Inbreng verslag schriftelijk overleg over het onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2013D16083, datum: 2013-04-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.M. Jadnanansing, voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.E.A.J. Hessing-Puts, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2013Z07572:
- Indiener: F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-16 10:00: Extra-procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-16 21:00: Onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam (2013Z07572) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-17 10:00: Gesprek met de Inspectie voor Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg over het onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam (Gesprek), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-18 10:15: Debat over het rapport van de Inspectie voor Veiligheid en Justitie inzake een zelfmoord van een gedetineerde (Plenair debat (debat)), TK
- 2013-04-18 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-04-24 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-05-23 12:50: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2013Z07572 Onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld … De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen ter beantwoording voorgelegd aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie inzake het onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam (2013Z07572). Bij brief van ... heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie deze vragen beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Jadnanansing Adjunct-griffier van de commissie, Hessing-Puts Inhoudsopgave I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 1. Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie 2. Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie 3. Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie 4. Vragen en opmerkingen van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks 5. Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie II. Reactie van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 1. Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling en waardering kennisgenomen van het rapport van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J) inzake het overlijden van de heer Dolmatov in het Detentiecentrum Rotterdam. Zij betreuren het overlijden van de heer Dolmatov en leven ten zeerste mee met zijn familie. Deze leden hechten eraan dat in een debat de conclusies en aanbevelingen van de Inspectie alsmede de beleidsreactie kunnen worden besproken. Alle aanbevelingen van de IV&J worden overgenomen en zijn in de beleidsreactie betrokken. Met het oog op het debat hebben voornoemde leden een aantal vragen. De leden van de VVD-fractie vragen of u de overtuiging heeft dat de geconstateerde problemen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) door het uitvoeren van de door de IV&J geformuleerde aanbevelingen adequaat worden opgelost. Zien deze leden het goed dat de Nationale Ombudsman ten behoeve van het rapport “Overlijden in detentie” uit 2012 de zorgverlening aan gedetineerden niet rechtstreeks heeft onderzocht, maar wel verwijst naar een rapport uit 2009 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en concludeert dat de aldaar geconstateerde problemen met de informatieoverdracht ook in 2012 een knelpunt lijken te zijn? Welke maatregelen zijn genomen na het rapport in 2009 en – zo nodig – na de opmerkingen van de Nationale Ombudsman in 2012? Voornoemde leden merken op dat in het voorliggende inspectierapport wordt geconstateerd dat de vreemdelingenketen baat zou hebben bij het waarborgen van invoerdiscipline bij de ketenpartners. Voorziet de beleidsreactie in een adequate oplossing van dit probleem? Deze leden vragen hoe wordt geborgd dat het bewustzijn rond de verantwoordelijkheden niet ophoudt bij de grenzen van de eigen organisatie en, daarmee samenhangend, met welke concrete maatregelen zal u de regie in de vreemdelingenketen zal borgen? De aan het woord zijnde leden vragen of het juist is dat de Nationale Ombudsman in het rapport “Vreemdelingenbewaring” uit 2012 aanbeveelt isoleercellen zo min mogelijk te gebruiken en, verwijzend naar eerdere rapporten, concludeert dat redelijk terughoudend wordt omgegaan met het opleggen van afzonderingsmaatregelen. Hoeveel cellen met cameratoezicht zijn in het Detentiecentrum Rotterdam aanwezig en hoe wordt het cameratoezicht uitgevoerd? De leden van de VVD-fractie vragen of het juist is dat de IGZ in 2009 ten aanzien van vreemdelingenbewaring concludeerde dat de zorg zodanig is georganiseerd dat het bieden van verantwoorde en veilige zorg mogelijk is. Zien deze leden het juist dat in het rapport van de Inspectie voor de sanctietoepassing uit januari 2012 wordt geconcludeerd dat Detentiecentrum Rotterdam de uitvoering en het beleid van de medische zorg goed op orde heeft? Klopt het dat in dit rapport geen aanbevelingen worden gedaan ten aanzien van informatieoverdracht en/of andere problemen rond het aanbieden van medische zorg? Klopt het dat in voornoemd rapport ook wordt geconcludeerd dat de medische intake binnen 24 uur plaatsvindt en de screening overwegend aan de normen en verwachtingen van de inspectie voldoet? Voornoemde leden vragen of de IGZ in maart 2010 heeft beoordeeld of het plan van aanpak naar aanleiding van het rapport uit 2009 conform afspraak is uitgevoerd. Welke maatregelen heeft u na 17 januari 2013 genomen? Welke van deze maatregelen zijn genomen naar aanleiding van het voorliggende inspectierapport en welke maatregelen moeten nog genomen worden omdat deze een lange(re) implementatietermijn kennen? Ten aanzien van deze laatste categorie van maatregelen vernemen deze leden graag op welke termijn u meent dat het beleid zal zijn geëffectueerd en welk tijdpad daartoe wordt gehanteerd. De aan het woord zijnde leden vragen of het juist is dat de raadsman van de heer Dolmatov het beroepschrift op de laatst mogelijke avond heeft ingediend. Is het gangbaar dat advocaten in het vreemdelingenrecht beroepschriften op de laatste dag en wel op de laatste avond indienen? Is er een richtlijn voor het indieningstijdstip van het beroepschrift en wordt ten aanzien van die termijn nog rekening gehouden met een weekend? Deze leden vragen waarom het Centraal Inschrijfbureau Vreemdelingenzaken (CIV) niet zes of zeven dagen in de week bemenst is indien er ook ’s avonds en in het weekend beroepschriften worden ingediend. Hoeveel beroepschriften worden zonder machtiging van de vreemdeling ingediend? Wat is de juridische status van een dergelijk beroepschrift? De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat er door de IV&J niet met de piketadvocaat van de heer Dolmatov werd gesproken. Wat was hiervan de reden? Heeft de piketadvocaat geïnformeerd bij de heer Dolmatov of hij een eigen advocaat had? Zo ja, wat was zijn antwoord op die vraag? Bestaat er voor advocaten een verplichting door te verwijzen naar een eerder in de arm genomen advocaat als die voor de betreffende cliënt optreedt? Mag worden verwacht dat er tussen beide advocaten overleg gepleegd wordt in dit soort gevallen? Is of zal er overleg worden gepleegd met de verantwoordelijke deken van de Orde van Advocaten over de wijze waarop de betrokken piketadvocaat de dienstverlening heeft ingevuld gegeven het oordeel van de IV&J dat er sprake zou zijn geweest van een opvallend passieve houding? 2. Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie De leden van de PvdA-fractie vragen op welke momenten, vanaf de asielaanvraag tot het overlijden, op welke wijze en met welke inhoud u in persoon op de hoogte bent gesteld van informatie rondom de heer Dolmatov. Wat heeft u met die informatie gedaan? Voornoemde leden vragen of er naar uw mening in de vreemdelingenketen voldoende rekening wordt gehouden met de menselijke maat, dat wil zeggen dat er niet door systemen, het afvinken van bullits enzovoorts maar door mensen naar de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling in kwestie wordt gekeken? Zo ja, waaruit blijkt dat en hoe verhoudt zich dat tot de bevindingen in het rapport naar aanleiding van het overlijden van de heer Dolmatov? Zo nee, op welke punten schort het aan die menselijke maat en hoe gaat u er voor zorgen dat die er wel komt? De aan het woord zijnde leden vragen of u na het overlijden van de heer Dolmatov en in aansluiting bij het rapport van de Nationale Ombudsman naar het overlijden in detentie (dat zich beperkte tot penitentiaire inrichtingen), aanleiding ziet om onderzoek te (laten) doen naar overlijdens binnen de detentie- en uitzetcentra voor vreemdelingen. Zo ja, op welke termijn gaat u dit onderzoek starten? Zo nee, waarom niet? Gaat de IV&J die een coördinerende rol op zich neemt bij sterfgevallen in detentie, die rol ook krijgen ten aanzien van vreemdelingendetentie? Deze leden vragen of er sprake is van wet- of regelgeving ten aanzien van de privacy waardoor de overdracht van het dossier van de heer Dolmatov tussen de betrokken autoriteiten niet volledig kon zijn. Zo ja, op welke punt botst de privacy wet- en regelgeving met het samenstellen en overdragen van dergelijke dossiers? De leden van de PvdA-fractie vragen hoe het komt dat de onduidelijkheid over het al dan niet aanvinken van de status van rechtmatig verblijf en de verwijderbaarheid van vreemdelingen in INDiGO in de periode medio 2011 - februari 2013 zo lang kon duren. Kan derhalve worden geconcludeerd dat asielzoekers die beroep hebben ingesteld tegen de afwijzing van hun asielaanvraag, in deze periode ten onrechte als verwijderbaar zijn geregistreerd in INDiGO? Zo ja, in hoeveel gevallen? Kunt u dit toelichten? Zijn er daardoor ook meer vreemdelingen ten onrechte in bewaring gesteld? Zo ja, hoeveel? Is de betreffende onduidelijkheid inmiddels weggenomen? Zijn er in de afgelopen drie jaar vreemdelingen verwijderd die feitelijk (en dus niet volgens INDiGO) niet verwijderbaar zijn? Zo ja, hoeveel? Kunt u al deze individuele zaken beschrijven waarin vreemdelingen zijn uitgezet terwijl ze feitelijk nog over een verblijfstitel beschikten? Kunt u beschrijven wat vervolgens met deze mensen is gebeurd? Hoeveel mensen zijn teruggehaald c.q. teruggekeerd naar Nederland? Wat is er gebeurd met de mensen die ten onrechte zijn uitgezet en niet zijn teruggekeerd naar Nederland? Op welk moment was het departement op de hoogte van het probleem met het vinkje en het feit dat daardoor ten onrechte in de systemen staat vermeld dat mensen verwijderbaar zijn die dat niet zijn? Kunt u exact beschrijven welke actie op basis daarvan is ondernomen om dit probleem te herstellen, dan wel om te voorkomen dat dit probleem tot onterechte detentie of uitzetting zou leiden? Kunt u exact beschrijven op welke wijze nagegaan is of het probleem was opgelost ofwel zodanig was opgevangen dat daardoor geen onterechte detentie of verwijdering zou kunnen plaatsvinden? Voornoemde leden vragen wanneer u persoonlijk voor het eerst op de hoogte bent gesteld van de problemen met het vinkje? Kunt u exact beschrijven welke actie u daarop heeft ondernomen? Kunt u exact beschrijven op welke wijze u bent nagegaan of de door u in gang gezette acties het beoogde effect hebben gehad? Op welk moment was het departement voor het eerst op de hoogte dat er sprake was van problemen met de uitwisseling van informatie over vreemdelingen die in bewaring werden gesteld, waardoor in de informatiesystemen geen betrouwbaar dossier beschikbaar is over de persoon die in bewaring genomen wordt? Welke actie is daarop ondernomen en wanneer is nagegaan of deze acties tot verbetering leidden? Op welk moment bent u persoonlijk voor het eerst op de hoogte gesteld dat er sprake was van problemen met de uitwisseling van informatie over vreemdelingen die in bewaring werden gesteld waardoor in de informatiesystemen geen betrouwbaar dossier beschikbaar is over de persoon die in bewaring genomen wordt? Welke actie heeft u daarop ondernomen en kunt u beschrijven hoe u bent nagegaan of deze acties tot verbetering leidden? De aan het woord zijnde leden vragen of u de mening deelt dat bij wijzigen van een verwijderbaarheidstitel van een vreemdeling niet meer automatisch en zonder een inhoudelijke beoordeling mogelijk moet zijn. Zo ja, hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom niet? Deze leden vragen waarom de hulpofficier van justitie die in het arrestantencomplex was om in het kader van de vreemdelingenbewaring de heer Dolmatov te horen geen contact heeft gehad met de piketadvocaat waarmee de heer Dolmatov heeft gesproken? Waarom was er bij het verhoor geen (piket)advocaat aanwezig? De leden van de PvdA-fractie constateren dat de hulpofficier van justitie verkeerde bullits heeft aangevinkt met betrekking tot de behoefte aan een advocaat en de aanwezigheid daarvan bij het verhoor. Hoe komt het dat de verkeerde bullits zijn aangevinkt? Deze leden vragen of u kunt aangeven welke beperkingen een piketadvocaat heeft in vergelijking met de eigen advocaat van de vreemdeling, om zijn zaak volledig en maximaal te kunnen behartigen. Is de effectieve rechtsbescherming voor de vreemdeling minder indien gebruik moet worden gemaakt van een piketadvocaat? Hoe beoordeelt u dat verschil in zaken waar ingrijpende beslissingen als vreemdelingenbewaring in combinatie met cruciale persoonlijke omstandigheden aan de orde zijn? Hoort een piketadvocaat bij een goede uitoefening van zijn functie contact op te nemen met de eigen advocaat in het geval die er kenbaar is? Voornoemde leden vragen of u de mening deelt dat in het geval van mogelijke inbewaringstelling altijd onmiddellijk effectieve rechtsbijstand moet worden geboden en dat ook een rechtelijke toets van de rechtmatigheid van de bewaring zo snel mogelijk moet plaatsvinden, bij voorkeur standaard binnen 48 uur. Bent u bereid hier onderzoek naar te doen? De aan het woord zijnde leden vragen of u de mening deelt dat er behoefte is aan een integraal informatiesysteem binnen de vreemdelingenketen, waarop alle betrokken organisaties zijn aangesloten en dat actuele (real-time) en accurate informatie bevat. Zo ja, hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom niet? Hoe kan er worden vertrouwd op een systeem dat niet of in ieder geval niet-tijdig de juiste informatie geeft? Hoe wordt gecontroleerd dat de bestaande informatie binnen de vreemdelingenketen accuraat is? De leden van de PvdA-fractie vragen hoe het komt dat er ondanks het feit dat er een nieuw M118-formulier is gekomen, juist met het doel om meer duidelijkheid over kenmerken en gedrag van een vreemdeling te verschaffen, toch nog het oude formulier wordt gebruikt. Waarom zijn de aanbevelingen van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) hieromtrent niet opgevolgd? Hoe komt het dat Vreemdelingenpolitie van de Eenheid Rotterdam in de zaak Dolmatov, in zijn algemeenheid nog altijd gebruik maakt van het oude M118-formulier? Is het waar dat de gehele Nationale Politie nog steeds het oude formulier gebruikt? Zo ja, waarom? Betekent het gebruik van het oude formulier dat mede daardoor er nog steeds te weinig zicht kan zijn op de kenmerken en het gedrag van een vreemdeling? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat het nieuwe formulier onmiddellijk door alle betrokken partijen gaat worden gebruikt? Hoe gaat u er voor zorgen dat het M118-formulier voortaan wel als groeidocument wordt gebruikt zodat opeenvolgende partners in de vreemdelingenketen voortaan wel op de hoogte zijn van relevante informatie met betrekking tot de vreemdeling? Deze leden vragen of u de mening deelt dat, afgezien van de onrechtmatigheid van de bewaring van de heer Dolmatov, er in dit geval ook geen noodzaak bestond om hem in detentie te plaatsen. Waarom is niet gebruik gemaakt van een lichter alternatief? Kunt u bij dit antwoord betrekken dat hij forse psychische problemen had, zijn beroepstermijn nog maar juist was verstreken, er geen indicaties waren dat hij zich zou onttrekken aan toezicht en hij geen gevaar was voor de openbare orde? Voornoemde leden vragen of u bereid bent in de toepassing van uw beleid voor het in bewaring te stellen van vreemdelingen mee te wegen dat een inbewaringneming voor een uitgeprocedeerde asielzoeker een buitengewoon traumatiserende ervaring kan zijn en dat daarbij ernstige gevoelens van depressie en uitzichtloosheid kunnen ontstaan. Zo ja, op welke wijze? De aan het woord zijnde leden vragen op welke wijze en wanneer de adviezen van de rapporten van de Ombudsman "Overlijden in detentie" en "Vreemdelingenbewaring, strafregime of maatregel om uit te zetten" worden opgevolgd. Is er anderszins gevolg aan deze rapporten gegeven? Op welke wijze is invulling gegeven aan de brief van de Ombudsman van 23 januari 2013? 3. Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie inzake het onderzoek betreffende het overlijden van de heer Dolmatov in Detentiecentrum Rotterdam. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden enkele vragen. Uit het rapport van de IV&J blijkt dat er sprake is van problemen rond INDiGO. Een basisgegeven als het feit of een vreemdeling al dan niet rechtmatig in Nederland verblijft, blijkt niet correct in het systeem verwerkt te kunnen worden. De leden van de PVV-fractie vragen hoe het aan de oppervlakte komen van een dergelijke bijzonder ernstige tekortkoming zich verhoudt tot de stelling van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in zijn brief van 19 februari 2013 dat het streven dat INDiGO in 2012 het primaire systeem van de IND zou worden is behaald, nu gebleken is dat zelfs elementaire gegevens niet op de juiste wijze in het systeem blijken te zijn geregistreerd en verwerkt. Tevens vragen deze leden of INDiGO wel in staat is om op betrouwbare wijze te functioneren, nu is gebleken dat zelfs de geregistreerde standaardgegevens inzake een vreemdeling en diens procedure niet blijken te deugen. Graag ontvangen zij hierop een reactie. Tenslotte vragen voornoemde leden of u erkent dat in INDiGO ook andere registratiefouten plaatsvinden met betrekking tot bijvoorbeeld het al dan niet rechtmatig in Nederland verblijven van vreemdelingen. 4. Vragen en opmerkingen van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks De leden van de fracties van SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks hebben de volgende vragen over het rapport “Het overlijden van Alexander Dolmatov” en de brief die de staatssecretaris naar aanleiding hiervan naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Bent u altijd volledig en tijdig geïnformeerd over de problematiek in de vreemdelingenketen en dat er in strijd met wettelijke vereisten wordt gehandeld door zijn ambtenaren? Zo ja, wanneer, door wie en hoe? Kan hier een feitenrelaas van worden gegeven? Voornoemde leden vragen hoe vaak en waarom het tussen medio 2011 en februari 2013 is voorgekomen dat de (voorzieningen)-rechter heeft besloten om mensen terug te halen die onterecht zijn uitgezet. Hoe vaak en waarom is het voorgekomen dat mensen ten onrechte in d vreemdelingenbewaring zijn terechtgekomen? Hoeveel van deze gevallen zijn veroorzaakt door omissies en onzorgvuldigheden zoals die in bovengenoemd rapport aan de orde zijn gekomen? Deze leden vragen of de veiligheidsdiensten betrokken zijn geweest bij de zaak Dolmatov? Zo ja, welke rol hebben zij hierin gespeeld? Heeft Nederland gedurende de asielprocedure contact gehad met Rusland over de heer Dolmatov? Is er tijdens het bezoek van President Poetin aan Nederland over deze zaak gesproken? Wat was de reactie van de Russische autoriteiten op het rapport? Wanneer is deze ontvangen? Het rapport dateert 28 maart 2013. Waarom kreeg de Kamer het rapport pas op 12 april 2013? De aan het woord zijnde leden vragen wat de gevolgen zijn van het Masterplan Dienst Justitiële Inrichtingen 2013-2018, waarin forse bezuinigingen zijn aangekondigd op inrichtingen en personeel, voor de zorgvuldigheid en de kwaliteit van de behandeling van gedetineerde vreemdelingen en de medische zorg. Op welke wijze brengt dit plan de menselijke maat in het vreemdelingenbeleid in het algemeen en de detentie van vreemdelingen in het bijzonder, dichterbij? Waarom is niet eerder overgegaan tot het uitbreiden en verbeteren van de centrale ketenvoorziening, terwijl al langer bekend is dat systemen niet altijd goed aan elkaar gekoppeld zijn? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks constateren dat verschillende organisaties die belast zijn met de vreemdelingentaak allemaal in verschillende stadia van digitalisering verkeren. Daardoor duurt het enige jaren tot eenduidige informatie-uitwisseling. Wordt erkend dat de digitalisering direct op eenduidige wijze had moeten gebeuren? Hoe wordt in de toekomst voorkomen dat dat men afhankelijk wordt van de systemen, vooral wanneer zij aan elkaar gekoppeld zijn? Deze leden vragen op welke wijze voor de uitkomsten van het rapport over het overlijden van de heer Dolmatov controle werd uitgevoerd op de naleving van de afspraken omtrent de overdracht van (medische) dossiers van vreemdelingen aan detentiecentra. Klopt het dat het beleid rond suïcidepreventie in detentiecentra niet wordt aangepast? Zo ja, waarom niet? Waarom is er niet voor gekozen om psychologen pro-actiever te laten handelen, als duidelijk is dat vreemdelingen met suïcidale neigingen wordt binnengebracht en dus dat deze vreemdelingen direct met een psycholoog kunnen praten na binnenkomst en er niet standaard een verpleegkundige tussen zit als dit volgens een psycholoog niet nodig is? Hoe komt het dat er een spanning is ontstaan tussen werken met protocollen en professionele verantwoordelijkheid? Kwam dit bijvoorbeeld door werkdruk, complexe wet- en regelgeving, of wellicht door de cultuur die heerst bij ketenpartners? Voornoemde leden constateren dat u maandag in een interview aangaf dat u een verschil ziet tussen wat je een bewindspersoon met toerekenen en wat je hem moet aanrekenen. Kunt u aangeven in hoeverre u zich verantwoordelijk voelt voor de handelswijze van de verschillende instanties in de vreemdelingenketen specifiek met betrekking tot de heer Dolmatov en in zijn algemeenheid? Kunt u aangeven in hoeverre u zich verantwoordelijk voelt voor het onzorgvuldig handelen door verschillende organisaties in de vreemdelingenketen? Kunt u aangeven wat u precies moet worden toegerekend en wat u moet worden aangerekend met betrekking tot de behandeling van de heer Dolmatov en zijn overlijden? Deze leden constateren dat in uw reactie van 21 december 2012 op het rapport van de Nationale Ombudsman over vreemdelingendetentie, u aangaf dat het Nederlands beleid betreffende vreemdelingenbewaring in overeenstemming is met internationaal geldende mensenrechten en het inzetten van vreemdelingenbewaring als uiterst middel reeds praktijk is. U wist op dat moment al van de problemen in de vreemdelingenketen onder andere met het systeem INDiGO, waardoor mensen onterecht in vreemdelingendetentie terechtkwamen en uiteindelijk uitgezet zijn. Bent u bereid uw eigen reactie op het rapport van de Nationale Ombudsman te herzien, mede in het licht van het verschenen onderzoek van de IV&J naar het overlijden van de heer Dolmatov, dat verschillende systeemomissies bloot heeft gelegd? De IV&J constateert dat er een te grote afhankelijkheid is van de systemen, procedures en formulieren. Hieruit blijkt dat niet alleen maatregelen nodig zijn om (het gebruik van) de systemen, procedures en formulieren beter te stroomlijnen en gebruiken, maar dat het ook nodig is dat de afhankelijkheid van de systemen, procedures en formulieren aanzienlijk vermindert. Hoe bent u van plan dit aan te pakken? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks merken op dat de IV&J constateert dat de systeemomissies die aan het licht zijn gekomen in het onderzoek voor een belangrijk deel bekend zijn bij de betrokken ketenpartners. Kunt u aangeven van welke omissies u op welk moment op de hoogte bent gesteld en op welke manier u heeft getracht deze omissies aan te pakken? Deze leden vragen hoe vaak het gebeurt dat advocaten eigenstandig een beroepschrift indienen zonder dat de betrokken vreemdeling hiervan weet heeft. Is expliciete toestemming van de vreemdeling hiervoor niet nodig? Waarom is het landelijke interne systeem van de rechtbanken (BERBER-VK) niet gekoppeld aan de systemen die de partners in de vreemdelingenketen gebruiken? Voornoemde leden merken op dat de IV&J heeft vastgesteld dat de IND tussen medio 2011 en februari 2013 in een voor de IV&J onbekend aantal gevallen heeft verzuimd in INDiGO in te voeren dat een ingesteld beroep in de verlengde asielprocedure opschortende werking heeft. Hoe kan het dat er in de periode, dus gedurende anderhalf jaar, onduidelijkheid bestond over het al dan niet aanvinken van de rechtsmiddelentermijn in INDiGO? Wie was hiervan op de hoogte? Was u op de hoogte van dit uitvoeringsprobleem? Waarom is er pas op 22 februari 2013 een maatregel genomen en waarom is de Kamer hier niet gelijk van op de hoogte gesteld? Waarom is er in de driemaandelijkse rapportage over INDiGO nooit gerapporteerd over de mogelijke risico’s voor zorgvuldige besluitvorming door onduidelijkheid bij het gebruik van het systeem voor de medewerkers? Is er bij de implementatie van INDiGO voldoende aandacht voor zorgvuldige besluitvorming en het belang van juiste en volledige invoering van informatie in het systeem? Op welke wijze werd opschortende werking in INDIS aangegeven? Waren daar toen ook al problemen mee? Zo ja, kunt u deze toelichten? Hoe is het mogelijk dat de IV&J niet kan vaststellen in hoeveel gevallen dit probleem zich heeft voorgedaan? Beschikt u wel over deze cijfers? Wordt hier aanvullend onderzoek naar gedaan? Zo ja, door wie? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks constateren dat de partners in de keten zich ervan bewust zijn dat het niet mogelijk is de beschikbare informatie real-time aan alle ketenpartners aan te bieden, maar laten zich hier in hun handelen desondanks toch door leiden. Is hier sprake van ernstige nalatigheid? Zo nee, waarom niet? Waarom is de vreemdelingenketen niet in staat om de binnen de keten beschikbare informatie real-time aan alle ketenpartners aan te bieden? Hoe beoordeelt u het gegeven dat de partners in de keten zich hiervan bewust zijn, maar zich hier in hun handelen desondanks toch door laten leiden? Hoe beoordeelt u de constatering dat de wetenschap bij ketenpartners dat de actualiteitswaarde van de (eigen) systemen soms beperkt is en dat beroepschriften vaak pas op het laatste moment worden ingediend, niet leiden tot extra zorgvuldigheid bij de ketenpartners? Voornoemde leden merken op dat de heer Dolmatov geen gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid om een voorkeursadvocaat te noemen. Is er sprake van een eenmalig incident of komt het vaker voor dat de juridische rechten van vreemdelingen worden geschonden? Hoe vaak is dit al voorgekomen? In hoeverre is hier sprake van de gangbare handelswijze van de organisatie? Na de suïcidepoging van de heer Dolmatov wordt om voor de IV&J onduidelijke redenen afgezien van het inschakelen van de forensisch arts. Wie was er verantwoordelijk voor deze afweging? Uit het onderzoek van de IV&J blijkt dat op verschillende momenten is afgeweken van de geldende richtlijnen en geen forensisch arts is ingeschakeld. Deelt u de mening dat naar alle waarschijnlijkheid hier geen sprake is van uitzonderingen of incidenten, maar dit vaker kan zijn gebeurd? Hoe vaak is dit al voorgekomen? In hoeverre is hier sprake van de gangbare handelswijze van de organisatie? De aan het woord zijnde leden constateren dat de partijen in de vreemdelingenketen in dit kader een passieve houding ten opzichte van elkaar aannemen. Kunt u precies in beeld brengen welke organisaties, directies, afdelingen etc. verantwoordelijk zijn voor een goede informatiedeling binnen de vreemdelingenketen? Hoe zijn de verhoudingen hiertussen? Wie of welk organisatieonderdeel is verantwoordelijk voor het corrigeren van de passieve houding in de keten? Waarom heeft de ambtelijke samenwerking gefaald? Welke consequenties heeft dit voor de betreffende leidinggevenden? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks merken op dat de informatie nergens samenkomt tot een compleet beeld. Dat bemoeilijkt het zorgvuldig handelen binnen de vreemdelingenketen ernstig. De keten heeft volgens de IV&J dan ook vooral baat bij het waarborgen van invoerdiscipline door de verschillende ketenpartners. Hoe kan het dat de invoerdiscipline binnen de verschillende ketenpartners onvoldoende is? Waarom heeft niemand ingegrepen? Is dit toe te schrijven aan de organisatiecultuur of de leidinggevenden die hierop toe moeten zien? Kunt u hierop een analyse geven? Bent u van mening dat er verwijtbaar is gehandeld door de leidinggevenden of een van de ketenpartners? Deze leden vragen wanneer de heer Dolmatov twee maal eerder in Nederland is geweest en voor hoe lang. Voornoemde leden vragen waarom gegevens in de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) maar een keer worden gesynchroniseerd met INDiGO? Waarom is de informatie in de BVV niet altijd actueel? De aan het woord zijnde leden constateren dat de hulpofficier van justitie de heer Dolmatov een maatregel van bewaring oplegt, zoals bedoeld in artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Had de hulpofficier van justitie voldoende redenen om de heer Dolmatov in vreemdelingendetentie te plaatsen? Ondanks dat hij had zich eerder niet aan zijn meldplicht had gehouden, woonde hij gewoon nog op een asielzoekerscentrum. Hij had zich dus niet aan toezicht onttrokken. Ziet u aanleiding om uw beleid ten aanzien van het opsluiten van vreemdelingen te matigen in die zin dat het slechts als een ultimum remedium zal worden gebruikt? Deze leden vragen of de hulpofficier van justitie bij zijn oordeel over plaatsing in vreemdelingenbewaring ook rekening houdt met de reden waarom vreemdelingen bijvoorbeeld niet zijn komen opdagen bij gesprekken over hun terugkeer. Hoe komt het dat er geen enkele communicatie was tussen de hulpofficier van justitie en de (piket)advocaat? Komt dit vaker voor of is hier beleid op? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks constateren dat het onderzoek van de IV&J niet uitwijst dat de heer Dolmatov tijdens zijn verblijf in het arrestantencomplex niet heeft gebeld en dus ook geen telefonisch contact heeft gehad met zijn moeder, zijn advocaat en/of de Russische ambassade. Had de heer Dolmatov wel een telefoon ter beschikking? Werd de heer Dolmatov verhinderd telefonisch contact te plegen? Deze leden vragen in hoeverre het gebruikelijk is in de vreemdelingenketen om fouten die niet onder de eigen verantwoordelijkheid van de ketenpartner liggen aan te kaarten bij de ketenpartner waar de fout wel ligt? Waarom is niet proactief gehandeld toen men had kunnen zien dat een vinkje verkeerd in het systeem stond toen het beroepschrift in INDiGO werd verwerkt? Voornoemde leden vragen of het gebruikelijk is dat de Vreemdelingenpolitie de medische situatie niet op schrift wil hebben? Wat zijn de afspraken over overdracht van medische dossiers? De aan het woord zijnde leden constateren dat tijdens het onderzoek blijkt dat de partners in de vreemdelingenketen ervan op de hoogte zijn dat hun informatiesystemen niet altijd accuraat op elkaar aansluiten en dat de informatie in de systemen daardoor niet altijd actueel is. Was u ook hiervan op de hoogte? Zo ja, wanneer? Hoe en door wie bent u hierover geïnformeerd? Hoe heeft u de verantwoordelijken hierop aangesproken? Deze leden merken op dat de heer Dolmatov op de afdeling een standaardpakket heeft ontvangen met daarin onder andere een scheermesje, een kleine hoeveelheid koffie, melk en suiker. In zijn cel lag in één van de kasten onder andere een waszak. Krijgen suïcidale vreemdelingen standaard een scheermesje op hun cel? Mogen zij dat zonder toezicht gebruiken? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks constateren dat de Vreemdelingenpolitie– zoals uit de melding aan het vreemdelingenpiket blijkt – voor de heer Dolmatov heeft besloten dat hij geen voorkeur heeft voor een raadsman. De Vreemdelingenpolitie heeft hierbij niet conform artikel 4.18 van het Vreemdelingenbesluit en artikel 3.7 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (A) gehandeld. Welke gevolgen heeft dit voor de desbetreffende ambtenaren bij de vreemdelingenpolitie? Bent u van oordeel dat dit een eenmalig incident is of is vaker een vreemdeling in detentie de keuze voor een advocaat vaker ontzegd? Op welke wijze zal in de toekomst worden gestimuleerd dat Vreemdelingenpolitie, IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) controleren of sprake van verwijderbaarheid als hier gerede twijfel toe is? Waarom wordt de verantwoordelijkheid hiervoor op verregaande wijze neergelegd bij de vreemdeling en diens advocaat? Deze leden vragen of het standaardprocedure is om een vreemdeling over te brengen naar een observatiecel van een arrestantencomplex als deze suïcidale neigingen heeft. Zo ja, waarom? Is er beleid of een duidelijke afspraak tussen onder andere het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) en de surveillancedienst over het inschakelen van de crisisdienst? Zo ja, waarom is het dan toch fout gegaan? Zo nee, komt er een eenduidig beleid hierop? Op welke wijze worden medische gegevens van vreemdelingen normaliter overgedragen van een asielzoekerscentra aan een arrestantencomplex? Waarom wordt er niet standaard tevoren door arrestantenverzorgers gekeken naar belangrijke medische gegevens in Basisvoorziening Handhaving, zoals in dit geval suïcidale neigingen? Waarom stond de heer Dolmatov vermeld op een arrestantenlijst, terwijl er geen sprake was van een strafbaar feit? Wat is hier het beleid op? Waarom is na de eerste suïcidepoging van de heer Dolmatov niet overgegaan tot het inschakelen van een arts, terwijl dit wel had gemoeten? Wie bepaalt uiteindelijk of een arts wordt ingeschakeld en op welke wijze komt deze beslissing tot stand? Hoe is dit keten breed geregeld en vastgelegd? Hoe vaak komt het voor dat na een suïcidepoging geen arts wordt ingeschakeld? Voornoemde leden constateren dat het nieuwe model in de periode 2010-2011 door een keten brede werkgroep is opgesteld naar aanleiding van het jaarverslag 2010 van de CITT. Een van de conclusies in het jaarverslag was dat in de dagelijkse praktijk onvoldoende werd gewerkt volgens afgesproken protocollen. De CITT adviseerde daarom de informatiepositie van alle betrokken ketenpartners te verbeteren en een uniform elektronisch formulier M118 in te voeren in de keten. Hierdoor zou niet alleen de informatiepositie van alle betrokken ketenpartners verbeteren, maar ook de regie binnen de keten. Zijn de ketenpartners verplicht deze aanbevelingen op te volgen? Wie houdt hier toezicht op en controleert of dit ook daadwerkelijk gebeurt? Waarom zijn deze aanbevelingen uiteindelijk niet opgevolgd? Aan wie is dit toe te rekenen? Wie heeft de regie binnen de vreemdelingenketen? De leden van de fracties van de SP, CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks vragen of het overlijden van de heer Dolmatov de directe en enige aanleiding was van het instellen van het onderzoek. Veel van de problemen binnen de organisatie waren al bekend. Welke acties heeft IV&J hierop genomen? Is de IV&J tekortgeschoten in haar toezicht? Waarom wel of waarom niet? Heeft de I&J de u eerder geattendeerd op de problemen zoals die uit het rapport naar voren komen? Zo ja, wanneer en wat heeft u daarmee gedaan? Deze leden vragen op grond waarvan u de schade zult vergoeden. Gaat het hierbij om zowel materieel als immateriële schade? Welke extra sturingskansen ziet u? Hoe zullen die extra sturingskansen gestalte gaan krijgen en welke eenduidiger afspraken op het terrein van het vreemdelingentoezicht zullen gemaakt gaan worden? Kunt u uitleggen hoe de vorming van de nationale politie een bijdrage levert aan de twee gerichte aanbevelingen? 5. Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie De leden van de SGP-fractie constateren dat bij vrijwel alle partners in de keten al geruime tijd bekend was dat de informatie uit INDiGO met betrekking tot de verwijderbaarheid van vreemdelingen onvoldoende betrouwbaar is. Deze leden vragen daarom welke inspanningen de afgelopen jaren zijn verricht om specifiek op dit punt extra waarborgen aan te brengen, aangezien het een bijzonder cruciaal onderdeel van de procedure betreft. Is binnen het beleid bijzondere en verhoogde zorgvuldigheid ingebouwd ten aanzien van de rechten van vreemdelingen met betrekking tot vreemdelingenbewaring, gelet op het feit dat het een ultimum remedium betreft? De leden van de SGP-fractie lezen dat de heer Dolmatov niet in de gelegenheid is gesteld contact te hebben met een zelfgekozen advocaat. Zij vragen of dit recht van vreemdelingen bij relevante ketenpartners doorgaans bekend kan worden verondersteld en wordt toegepast, of dat er aanleiding is om te veronderstellen dat dit in veel gevallen onvoldoende aan bod komt. Graag ontvangen zij ook een toelichting op de situatie dat de heer Dolmatov meermalen en op verschillende momenten heeft aangegeven contact te willen hebben met zijn advocaat, maar dat dit contact die dagen nooit tot stand is gekomen. Voornoemde leden constateren dat vreemdelingen op de extra zorgafdeling een standaardpakket krijgen waarin onder andere een scheermesje zit. Zij vragen welke overwegingen aan deze standaardkeuze ten grondslag liggen, gezien het feit dat op de afdeling vreemdelingen worden ingesloten die een suïcidale achtergrond kunnen hebben. II. Reactie van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie PAGE \* MERGEFORMAT 1