[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel Verhoeven (D66) - Maak particulieren doorgroei-investeringen (fiscaal) aantrekkelijk

Brief lid / fractie

Nummer: 2013D12722, datum: 2013-03-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z06103:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Voorstel van de heer Verhoeven (D66)

(aangekondigd tijdens het algemeen overleg kredietmarkt d.d. 20 maart
2013)

Maak particulieren doorgroei-investeringen (fiscaal) aantrekkelijk

De kredietverlening aan bedrijven is afgenomen. Dit is vooral merkbaar
voor ā€˜snelle groeiersā€™, oftewel innovatieve bedrijfjes die een
snelle ontwikkeling willen doormaken en daar kapitaal voor nodig aldus
de meest recente Financieringsmonitor van EIM. Zij hebben per definitie
een lage solvabiliteit en geen bewezen track record, waardoor zij
onaantrekkelijk zijn voor banken en extreem moeilijk krediet krijgen.
Hier zijn aanvullende maatregelen nodig. In onderstaande tekst werkt D66
een mogelijk voorstel uit, inclusief mogelijke dekking. Desalniettemin
wil de fractie van D66 benadrukken dat het vooral belangrijk is dat er
maatregelen genomen worden voor deze groep. Dit is slechts een van de
opties.

D66 stelt een fiscale faciliteit voor waarin verliezen van particuliere
investeerders (zoals bijvoorbeeld de zogenaamde business angels) in
innovatieve start-ups, snelle groeiers en doorgroeifinanciering in de
eerste drie jaar voor een kwart af kunnen trekken van de Vpb. Om dit
behapbaar te houden voor de overheid is gekozen voor een budgetplafond
van 350 miljoen op jaarbasis. In de eerste jaren zal er nog geen verlies
hoeven worden ingeboekt. De garanties moeten er echter wel vanaf jaar 1
zijn. Budget kan komen uit verkleining van de Innovatiebox (die vooral
door het grootbedrijf wordt benut en met aangrijpingspunt op de Vpb niet
echt bijdraagt aan risicovol investeren).

Ā 

De maatregel zoals voorgesteld lijkt op de deelnemersvrijstelling.
Echter deze regeling zorgt er enkel voor dat de winst of het verlies van
een deelneming niet tweemaal belast of aftrekbaar wordt. Business angels
zijn daardoor zeer voorzichtig bij het investeren in start-ups en jonge
innovatieve bedrijven. Zelfs als er groeipotentie inzit. Particuliere
investeerders (wiens vermogen meestal in BVā€™s is opgepot) zullen
sneller geneigd zijn te investeren in dergelijke bedrijven, wanneer ze
de aanloopverliezen op de risicovolle investering tijdelijk op het
niveau van de BV van de private investeerder kunnen worden afgetrokken.
Dit is nu nog niet mogelijk. Dit kan eenvoudig door de
deelnemingsvrijstelling voor verliezen op dergelijke investeringen
tijdelijk buiten werking te stellen. Natuurlijk moeten eventuele winsten
uit deze investeringen dan eerst worden gesaldeerd met de eerder genomen
verliezen. Pas na volledige saldering van de eerder genomen verliezen,
is de deelnemingsvrijstelling weer van toepassing en blijft de winst
onbelast op het niveau van de investeerder.

Door de doelgroep van risicovolle investeringen duidelijk te benoemen en
af te kaderen, kan de Minister gericht faciliteren. Gedacht kan worden
aan investeringen in start-ups, jonge innovatieve bedrijven,Ā  groene
investeringen etc. Ook kan bijvoorbeeld een maximum bedrag voor de
verliesneming worden ingevoerd om zo budgetoverschrijdingen te voorkomen
(vgl. WBSO). 

Context

Er is op het moment allerlei overheidsactiviteit met als doel om
kredieten voor het bedrijfsleven op gang te brengen en houden. Qredits,
de BMKB, de GO en het Innovatiefonds MKB zijn voorbeelden van goede en
belangrijke stappen die overheid zet. Maar de meeste van deze
maatregelen zijn niet gericht op de specifieke groep kleine bedrijven
met groeipotentie of zijn niet van voldoende omvang. Naar de mening van
D66 zijn er te weinig prikkels om het vele private vermogen in Nederland
te interesseren en mobiliseren voor innovatief ondernemerschap. Verder
was er tot voor kort de Tante Agaath-regeling maar dat was een regeling
die vooral ging om leningen van kleine partijen uit de kring van
bekenden. Dat is dus wat anders dan het aanspreken van gelden van
bijvoorbeeld business angels. Daarbij bestaat deze regeling niet meer.

Legitimiteit

Nieuwe, innovatieve en groeiende bedrijven zijn belangrijke drivers van
economische groei. Recent empirisch onderzoek (bijvoorbeeld Venture
Capital Policy Lessons from the VICO-project, 2011) laat zien dat de
beschikbaarheid van voldoende durfkapitaal bijv. kan worden gerelateerd
aan de opkomst van gazelle-achtig ondernemerschap. Verder toont
onderzoek aan dat de ondersteuning en financiering door
durfkapitaalfondsen leidt tot positieve effecten op de groei,
productiviteit en innovatieprestaties van bedrijven. Nederland heeft
echter te weinig snelle groeiers (zie bijv. AWT briefadvies dd 12 maart
2012 en onderliggend onderzoek) en innovatieve en technologische
start-ups en spin-offs.

EĆ©n van de structurele knelpunten waar deze ondernemers mee te maken
hebben is de zogenoemde equity gap (falen van de kapitaalmarkt). Banken
en institutionele financiers stappen niet in vanwege de risicoā€™s van
bedrijfsfalen en de vaak lage rendementen (AWT, expertgroep
bedrijfsfinanciering, Finance for Innovation van R. van Tilburg, etc.).
Particuliere investeerders en VC-fondsen zijn soms bereid in deze gap te
springen, maar in Nederland ligt het percentage durfinvesteerders
aanmerkelijk lager dan in bijv. andere EU-landen of de USA. Durfkapitaal
in Nederland is daarbij overigens steeds afhankelijk van banken en
financiĆ«le beleidsinstrumenten. (Europese Commissie 2012 ā€˜Potential
of Venture Capital in the European Unionā€™.

De crisis en de regelgeving, die stevige kapitaalbuffers van banken en
institutionele beleggers eisen, verergeren het probleem van de equity
gap. Vergelijkbare conclusies volgen uit het rapport van de expertgroep
bedrijfsfinanciering). De impact daarvan wordt duidelijk als we ons
realiseren dat de Nederlandse banken altijd een relatief grote rol
speelden in het durfkapitaal (de banken waren in 48% van de gevallen
financieringsbron van durfkapitaalfondsen vergeleken met 16% voor de EU
als geheel; zie Finance for innovation, R. van Tilburg), maar zich nu
haastig terug trekken (zie bijv. Boele Staal, FD, 10 april 2012). Een
andere reden is dat private investeerders hun geld in de huidige tijden
steeds meer buiten de eurozone beleggen. De overheid heeft de afgelopen
kabinetsperiode getracht verschillende maatregelen te nemen om
durfkapitaal vrij te maken. Enkele daarvan zoals het aangekondigde
fund-of-funds voor potentiƫle groeibedrijven zijn nog niet tot stand
gekomen, omdat institutionele investeerders niet kunnen of willen
participeren. Kortom, er het huidige beleid voldoet nog niet om de
doorgroei van bedrijven (potentiƫle gazellen) te verbeteren. Er zullen
alternatieve en meer effectieve maatregelen moeten worden ontwikkeld om
privaat durfkapitaal te mobiliseren t.b.v. startende, innovatieve en
snelgroeiende bedrijven. 

EFFECTIVITEIT

Het falen van de kapitaalmarkt in de equity gap kan worden aangepakt
door een generieke fiscale prikkel voor private investeerders die een
positief effect heeft op de risico-rendementsverhouding van
investeringen in startende, innovatieve en snelgroeiende bedrijven.
Juist deze bedrijven hebben behoefte aan groeikapitaal en dat is voor
hen steeds lastiger te krijgen. De markt doet nog altijd zelf de
selectie en loopt nog steeds substantiĆ«le risicoā€™s, maar deze worden
met deze maatregel enigszins verlaagd. Er is dus sprake van generiek
fiscaal beleid. Verder wordt de concurrentie met deze maatregel
gestimuleerd omdat nieuwe bedrijven indirect worden geholpen bij het
doorgroeien tot volwaardige concurrenten. Uiteindelijk zet de maatregel
in op meer werkgelegenheid, productiviteit en innovatie.

Ā 

EFFICIƋNTIE

De uitvoeringskosten voor de overheid van de maatregel zijn relatief
laag. Er is sprake van een vrijstelling. De markt selecteert zelf,
investeert zelf en managed zelf.