[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afschrift van de antwoorden op vragen van de leden Engels (D66) en Th.C. de Graaf (D66) inzake de beëdiging en inhuldiging van de nieuwe Koning

Brief regering

Nummer: 2013D11113, datum: 2013-03-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z05361:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2013

Hierbij zend ik u een afschrift van mijn brief van heden aan de
Voorzitter van de Eerste Kamer (bijgevoegd).

DE MINISTER-PRESIDENT,

Minister van Algemene Zaken,

                         

                         

                         

                         

M. Rutte

Hierbij bied ik u antwoorden aan op vragen van de leden De Graaf en
Engels (D66) d.d. 27 februari jl., kenmerk 151888.u/FdG/GJH/eos.

DE MINISTER-PRESIDENT,

Minister van Algemene Zaken,

                         

                         

                         

                         

M. Rutte

	

Vragen 

1. 

Wat is uw oordeel over recente kritische publicaties over de eed of
belofte als bedoeld in artikel 2 van de Wet beëdiging en inhuldiging
van de Koning, die de leden van de Staten-Generaal ter gelegenheid van
de beëdiging en inhuldiging afleggen aan de nieuwe Koning? 

2.

Kunt u aangeven in hoeverre deze eed/gelofte in betekenis verschilt van
de eed/gelofte die Kamerleden afleggen bij de aanvaarding van hun ambt
(art. 60 Grondwet)?

3.

In hoeverre beperkt het afleggen van de eed of belofte als bedoeld in
vraag 1 volgens u de handelingsvrijheid van volksvertegenwoordigers? 

4.

In hoeverre is het afleggen van de eed/belofte als bedoeld in vraag 1
voor de leden van de Staten-Generaal een staatsrechtelijke verplichting?

5. 

In de literatuur en de media zijn voorts vragen gerezen of de
toepasselijke wetgeving, m.n. de Wet lidmaatschap koninklijk huis,
ruimte laat om aan prinses Maxima na de installatie van de nieuwe Koning
de titel ‘Koningin’ toe te kennen. Kunt u aangeven op welke
staatsrechtelijke gronden deze titel zonder wetswijziging kan worden
verleend? 

6. 

Bent u bereid de Kamer de gevraagde brief uiterlijk op 13 maart a.s. te
doen toekomen?

Antwoorden

1-4  De inhuldigingsverklaring in artikel 2 van de Wet beëdiging en
inhuldiging van de Koning komt geen zelfstandige
juridisch-constitutionele betekenis toe. Deze plechtige verklaring,
uitgesproken door de voorzitter van de verenigde vergadering en
vervolgens beëdigd of bevestigd door de leden van de Staten-Generaal en
leden van de Staten van Aruba, Curacao en Sint Maarten, heeft niet het
karakter van een eed of belofte zoals deze door de leden van de
Staten-Generaal wordt afgelegd bij de aanvaarding van hun lidmaatschap
en bevat geen beperkingen van hun handelingsvrijheid. De betekenis van
de verklaring is vooral gelegen in het uiting geven aan de onderlinge
verbondenheid van de Koning met de volkeren van het Koninkrijk,
belichaamd in de parlementen van de landen van het Koninkrijk. Aan de
inhuldigingsverklaring gaat vooraf de eed van trouw aan het Statuut en
de Grondwet en een getrouwe ambtsvervulling door de Koning. De wet
beëdiging en inhuldiging van de Koning verbindt geen rechtsgevolgen aan
het geval waarin een lid van de Staten-Generaal geen uitvoering geeft
aan artikel 3.

5. Prinses Máxima wordt als de echtgenote van de Koning aangeduid als
Koningin. Dit is historisch gebruik en in lijn met wat internationaal
gangbaar is. De toepasselijke wetgeving bevat geen grondslag voor
verlening bij koninklijk besluit van een titel “Koningin”. Het
gebruik van de aanspreekvorm “Koningin” bij de echtgenote van de
Koning vergt geen wetswijziging. 

6. Ja.

	

 Zie bijvoorbeeld: Wim Voermans, “De grondwet zegt niets over eed aan
de Koning”, Volkskrant 18 februari 2013; Jan Dirk Snel,
“Inhuldigingsverklaring levert geen extra verplichtingen op”,
Volkskrant 22 februari 2013. 

 Danielle Pinedo en Kees Versteegh, “Ze blijft prinses, maar we noemen
haar koningin”, NRC Handelsblad, 16 februari 2013; Danielle Pinedo en
Kees Versteegh “Hoe het land er een koningin bij kreeg;
Rechtsdeskundigen missen wettelijke grondslag voor nieuwe titel van
prinses Máxima” NRC Handelsblad, 15 februari 2013. Eerder al: H.
Loonstein, “Geen wettelijke basis voor ‘Koningin’ Maxima, Ars
Aequi, 56 (2007), p. 673.