[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief van het lid Van Hijum over decentralisaties

Brief lid / fractie

Nummer: 2013D08117, datum: 2013-02-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z03875:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Van: Hijum van Y.J. 

Verzonden: woensdag 27 februari 2013 22:46

Aan: Harbers M.; Groen E.

CC: Schokker H.

Onderwerp: decentralisaties

Geachte voorzitter, beste Mark,

Graag zou ik in de procedurevergadering van de commissie Rijksuitgaven
van morgen mijn eerdere voorstel over een onderzoek naar
decentralisaties door de Rekenkamer opnieuw aan de orde stellen.

In de procedurevergadering van 31 januari heb ik namens de CDA-fractie
voorgesteld om de Algemene Rekenkamer te vragen een onderzoek uit te
voeren naar de haalbaarheid van de grote decentralisatieopgaven op het
gebied van de jeugdzorg, participatie, AWBZ/WMO en tegemoetkomingen voor
chronisch zieken/gehandicapten. Op elk van deze terreinen gaat de
decentralisatie gepaard met aanzienlijke efficiencykortingen. Daarnaast
krijgen gemeenten te maken met kortingen op het Gemeentefonds en
afwaardering van grondposities. Wat dit betekent voor de ondersteuning
van inwoners en voor de financiƫle positie van gemeenten, is nog
onvoldoende duidelijk. Er is daarom veel te zeggen voor een
onafhankelijk onderzoek naar de financiƫle en maatschappelijke
uitvoerbaarheid van de plannen, zoals onlangs ook bepleit door de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het onderzoek moet inzicht
opleveren in de financiƫle, wettelijke en maatschappelijke voorwaarden
waaronder de decentralisaties een succes kunnen worden. De uitkomsten
van het onderzoek kunnen door de Tweede Kamer worden gebruikt bij de
beoordeling van de afzonderlijke wetsvoorstellen.

Naar aanleiding van dit verzoek heeft de commissie besloten om een
gesprek te voeren met de Algemene Rekenkamer. De Rekenkamer gaf in dit
gesprek aan dat zij desgewenst een ex-ante evaluatie naar het evenwicht
tussen ambities, geld, mensen en tijd kan uitvoeren
(ā€˜vierkantsvergelijkingā€™). Op een aantal terrein vindt dit onderzoek
reeds plaats: de jeugdzorg en de participatiewet. Er vindt nog geen
onderzoek plaats naar de decentralisatie van de AWBZ en de regelingen
voor chronisch zieken/gehandicapten, noch naar de bredere haalbaarheid
van de decentralisaties in relatie tot de totale financiƫle opgave.

Bij gemeenten zelf bestaat een grote behoefte aan een breder
haalbaarheidsonderzoek. In haar officiƫle reactie op de
decentralisatiebrief van het kabinet schrijft de VNG: ā€œDe voornemens
van het kabinet om door te gaan op het pad van de decentralisaties kan
op steun van de gemeenten rekenen, maar gemeenten willen het wel kunnen
uitvoeren. [ā€¦]. Om gemeenten inzicht te bieden heeft het VNG-bestuur
op 15 februari besloten zelf een onderzoek te starten. De VNG zal het
CPB vragen dit onderzoek uit te voeren. Het onderzoek wordt een
voortschrijdend proces, waarin het decentralisatieproces wordt
ondersteund met objectief feitenmateriaal. Daartoe moeten in de
verschillende besluitvormingsstadia feiten en cijfers op tafel komen
over de kaders en welke taken binnen die kaders uitgevoerd moeten
worden. Daarnaast moet de vraag beantwoord worden of met name de
financiƫle kaders toereikend zijn voor de uitvoerbaarheid van de te
decentraliseren taken zowel afzonderlijk als gecombineerd. Om de
decentralisaties niet te vertragen wordt er gekozen voor
deelonderzoeken.ā€

Gelet op de nu lopende initiatieven is mijn voorstel aan de commissie RU
om het kabinet eerst de volgende vragen voor te leggen, alvorens een
besluit te nemen over wel/niet een eigen initiatief tot onderzoek:

Is het kabinet bereid om voorafgaand aan de afzonderlijke
decentralisaties inzicht te verschaffen in de haalbaarheid van de
betreffende decentralisatie in termen van taken, geld, mensen en tijd?

Is het kabinet bereid om per decentralisatie de aannames te laten
toetsen door een onafhankelijke instantie, zoals de Rekenkamer en/of het
CPB?

Is het kabinet bereid om de uitkomsten van de lopende onderzoeken door
de Rekenkamer (en het CPB) te betrekken bij de wetgeving, om een
zorgvuldige invoering te waarborgen?

Op welke wijze wordt gemonitord of en in hoeverre gemeenten door de
optelsom van efficiencykortingen, bezuinigingen op het Gemeentefonds en
financiƫle opgaven (zoals afwaardering van grondposities) in staat zijn
om de te decentraliseren taken op een verantwoorde manier uit te voeren?
Is het kabinet bereid om de financiƫle haalbaarheid van de
decentralisaties te laten toetsen?

Op welke wijze vindt monitoring plaats van de cumulatie van
maatschappelijke effecten bij kwetsbare groepen, zoals risicogezinnen,
risicojongeren, jonge mensen met een verstandelijke beperking en/of
psychiatrische problematiek, en zorgbehoevende ouderen? Is het kabinet
bereid om een coƶrdinerend bewindspersoon deze cumulatie in beeld te
laten brengen?

Met vriendelijke groet,

Eddy van Hijum