33581 Adv RvSt inzake Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten (PbEU 2011, L 132)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2013D12210, datum: 2013-03-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2013Z05460:
- Indiener: F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-03-26 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-04-10 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-25 14:00: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten (PbEU 2011, L 132) (33581) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-09-11 11:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-10-03 10:15: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van een wijziging van een richtlijn uitbreiding van de werkingssfeer tot personen die internationale bescherming genieten) (33 581) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2013-10-10 15:00: Aansluitend aan het VAO Milieuraad: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
No.W04.12.0278/I 's-Gravenhage, 1 oktober 2012 Bij Kabinetsmissive van 20 juli 2012, no.12.001730, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten (PbEU 2011, L 132), met memorie van toelichting. De richtlijn langdurig ingezetenen (richtlijn 2003/109/EG) geeft onderdanen van derde landen die minimaal gedurende vijf jaren ononderbroken legaal op het grondgebied van een lidstaat hebben verbleven, de mogelijkheid om op aanvraag en onder voorwaarden de EU-status van langdurig ingezetene toegekend te krijgen. Door de toekenning van deze status kunnen ook onderdanen van derde landen en hun gezinsleden zich in andere EU-lidstaten vestigen op de voet van hoofdstuk III van de richtlijn. De EU-status geeft het recht om voor perioden van langer dan drie maanden in een andere EU-lidstaat te verblijven om aldaar een economische activiteit als werknemer of zelfstandige te verrichten, om een studie of beroepsopleiding te volgen, of om andere redenen. Daarnaast genieten langdurig ingezetenen op onder meer deze gebieden in grote lijnen dezelfde behandeling als de eigen onderdanen. In richtlijn 2003/109/EG zijn (aspirant) vluchtelingen en subsidiair beschermden uitgesloten van de werkingssfeer. Richtlijn 2011/51/EU heft deze uitsluiting op. Het wetsvoorstel strekt tot gedeeltelijke omzetting van deze richtlijn. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking met betrekking tot de verblijfstitel langdurig ingezetene. Zij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Verblijfstitel langdurig ingezetene Op grond van richtlijn 2003/109/EG verkrijgt een vreemdeling de status van langdurig ingezetene als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waarvan 5 jaar ononderbroken legaal verblijf de belangrijkste is. De status van langdurig ingezetene is permanent. Richtlijn 2003/109/EG verplicht de lidstaten aan langdurig ingezetenen een 'EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen' te verstrekken. Deze verblijfsvergunning wordt afgegeven volgens de voorschriften van Verordening 1030/2002. Langdurig ingezetenen hebben het recht in een tweede lidstaat te verblijven, daartoe moet bij de aanvraag onder meer de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen worden overgelegd. Op grond van richtlijn 2011/51/EU wordt voor personen die internationale bescherming genieten eveneens een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen afgegeven, met de opmerking in de rubriek 'Opmerkingen' 'Internationale bescherming verleend op [datum] door [naam van de lidstaat]'. Bij het overnemen van de internationale bescherming door een tweede lidstaat wordt de opmerking dienovereenkomstig gewijzigd. Ter omzetting van richtlijn 2011/51/EU voorziet het wetsvoorstel in twee soorten vergunningen. Ter uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de onderliggende richtlijn 2003/109/EG voor asielgerechtigden wordt voorzien in een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd met de aantekening 'EU-langdurig ingezetene' en 'internationale bescherming [..]'. Ter uitvoering van hoofdstuk III van richtlijn 2003/109/EG (verblijf in tweede lidstaat) is daarnaast mogelijk dat een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd met aantekening 'EU-langdurig ingezetene' als bedoeld in artikel 21 van de Vw 2000 wordt afgegeven, namelijk in die gevallen waarin Nederland de internationale bescherming niet overneemt. De Afdeling leidt uit de tekst en het systeem van richtlijn 2003/109/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2011/51/EU, af dat lidstaten slechts Ć©Ć©n soort vergunning kunnen afgeven aan langdurig ingezetenen: de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen. Deze vergunning moet voldoen aan de eisen van Verordening 1030/2002. Alleen deze vergunning geeft recht op verblijf in een tweede lidstaat. De vergunning is gegrond op langdurig rechtmatig verblijf. In het geval van personen die internationale bescherming genieten wordt aan deze vergunning een opmerking 'internationale bescherming [..]' toegevoegd. Volgens overweging 5 heeft deze opmerking alleen tot doel andere lidstaten op de hoogte te brengen van de beschermingsachtergrond van de betrokken persoon, in verband met het beginsel van non-refoulement. Hoewel in zo'n geval het voorafgaande verblijf dat de status mogelijk maakte wel asielgerelateerd was, wordt de EU-vergunning langdurig ingezetene daarmee zelf niet op asielgronden verleend. Het voorstel waarin aan personen die internationale bescherming genieten in plaats van deze EU-vergunning langdurig ingezetene een verblijfsvergunning asiel met de aantekening 'EU Langdurig ingezetene' wordt verleend staat naar het oordeel van de Afdeling op gespannen voet met de richtlijn. Los daarvan merkt de Afdeling op dat de gekozen omzetting door middel van verschillende vergunningen in verschillende scenario's onnodig gecompliceerd is, ook al zijn de verschillende bepalingen zoveel mogelijk gelijk opgesteld. De Afdeling ziet niet in waarom niet in alle gevallen die onder artikel 8, tweede lid, van de richtlijn vallen, de vergunning EU-verblijfsvergunning langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 21 Vw 2000 kan worden verleend. Uit de toelichting blijkt niet waarom hiervoor niet is gekozen. Indien de regering meent dat het onderscheid tussen verblijfsrecht regulier en asiel in de Vw 2000 in de weg staat aan het verlenen van deze vergunning aan personen die internationale bescherming genieten, dan ware te overwegen de EU-verblijfsvergunning langdurig ingezetenen in een afzonderlijke afdeling ('sui generis') van de Vw 2000 onder te brengen. De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Richtlijn 2003/109/EG van 25 november 2003, PB 2004, L 16. Ontleend aan de toelichting op het voorstel. Degenen die onder de kwalificatierichtlijn vallen (richtlijn 2004/83/EG, aangevuld met richtlijn 2011/95/EU). Dit betreft vluchtelingen in de zin van het Vluchtelingenverdrag (vergelijk de categorie beschermden onder artikel 29, eerste lid, onder a, van de Vw 2000) en degenen die subsidiaire bescherming genieten (vergelijk de categorie beschermden onder artikel 29, eerste lid, onder b, van de Vw 2000). Artikel 3, tweede lid, onder b, c of d, jĀ° artikel 2, onder f, van richtlijn 2003/109/EG. Richtlijn 2011/51/EU van 11 mei 2011, PB 2011, L 13. Blijkens de transponeringstabel zal richtlijn 2011/51/EU ook worden omgezet in het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000. Artikel 4 van richtlijn 2003/109/EG. Artikel 8, eerste lid, behoudens limitatieve intrekkings- en verliesgronden, zoals omschreven in artikel 9. In Richtlijn 2011/51 wordt thans gesproken van een ''EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen''. Artikel 8, tweede lid. Het zogenoemde uniforme model verblijfsvergunningen onderdanen van derde landen (Pb. 2002 L 157/1). Artikel 15, vierde lid, richtlijn 2003/109/EG. Nieuw artikel 8, vierde lid, richtlijn 2003/109/EG, zoals gewijzigd door artikel 1, vierde lid, richtlijn 2011/51/EU. Nieuw artikel 8, zesde lid, richtlijn 2003/109/EG na wijziging. Zie de memorie van toelichting, algemeen deel, die in dit verband vijf scenario's onderscheidt. Daarnaast wordt ter uitvoering van artikel 13 van richtlijn 2003/109/EG (gunstiger nationale vergunningen) voor asielgerechtigden voorzien in een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd (artikel 34a). Dit is de pendant van artikel 21a van de Vw 2000 voor reguliere verblijfssituaties. Zie ook de overwegingen 4 en 8 van de preambule van richtlijn 2011/51, waarin het doel om alle langdurig ingezetenen, ongeacht hun voorgaande verblijfsstatus, gelijk te behandelen wordt benadrukt. Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 18 januari 2012, zaaknr. 201104254 (JV 2012/120). In deze uitspraak oordeelde de Afdeling dat de minister van vreemdelingen die waren ingeschreven in Spanje en in het bezit waren van een Spaanse verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, maar zonder de aantekening 'EU-langdurig ingezetene', alsmede van een document van de Spaanse overheid waaruit bleek dat zij de status van langdurig ingezetene in Spanje bezaten, mocht verlangen dat zij bij hun aanvraag voor verblijf in Nederland een EU-verblijfsvergunning met aantekening langdurig ingezetene overlegden. PAGE 2 AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........