[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs)

Eindtekst

Nummer: 2013D15761, datum: 2013-04-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z01602:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

9 april 2013

Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de
expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de
invoering van een centrale eindtoets, de invoering van een leerling- en
onderwijsvolgsysteem en invoering van bekostigingsvoorschriften voor
minimumleerresultaten voor speciale scholen voor basisonderwijs en
scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal
onderwijs (centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem
primair onderwijs)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot
een verplichte centrale eindtoets in het basisonderwijs en in het
speciaal onderwijs en de voortgang van alle leerlingen en het onderwijs
aan basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor
speciaal onderwijs, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en
scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs te volgen door
middel van een verplicht gebruik van een leerling- en
onderwijsvolgsysteem en dat het wenselijk is een minimum opbrengsteis
inzake de kwaliteit van het onderwijs ook in te voeren voor speciale
scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 8 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het zesde lid, komt te luiden als volgt:

6. De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de
vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de
leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem
bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten op de
terreinen, genoemd in het tweede lid. 

2. Onder vernummering van het zevende, achtste en negende lid tot
achtste, negende en tiende lid, wordt een nieuw zevende lid ingevoegd,
luidend:

7. De toetsen, bedoeld in het zesde lid, voldoen aan het
kwaliteitsoordeel van een door Onze minister aangewezen onafhankelijke
commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en
deugdelijke normering. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
kunnen voorschriften omtrent het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de
daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld.

B

[vervallen]

C

Na artikel 9a wordt ingevoegd artikel 9b, luidend:

Artikel 9b. Centrale eindtoets taal en rekenen

1. In het achtste schooljaar legt de leerling in een volledige week
tussen 15 april en 15 mei een centrale eindtoets af. De centrale
eindtoets kan op verschillende niveaus worden aangeboden. 

2. De centrale eindtoets meet kennis en vaardigheden van de leerling op
het terrein van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Het bevoegd
gezag kan bij een leerling tevens de toets voor de kennisgebieden,
genoemd in artikel 9, tweede lid, onderdelen a, b en c, afnemen. 

3. Indien een leerling is verhinderd de centrale eindtoets af te leggen,
wordt de toets op een later moment alsnog afgenomen, tenzij dit voor de
leerling om medische redenen onmogelijk is.

4. Het bevoegd gezag kan mede op basis van de toetsgegevens in het
leerling- en onderwijsvolgsysteem, bedoeld in artikel 8, zesde lid,
gemotiveerd bepalen dat geen centrale eindtoets wordt afgelegd door:

a. zeer moeilijk lerende leerlingen,

b. meervoudig gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend
zijn een van de handicaps is, en

c. leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden
de Nederlandse taal onvoldoende beheersen.

5. Het bevoegd gezag bepaalt mede op basis van het leerling- en
onderwijsvolgsysteem, bedoeld in artikel 8, zesde lid, op welk niveau de
leerling de centrale eindtoets aflegt. 

6. Voor de aanvang van de afname van de centrale eindtoets informeert
het bevoegd gezag de ouders over het niveau van de toets die de leerling
gaat afleggen dan wel indien het bevoegd gezag op grond van het vierde
lid, onderdelen a of b, bepaalt dat de leerling geen toets aflegt, de
grond voor die toepassing. 

7. Indien het bevoegd gezag voornemens is te bepalen dat de leerling op
grond van het vierde lid, onderdeel c, geen toets aflegt, overlegt het
bevoegd gezag hierover met de ouders.

8. Onze minister kan het gebruik van andere eindtoetsen dan de centrale
eindtoets, bedoeld in het eerste lid, toelaten. Dit artikel is van
overeenkomstige toepassing op de andere eindtoetsen met dien verstande
dat bij algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gesteld ten
aanzien van de toelating van andere eindtoetsen.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften
omtrent de centrale eindtoets worden vastgesteld.

10. Tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum zijn het eerste tot
en met het negende lid, niet van toepassing op leerlingen van een
speciale school voor basisonderwijs. 

D

In artikel 9b, tweede lid, wordt na “op het terrein van Nederlandse
taal en rekenen en wiskunde” ingevoegd: , met inachtneming van de
referentieniveaus Nederlandse taal en de referentieniveaus rekenen,
bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet
referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.

Da

	Artikel 9b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid vervalt de tweede volzin.

	2. Onder vernummering van het zesde tot en met tiende lid tot vijfde
tot en met negende lid vervalt het vijfde lid.

	3. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

	5. Indien het bevoegd gezag op grond van het vierde lid, onderdelen a
of b, bepaalt dat de leerling geen centrale eindtoets aflegt, informeert
het de ouders over de grond voor die toepassing voor de aanvang van de
afname van de centrale eindtoets. 

	4. In het tiende lid (nieuw) wordt “eerste tot en met het negende”
vervangen door: eerste tot en met het achtste. 

E

In artikel 10a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het opschrift vervalt: basisschool.

2. In het eerste lid, vervalt: van een basisschool.

3. Het derde lid wordt vervangen door:

3. De leerresultaten van de school worden jaarlijks beoordeeld op basis
van de resultaten van de afgelegde centrale eindtoetsen, bedoeld in
artikel 9b, op het gebied van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde.
Voor de toepassing van de eerste volzin blijven centrale eindtoetsen die
zijn afgelegd door zeer moeilijk lerende leerlingen, meervoudig
gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend zijn een van
de handicaps is, en leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn
en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, buiten
beschouwing. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige
toepassing op de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 9b, achtste lid.

4. In het vijfde lid komt de eerste volzin te luiden als volgt: Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met
betrekking tot de wijze waarop leerresultaten worden gemeten, genormeerd
en beoordeeld.

5. In het eerste en in het vijfde lid, tweede volzin, vervalt: zevende
of.

F

In artikel 11 wordt na “rapporteert” ingevoegd: met inachtneming van
het leerling- en onderwijsvolgsysteem, bedoeld in artikel 8, zesde lid,.


G

In artikel 41, tweede lid, eerste volzin, wordt na
“onderwijsactiviteiten” ingevoegd: met uitzondering van de centrale
eindtoets of de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 9b.

Ga

	Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden: Onderwijskundig rapport en
schooladvies.

	2. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De
centrale eindtoets of andere eindtoets dient als tweede objectieve
gegeven om onderadvisering vanuit het primair onderwijs te voorkomen.

	3. Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt een nieuw
tweede lid ingevoegd, luidende:

	2. Ten behoeve van iedere leerling in het achtste schooljaar stelt het
bevoegd gezag voor 1 maart een schooladvies vast omtrent het volgen van
aansluitend voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet
onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de
expertisecentra. Het schooladvies maakt onderdeel uit van het
onderwijskundig rapport. Indien de leerling blijkens de uitslag van de
centrale eindtoets of andere eindtoets, bedoeld in artikel 9b, beschikt
over meer kennis en vaardigheden dan die waarop het schooladvies berust,
heroverweegt het bevoegd gezag het schooladvies. Indien hierbij wordt
afgeweken van de uitslag van de centrale eindtoets of andere eindtoets,
wordt dit gemotiveerd.

H

	In artikel 178a, tweede lid, worden de volgende wijzigingen
aangebracht:

	1. Onderdeel g wordt vervangen door:

	g. indien van toepassing de uitslag van de centrale eindtoets of andere
eindtoets, bedoeld in artikel 9b, het niveau waarop de centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd en indien geen centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd de reden daarvan;.

	2. Onderdeel h wordt vervangen door:

	h. het schooladvies, bedoeld in artikel 42, tweede lid;.

Ha

	In artikel 178a, tweede lid, onderdeel g, vervalt “het niveau waarop
de centrale eindtoets of andere eindtoets is afgelegd”.

I

	Na artikel 188a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 188b. Evaluatie centrale eindtoets en leerling- en
onderwijsvolgsysteem

	Onze minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikel
I van de Wet van [datum] tot wijziging van onder meer de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor
examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de
invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van
bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale
scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en
leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs) (Stb. datum, nr.)
aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en effecten
van artikel 8, zesde lid, en artikel 9b van de wet in de praktijk.

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 11 wordt na het zesde lid ingevoegd:

7. De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de
vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de
leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem
bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten op de
terreinen, genoemd in het tweede lid. 

8. De toetsen, bedoeld in het zevende lid, voldoen aan het
kwaliteitsoordeel van een door Onze minister aangewezen onafhankelijke
commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en
deugdelijke normering. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
kunnen voorschriften omtrent het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de
daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld.

B

[vervallen]

C

Na artikel 18a wordt ingevoegd artikel 18b, luidend als volgt:

Artikel 18b. Centrale eindtoets taal en rekenen

1. In het laatste schooljaar in het speciaal onderwijs legt de leerling
in een volledige week tussen 15 april en 15 mei een centrale eindtoets
af. De centrale eindtoets kan op verschillende niveaus worden
aangeboden.

2. De centrale eindtoets meet kennis en vaardigheden van de leerling op
het terrein van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Het bevoegd
gezag kan bij een leerling tevens de toets voor de kennisgebieden,
genoemd in artikel 13, derde lid, onderdelen a, b en c, afnemen. 

3. Indien een leerling is verhinderd de centrale eindtoets af te leggen,
wordt de toets op een later moment alsnog afgenomen, tenzij dit voor de
leerling om medische redenen onmogelijk is. 

4. Het bevoegd gezag kan mede op basis van de toetsgegevens in het
leerling- en onderwijsvolgsysteem, bedoeld in artikel 11, zevende lid,
gemotiveerd bepalen dat geen centrale eindtoets wordt afgelegd door: 

a. zeer moeilijk lerende leerlingen,

b. meervoudig gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend
zijn een van de handicaps is, en

c. leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden
de Nederlandse taal onvoldoende beheersen.

5. Het bevoegd gezag bepaalt mede op basis van het leerling- en
onderwijsvolgsysteem, bedoeld in artikel 11, zevende lid, op welk niveau
de leerling de centrale eindtoets aflegt. 

6. Voor de aanvang van de afname van de centrale eindtoets informeert
het bevoegd gezag de ouders over het niveau van de toets die de leerling
gaat afleggen dan wel indien het bevoegd gezag op grond van het vierde
lid, onderdelen a of b, bepaalt dat de leerling geen toets aflegt, de
grond voor die toepassing. 

7. Indien het bevoegd gezag voornemens is te bepalen dat de leerling op
grond van het vierde lid, onderdeel c, geen toets aflegt, overlegt het
bevoegd gezag hierover met de ouders.

8. Onze minister kan het gebruik van andere eindtoetsen dan de centrale
eindtoets, bedoeld in het eerste lid, toelaten. Dit artikel is van
overeenkomstige toepassing op de andere eindtoetsen met dien verstande
dat bij algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gesteld ten
aanzien van de toelating van andere eindtoetsen.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften
omtrent de centrale eindtoets worden vastgesteld.

D

In artikel 18b, tweede lid, wordt na “op het terrein van Nederlandse
taal en rekenen en wiskunde” ingevoegd: , met inachtneming van de
referentieniveaus Nederlandse taal en de referentieniveaus rekenen,
bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet
referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen,.

Da

	Artikel 18b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid vervalt de tweede volzin.

	2. Onder vernummering van het zesde tot en met het negende lid tot
vijfde tot en met het achtste lid vervalt het vijfde lid. 

	3. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

	5. Indien het bevoegd gezag op grond van het vierde lid, onderdelen a
of b, bepaalt dat de leerling geen centrale eindtoets aflegt, informeert
het de ouders over de grond voor die toepassing voor de aanvang van de
afname van de centrale eindtoets.

E

Na artikel 19 wordt ingevoegd artikel 19a, luidend:

Artikel 19a. Ernstig of langdurig tekortschieten leerresultaten taal en
rekenen speciaal onderwijs

1. Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs of een
school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voldoet in elk
geval niet aan de wettelijke opdrachten voor het onderwijs, bedoeld in
artikel 19, indien de leerresultaten op de school aan het eind van het
achtste schooljaar op groepsniveau ernstig of langdurig tekortschieten.

2. Er is sprake van onvoldoende leerresultaten als bedoeld in het eerste
lid indien:

a. op de school de leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal
en op het gebied van rekenen en wiskunde, gemeten over een periode van 3
schooljaren, liggen onder de minimum normering die daarvoor geldt in
vergelijking tot die leerresultaten over diezelfde schooljaren van
scholen met een vergelijkbaar leerlingenbestand; dan wel

b. geen leerresultaten door de school kunnen worden aangetoond.

3. De leerresultaten van de school worden jaarlijks beoordeeld op basis
van de resultaten van de afgelegde centrale eindtoetsen, bedoeld in
artikel 18b, op het gebied van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde.
Voor de toepassing van de eerste volzin blijven centrale eindtoetsen die
zijn afgelegd door zeer moeilijk lerende leerlingen, meervoudig
gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend zijn een van
de handicaps is, en leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn
en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, buiten
beschouwing. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige
toepassing op de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 18b, achtste
lid.

4. Er is sprake van ernstig of langdurig tekortschieten van de kwaliteit
van het onderwijs als bedoeld in het eerste lid indien de inspectie op
grond van artikel 14 van de Wet op het onderwijstoezicht Onze minister
meedeelt dat uit het onderzoek naar de kwaliteitsverbeteringen, bedoeld
in artikel 11, derde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht blijkt dat
sprake is van onvoldoende verbeteringen dan wel dat het bevoegd gezag
niet bereid is afspraken te maken over kwaliteitsverbeteringen naar
aanleiding van het onderzoek, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de
Wet op het onderwijstoezicht. 

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de wijze waarop leerresultaten worden gemeten,
genormeerd en beoordeeld. Voorts wordt de normering, bedoeld in het
derde lid, bepaald en wordt bepaald bij welk aantal leerlingen in het
achtste schooljaar van een bepaalde school voor die school voor de
periode van 3 schooljaren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt
gelezen 5 schooljaren. 

6. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

F

In artikel 20 wordt na “rapporteert” ingevoegd: met inachtneming van
het leerlingvolgsysteem, bedoeld in artikel 11, zevende lid,. 

Fa

	Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden: Onderwijskundig rapport en
schooladvies.

	2. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De
centrale eindtoets of andere eindtoets dient als tweede objectieve
gegeven om onderadvisering vanuit het primair onderwijs te voorkomen.

		

	3. Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt een nieuw
tweede lid ingevoegd, luidende:

	2. Ten behoeve van iedere leerling in het laatste schooljaar van het
speciaal onderwijs stelt het bevoegd gezag voor 1 maart een schooladvies
vast omtrent het volgen van aansluitend voortgezet speciaal onderwijs of
voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.
Het schooladvies maakt onderdeel uit van het onderwijskundig rapport.
Indien de leerling blijkens de uitslag van de centrale eindtoets of
andere eindtoets, bedoeld in artikel 18b, beschikt over meer kennis en
vaardigheden dan die waarop het schooladvies berust, heroverweegt het
bevoegd gezag het schooladvies. Indien hierbij wordt afgeweken van de
uitslag van de centrale eindtoets of andere eindtoets, wordt dit
gemotiveerd.

G

In artikel 46, tweede lid, eerste volzin, wordt na
“onderwijsactiviteiten” ingevoegd: met uitzondering van de centrale
eindtoets of de andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 18b.

H

In artikel 164a, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het slot van onderdeel i vervalt “en”.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een
puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

k. indien van toepassing de uitslag van de centrale eindtoets of andere
eindtoets, bedoeld in artikel 18b, het niveau waarop de centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd en indien geen centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd de reden daarvan; en

l. het schooladvies, bedoeld in artikel 43, tweede lid..

Ha

	In artikel 164a, tweede lid, onderdeel k, vervalt “ het niveau waarop
de centrale eindtoets of andere eindtoets is afgelegd”.

I

	Na artikel 173a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 173b. Evaluatie centrale eindtoets en leerling- en
onderwijsvolgsysteem

	Onze minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikel
II van de Wet van [datum] tot wijziging van onder meer de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor
examens in verband met de invoering van een centrale eindtoets, de
invoering van een leerling- en onderwijsvolgsysteem en invoering van
bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten voor speciale
scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs en
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (centrale eindtoets en
leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs) (Stb. datum, nr.)
aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en effecten
van artikel 11, zevende lid, en artikel 18b van de wet in de praktijk.

ARTIKEL IIA

	In artikel 27 van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt na lid 1b
een lid ingevoegd, luidende:

	1c. De toelating van de leerling wordt gebaseerd op het schooladvies,
bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs
of artikel 43, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL III 

De Wet college voor examens wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt de begripsbepaling van “college” vervangen door:

college: College voor toetsen en examens, genoemd in artikel 2, eerste
lid;.

B

In artikel 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. Er is een College voor toetsen en examens.

2. Onder vernummering van het zesde, zevende en achtste lid tot het
zevende, achtste en negende lid, wordt een nieuw zesde lid ingevoegd,
luidend:

6. Het college is belast met de volgende taken op het gebied van toetsen
als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs en artikel
18b van de Wet op de expertisecentra:

a. het vaststellen van de verschillende niveaus van de toetsen;

b. het vaststellen van het tijdstip en de tijdsduur van de toets, de
wijze waarop en de vorm waarin de toets wordt afgenomen;

c. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven van de toets en
het bij regeling vaststellen van de toetswijzer voor de verschillende
niveaus overeenkomstig de kerndoelen met betrekking tot Nederlandse taal
en rekenen en wiskunde, bedoeld in artikel 9 van de Wet op het primair
onderwijs en artikel 13 van de Wet op de expertisecentra; 

d. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven van de toets en
het bij regeling vaststellen van de toetswijzer overeenkomstig de
kerndoelen voor de kennisgebieden, genoemd in artikel 9, tweede lid,
onderdelen a, b en c, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 13,
derde lid, onderdelen a, b en c, van de Wet op de expertisecentra;

e. het tot stand brengen en bij regeling vaststellen van de
beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores; 

f. het geven van regels met betrekking tot de hulpmiddelen die gebruikt
mogen worden bij het maken van de toets; en

g. het opstellen van het leerlingrapport. 

C

In artikel 2, zesde lid, wordt in onderdeel c, na “de Wet op de
expertisecentra” ingevoegd: en met inachtneming van de
referentieniveaus Nederlandse taal en de referentieniveaus rekenen,
bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet
referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.

Ca

	In artikel 2, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder lettering van de onderdelen b tot en met g tot a tot en met f
vervalt onderdeel a. 

	2. In onderdeel b (nieuw) vervalt de zinsnede “voor de verschillende
niveaus”.

D

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, wordt “op het terrein van de
centrale examens” vervangen door: op het terrein van de toetsen,
bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b
van de Wet op de expertisecentra, de centrale examens. 

E

Na artikel 8 wordt ingevoegd artikel 9, luidend:

Artikel 9

Zolang een of meer van de in artikel 2, zesde lid, genoemde artikelen
van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra niet
in werking is of zijn getreden, hebben de in het zesde lid beschreven
taken van het college en het werkprogramma, bedoeld in artikel 8, tweede
lid, uitsluitend betrekking op de toetsen, bedoeld in de reeds in
werking getreden artikelen van de Wet op het primair onderwijs en de Wet
op de expertisecentra.

F

Artikel 15 wordt vervangen door:

Artikel 15

Deze wet wordt aangehaald als: Wet College voor toetsen en examens.

ARTIKEL IV

De Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten
wordt gewijzigd als volgt:

Na artikel 2 wordt ingevoegd artikel 2a, luidend:

Artikel 2a. Te subsidiëren activiteiten Cito

Voor zover de in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedoelde
activiteiten betrekking hebben op de centrale eindtoets, bedoeld in
artikel 9b, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel
18b, eerste lid van de Wet op de expertisecentra, en de daarbij
behorende aanvullende activiteiten komt uitsluitend de Stichting Cito
voor subsidie op grond van deze wet in aanmerking.

ARTIKEL V

In artikel 1 en artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt
“College voor examens” telkens vervangen door: College voor toetsen
en examens.

ARTIKEL VI

In het opschrift van hoofdstuk 3b, artikel 15e en het opschrift van
artikel 15f en artikel 15f van de Wet op het onderwijstoezicht wordt
“College voor examens” telkens vervangen door: College voor toetsen
en examens.

ARTIKEL VII

In artikel 1a1, eerste lid, onderdeel a, van de Leerplichtwet 1969 wordt
"in de artikelen 8, eerste, tweede, derde, vierde, zevende lid onderdeel
a, achtste en negende lid" vervangen door: in de artikelen 8, eerste,
tweede, derde, vierde, achtste lid onderdeel a, negende en tiende lid.

ARTIKEL VIII

Voor de toepassing van artikel 10a van de Wet op het primair onderwijs
worden de leerresultaten over een periode van 3 schooljaren

a. in het eerste schooljaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel
E, van deze wet, beoordeeld op basis van artikel 10a, van de Wet op het
primair onderwijs, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E.

b. in het tweede schooljaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel
E, van deze wet, voor Ă©Ă©n schooljaar beoordeeld op basis van de
centrale eindtoets of andere eindtoets, bedoeld in artikel 9b van de Wet
op het primair onderwijs en de daaraan voorafgaande 2 schooljaren op
basis van artikel 10a, van de Wet op het primair onderwijs, zoals dat
luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel E.

c. in het derde schooljaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel
D, van deze wet, voor twee schooljaren beoordeeld op basis van de
centrale eindtoets of andere eindtoets, bedoeld in artikel 9b van de Wet
op het primair onderwijs, en het daaraan voorafgaande schooljaar op
basis van artikel 10a, van de Wet op het primair onderwijs, zoals dat
luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel E.

ARTIKEL IX. SAMENLOOP MET HET WETSVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN ONDER MEER
DE WET OP DE EXPERTISECENTRA IN VERBAND MET DE KWALITEIT VAN HET
SPECIAAL EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juni 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op de
expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs (Kamerstukken 32 812), tot wet is of wordt
verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking
treedt dan artikel II, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel II,
onderdeel A, van deze wet de aanhef vervangen door: In artikel 11,
worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Na het zesde lid wordt ingevoegd:.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juni 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op de
expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs (Kamerstukken 32 812), tot wet is of wordt
verheven, en artikel I, onderdeel U, van die wet eerder in werking
treedt dan artikel II, onderdeel G, van deze wet, wordt artikel II,
onderdeel G, van deze wet vervangen door:

G

In artikel 46, eerste lid, eerste volzin, wordt na "in het speciaal
onderwijs" ingevoegd: met uitzondering van de centrale eindtoets of de
andere eindtoetsen, bedoeld in artikel 18b.

3. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juni 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op de
expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs (Kamerstukken 32 812), tot wet is of wordt
verheven, en artikel I, onderdeel U, van die wet later in werking treedt
dan artikel II, onderdeel G, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel U,
van die wet vervangen door:

U

In artikel 46, tweede lid, wordt na "bepaalde onderwijsactiviteiten"
ingevoegd: in het speciaal onderwijs,.

4. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juni 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op de
expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs (Kamerstukken 32 812), tot wet is of wordt
verheven, en artikel I, onderdeel CC, van die wet eerder in werking
treedt dan artikel II, onderdeel H, van deze wet, worden artikel II,
onderdelen H en Ha, van deze wet vervangen door:

H

In artikel 164a, tweede lid, vervalt aan het slot van onderdeel l "en",
wordt de punt aan het slot van onderdeel m vervangen door een puntkomma
en wordt toegevoegd:

n. indien van toepassing de uitslag van de centrale eindtoets of andere
eindtoets, bedoeld in artikel 18b, het niveau waarop de centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd en indien geen centrale
eindtoets of andere eindtoets is afgelegd de reden daarvan; en

o. het schooladvies, bedoeld in artikel 43, tweede lid.

Ha

	In artikel 164a, tweede lid, onderdeel n, vervalt “ het niveau waarop
de centrale eindtoets is afgelegd”.

5. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juni 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op de
expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs (Kamerstukken 32 812), tot wet is of wordt
verheven, en artikel I, onderdeel CC, van die wet later in werking
treedt dan artikel II, onderdeel H, van deze wet, wordt in artikel I,
onderdeel CC, van die wet, in de aanhef "onderdeel i" vervangen door
"onderdeel j", wordt "onderdeel j" telkens vervangen door "onderdeel k"
en wordt de letteraanduiding voor de onderdelen k, l, en m, vervangen
door de letteraanduiding: l, m en n.

ARTIKEL X

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld met dien verstande dat 

	a. artikel I, onderdelen Da en Ha, drie jaar na de inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel C, in werking treden;

	b. artikel II, onderdelen Da en Ha, artikel III, onderdeel Ca, en het
in artikel IX, vierde onderdeel, opgenomen onderdeel Ha drie jaar na de
inwerkingtreding van artikel II, onderdeel C, in werking treden.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   14