
als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 36e, achtste lid, wordt de zinsnede “worden aan benadeelde
derden in rechte toegekende vorderingen in mindering gebracht”
vervangen door: worden aan benadeelde derden in rechte toegekende
vorderingen alsmede de verplichting tot betaling aan de staat van een
som gelds ten behoeve van het slachtoffer als bedoeld in artikel 36f
voor zover die zijn voldaan, in mindering gebracht. 

B

Artikel 36f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na “veroordeeld” ingevoegd: tot een straf
of aan wie bij rechterlijke uitspraak een maatregel of een last als
bedoeld in artikel 37 wordt opgelegd, 

2. Onder vernummering van het vierde tot en met het zevende lid tot het
vijfde tot en met het achtste lid, wordt een lid ingevoegd luidende:

4. Betalingen door de veroordeelde aan de staat verricht, strekken in de
eerste plaats tot voldoening van de maatregel en vervolgens tot
voldoening van een opgelegde boete.

3. In het nieuwe zesde lid wordt de zinsnede “de krachtens het vierde
lid ingetreden verhogingen” vervangen door: de krachtens het vijfde
lid ingetreden verhogingen.

ARTIKEL III

In artikel 83, negende lid, van de Uitvoeringswet Internationaal
Strafhof worden de woorden “Het vierde tot en met zesde lid van
artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht” vervangen door: Het vijfde
tot en met zevende lid van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. 

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4