[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33504, bijgewerkt t/m nr. 8 (NvW d.d. 22 mei 2013)

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D21591, datum: 2013-05-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z22209:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (d.d. 22 mei 2013)



	33 504	Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de
modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en
enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Wegenverkeerswet 1994 te wijzigen in verband met de invoering van een
eendelig kentekenbewijs, alsmede deze wet op enkele andere punten van
uiteenlopende aard te wijzigen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt “Onze Minister van
Verkeer en Waterstaat” vervangen door: Onze Minister van
Infrastructuur en Milieu.

B

	Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel c komt te luiden:

	c. het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens, het
ter zake van die opgaven inschrijven en tenaamstellen van motorrijtuigen
en aanhangwagens in het kentekenregister, bedoeld in artikel 42, en het
ter zake van die inschrijving afgeven van kentekenbewijzen, het
beëindigen van de inschrijving en het doen vervallen van de
tenaamstelling, het schorsen van de geldigheid van kentekenbewijzen, het
ongeldig verklaren van kentekenbewijzen, het geldig verklaren van
kentekenbewijzen, alsmede het houden van toezicht als bedoeld in artikel
37, vierde lid,.

	2. Onderdeel n wordt als volgt gewijzigd:

	a. De zinsnede “de artikelen 22, eerste lid” wordt vervangen door:
het eerste lid, onderdelen q en r, en het derde lid en in de artikelen
22, eerste lid. 

	b. De zinsnede “29, tweede lid, 30, 31” vervalt.

	c. De zinsnede “55, eerste lid” wordt vervangen door: 52c, tweede
lid, 55, eerste en derde lid, 61a, eerste lid.

	d. Na “64, tweede lid,” wordt ingevoegd: 66b, eerste lid,.

	e. De zinsnede “70, tweede lid” vervalt.

	f. Na “149a, vierde lid,” wordt ingevoegd: 186, vierde lid,.

	3. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel p door een
komma worden twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

	q. het heffen en vaststellen van een tarief, met inachtneming van
artikel 4q, voor overige verstrekkingen of dienstverleningen die
voortvloeien uit de vervulling van de aan de Dienst Wegverkeer
opgedragen wettelijke taken,

	r. het voldoen aan de verplichting tot het opstellen van een gids
betreffende het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van
personenauto’s op grond van richtlijn 1999/94/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid
van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de COÂČ-uitstoot
bij de verbranding van nieuwe personenauto’s (PbEG 1999, L12/16) en de
verplichting tot het verzamelen van gegevens over nieuwe
personenauto’s en het vaststellen van informatie voor de controle van
de CO2-emissies en mededeling doen van die gegevens aan de Commissie op
grond van Verordening (EG) nr. 443/2009van het Europees Parlement en de
Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe
personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde
benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PbEU
2009, L140/1). 

	4. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

	3. Met inachtneming van artikel 4q worden de op grond van het tweede
lid aan de Dienst Wegverkeer opgedragen taken, verstrekkingen of
dienstverleningen die voortvloeien uit de uitvoering van deze taken,
verricht tegen betaling op een door deze dienst vastgestelde wijze van
door deze dienst vastgestelde tarieven.

C

	Artikel 4q, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De aanhef komt te luiden: Het tarief, bedoeld in artikel 48, eerste
lid, voor de aanvraag van een inschrijving en tenaamstelling in het
kentekenregister omvat mede een bij ministeriële regeling vastgesteld
bedrag dat strekt ter dekking van de kosten van:. 

	2. Aan het eind van onderdeel b wordt een zinsnede toegevoegd,
luidende: tenzij de Dienst Wegverkeer ingevolge artikel 52c, tweede lid,
een tarief voor de ongeldigheid heeft vastgesteld,.

	3. Aan het eind van onderdeel h wordt “, en” vervangen door een
komma.

	4. Onder vervanging van een punt aan het eind van onderdeel i door een
komma worden drie nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende: 

	j. het uitvoeren van experimenten op grond van artikel 186, eerste en
tweede lid, en het opstellen van het verslag over de doeltreffendheid en
de effecten van experimenten op grond van artikel 186, derde lid,

	k. het uitvoeren van de op grond van artikel 4b, eerste lid, onderdeel
r, opgedragen taken,

	l. verstrekkingen waarbij inning van het tarief meer kost dan het te
innen tarief.

D

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt “131, derde lid, onderdeel a,” vervangen
door: 131, tweede lid, onderdeel a,.

2 In het zesde lid wordt “artikel 131, eerste lid,”vervangen door:
“artikel 131, eerste lid, onderdeel c” en wordt “artikel 133,
eerste lid,” vervangen door: artikel 131, eerste lid, onderdeel c,.

E

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden: 

2. Onverminderd het eerste lid is het de bestuurder van een voertuig dat
ingevolge artikel 21, eerste lid, dient te zijn goedgekeurd voor
toelating tot het verkeer op de weg, verboden daarmee over de weg te
rijden, indien het voertuig niet is goedgekeurd.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. In bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen zijn het
eerste en tweede lid niet van toepassing op een voertuig dat ingevolge
artikel 21, eerste lid, dient te zijn goedgekeurd voor toelating tot het
verkeer op de weg, maar dat is ingeschreven in het kentekenregister.

F

Artikel 37, vijfde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een motorrijtuig of een aanhangwagen op de weg mag staan, indien de
tenaamstelling vervallen is verklaard ingevolge artikel 51a, derde lid,
onderdeel b, c, d of f, dan wel indien door de bij algemene maatregel
van bestuur aangewezen persoon is aangezegd dat met het voertuig geen
gebruik mag worden gemaakt van de weg.

G

In hoofdstuk IV komt “§4. Kentekenbewijzen” te luiden:

§ 4a. Inschrijving in het kentekenregister en tenaamstelling.

H

De artikelen 47 tot en met 53 worden vervangen door:

Artikel 47 

Motorrijtuigen en aanhangwagens waarvoor een kenteken zijn opgegeven
dienen overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde
regels te zijn ingeschreven in het kentekenregister en tenaamgesteld. 

Artikel 48

1. Inschrijving in het kentekenregister en tenaamstelling vinden, tegen
betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van de
daarvoor door deze dienst vastgestelde tarieven, plaats op aanvraag van:

a. in Nederland woonachtige natuurlijke personen die de leeftijd van
achttien jaren hebben bereikt, dan wel

b. in Nederland woonachtige natuurlijke personen die de leeftijd van
zestien jaren hebben bereikt indien de aanvraag betrekking heeft een
inschrijving en tenaamstelling van een bromfiets, en 

c. in Nederland gevestigde rechtspersonen.

2. Inschrijving in het kentekenregister vindt slechts plaats indien het
motorrijtuig of de aanhangwagen waarvoor de inschrijving wordt verlangd,
overeenkomstig artikel 22 of 26 is goedgekeurd voor toelating tot het
verkeer op de weg en, indien na die toelating wijziging is aangebracht
in de bouw of inrichting van dat voertuig, die wijziging, behoudens in
het geval dat geen goedkeuring is vereist, overeenkomstig artikel 99,
eerste lid, of 100, eerste lid, is goedgekeurd voor toelating van het
gewijzigde voertuig tot het verkeer op de weg. 

3. In bepaalde uitzonderingsgevallen kan door de Dienst Wegverkeer een
motorrijtuig of aanhangwagen worden ingeschreven, indien ten aanzien van
het motorrijtuig of de aanhangwagen, waarvoor de inschrijving wordt
verlangd, niet is voldaan aan het eerste lid. 

4. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de
ingevolge het eerste lid gestelde eisen aan de aanvrager van een
inschrijving niet gelden ten aanzien van de aanvrager van een
inschrijving ter zake van een kenteken als bedoeld in artikel 38. 

5. Ingeval de aanvrager van een inschrijving en tenaamstelling van een
bromfiets de leeftijd heeft van zestien of zeventien jaar, wordt diens
wettelijke vertegenwoordiger verondersteld te hebben toegestemd in de
aanvraag. 

6. In afwijking van artikel 47 kan in bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur bepaalde gevallen een voertuig in het
kentekenregister worden ingeschreven zonder tenaamstelling. Door de
Dienst Wegverkeer kan worden bepaald dat deze wijze van inschrijven
gevolgen heeft voor het tijdstip van de verschuldigdheid van een deel
van de in het eerste lid bedoelde tarieven. 

7. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in door de
Dienst Wegverkeer te bepalen gevallen met een ingeschreven en te naam
gesteld motorrijtuig of aanhangwagen niet op de weg mag worden gereden.

8. Het verbod bedoeld in het zevende lid geldt vanaf een bij algemene
maatregel van bestuur te bepalen tijdstip.

Artikel 49

1. Onverminderd artikel 48, eerste lid, wordt de inschrijving in het
kentekenregister geweigerd: 

a. indien bij een ingevolge hoofdstuk V verrichte keuring blijkt dat de
op het motorrijtuig of aanhangwagen aangebrachte gegevens op
onrechtmatige wijze in overeenstemming zijn gebracht met de in het
kentekenregister of op het overgelegde kentekenbewijs vermelde gegevens,

b. indien blijkt dat de ter zake van het voertuig verschuldigde
belastingen en rechten niet zijn voldaan, 

c. indien blijkt dat de krachtens een algemeen verbindend verklaarde
overeenkomst op grond van de Wet milieubeheer verschuldigde
afvalbeheersbijdrage voor autowrakken niet is voldaan, of 

d. in overige bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen
overeenkomstig de bij die algemene maatregel van bestuur vastgestelde
regels. 

2. De inschrijving in het kentekenregister kan worden geweigerd indien:

a. voor het motorrijtuig of de aanhangwagen waarvoor de inschrijving
wordt verlangd, op grond van het bij of krachtens deze wet bepaalde geen
kenteken behoeft te zijn opgegeven; 

b. uit het kentekenregister of een buitenlands register blijkt dat de
eigenaar of houder van een motorrijtuig of een aanhangwagen onvrijwillig
de beschikkingsmacht over dat voertuig heeft verloren. 

3. Onverminderd artikel 48, eerste lid, wordt de tenaamstelling
geweigerd in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen.

Artikel 50

1. De aanvrager van een tenaamstelling verschijnt persoonlijk bij een
erkende instantie als bedoeld in de artikelen 61a, eerste lid, of 62,
eerste lid, of een daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen
vestiging van deze dienst.

2. Indien bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
gebruik wordt gemaakt van een document als bedoeld in artikel 2 van de
Paspoortwet, wordt bij de aanvraag tevens een de aanvrager betreffend
gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de
basisadministratie persoonsgegevens overgelegd dat niet langer dan drie
maanden voor het tijdstip van de aanvraag is verstrekt. Onze Minister
kan de bevoegdheid van de krachtens artikel 62 erkende persoon om de
aanvraag namens de aanvrager in te dienen beperken tot Ă©Ă©n of meer
specifiek voor die persoon met name te noemen instanties. Bij algemene
maatregel van bestuur worden regels vastgesteld ter zake van de
voorwaarden waaraan degene aan wie ingevolge artikel 62 een erkenning is
verleend, voldoet om als gemachtigde, bedoeld in het eerste lid,
onderdeel a, op te treden. 

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de
verplichting om persoonlijk te verschijnen niet geldt ten aanzien van de
inschrijving en tenaamstelling ter zake van de opgave van een kenteken
als bedoeld in artikel 38. 

4. Indien de aanvraag geschiedt door een in Nederland gevestigde
rechtspersoon die dient te zijn ingeschreven in een daartoe bij de wet
aangewezen register of waarvan de onderneming dient te zijn ingeschreven
in het handelsregister, geldt de verplichting om persoonlijk te
verschijnen voor degene die krachtens de statuten bevoegd is de
rechtspersoon te vertegenwoordigen. Indien er meerdere personen bevoegd
zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen, geldt de verplichting voor
een van hen. Een persoon die bevoegd is de rechtspersoon te
vertegenwoordigen, kan bij gemachtigde verschijnen.

5. De aanvraag van een inschrijving en tenaamstelling geschiedt
overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
vastgestelde regels. Deze regels kunnen mede dienstbaar zijn aan de
heffing van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen en van
de motorrijtuigenbelasting alsmede aan de afdracht van de krachtens een
algemeen verbindend verklaarde overeenkomst op grond van de Wet
milieubeheer verschuldigde afvalbeheersbijdrage voor autowrakken en
kunnen bepalen in welke gevallen het motorrijtuig of de aanhangwagen,
waarvoor een inschrijving en tenaamstelling wordt aangevraagd, voor een
onderzoek ter beschikking moet worden gesteld. 

6. De Dienst Wegverkeer is bevoegd te vorderen dat de aanvrager van een
inschrijving en tenaamstelling een door of vanwege Onze Minister van
Financiën afgegeven bewijs overlegt, waaruit blijkt dat ter zake van
het motorrijtuig of de aanhangwagen verschuldigde belastingen en rechten
zijn voldaan.

Artikel 51

1. Het is verboden voor het verkrijgen van een inschrijving in het
kentekenregister en een tenaamstelling opzettelijk onjuiste opgaven te
doen, onjuiste inlichtingen te verschaffen of onjuiste bewijsstukken en
andere bescheiden over te leggen. 

2. Voor zover de bij de aanvraag van een inschrijving in het
kentekenregister en tenaamstelling te verschaffen gegevens betreffen of
mede betreffen gegevens die nodig worden geacht ter zake van de heffing
van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen en van de
motorrijtuigenbelasting, wordt de verplichting tot het verstrekken van
die gegevens beschouwd als een ingevolge de belastingwet opgelegde
verplichting en zijn, indien ter zake onjuiste of onvolledige gegevens
worden verstrekt - in afwijking van de bepalingen van deze wet - de
bepalingen van Hoofdstuk IX (Strafrechtelijke bepalingen) van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing. 

Artikel 51a

1. Een tenaamstelling in het kentekenregister vervalt overeenkomstig bij
algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels.

2. Een tenaamstelling in het kentekenregister wordt overeenkomstig bij
algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels vervallen verklaard: 

a. indien de tenaamstelling heeft plaatsgevonden op grond van bij de
inschrijving of tenaamstelling verschafte onjuiste gegevens en dat
inschrijving zou zijn geweigerd indien de onjuistheid van die gegevens
ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest, dan wel

b. indien blijkt dat de tenaamstelling kennelijk abusievelijk heeft
plaatsgevonden. 

3. Onverminderd het eerste en tweede lid, kan een tenaamstelling
vervallen worden verklaard:

a. indien de ter zake van het voertuig verschuldigde belastingen en
rechten niet zijn voldaan; 

b. indien het ingeschreven voertuig niet voldoet aan de bij of krachtens
deze wet vastgestelde eisen, met uitzondering van de ingevolge hoofdstuk
III met betrekking tot de toelating tot het verkeer op de weg
vastgestelde eisen; 

c. indien in de bouw of inrichting van het ingeschreven voertuig
wijzigingen zijn aangebracht die niet zijn goedgekeurd overeenkomstig
het bepaalde bij of krachtens deze wet; 

d. indien het ingeschreven voertuig een schadevoertuig betreft dat
voldoet aan bij ministeriële regeling vastgestelde kenmerken, dan wel
indien het voertuig na herstel van de schade niet voldoet aan de bij
ministeriële regeling te stellen eisen ten aanzien van de wijze waarop
de schade is hersteld;

e. indien de eigenaar of houder van een voertuig onvrijwillig de
beschikkingsmacht over dat voertuig heeft verloren, mits wordt voldaan
aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorwaarden, dan
wel 

f. in andere bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen
gevallen. 

4. De Dienst Wegverkeer kan een vervallen verklaarde tenaamstelling
laten herleven, dan wel laten herleven voor het rijden over de weg,
indien de reden voor vervallenverklaring is komen te vervallen.

5. In bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gevallen kan
worden bepaald dat een tenaamstelling na verloop van bij die algemene
maatregel van bestuur te bepalen tijdsperiode van rechtswege vervalt. 

§4b. Kentekenbewijzen

Artikel 52

Een kentekenbewijs bestaat uit een of meer bij algemene maatregel van
bestuur aan te wijzen delen.

Artikel 52a

1. Ter bevestiging van de inschrijving in het kentekenregister en
tenaamstelling bedoeld in artikel 48, eerste lid, wordt door de Dienst
Wegverkeer een kentekenbewijs afgegeven.

2. De Dienst Wegverkeer verstrekt tevens ten behoeve van wijziging van
de tenaamstelling een tenaamstellingscode aan degene aan wie het
kentekenbewijs is afgegeven.

3. Uitreiking van het kentekenbewijs of een deel daarvan en verstrekking
van de tenaamstellingscode vindt plaats op bij ministeriële regeling te
bepalen wijze.

Artikel 52b

De Dienst Wegverkeer brengt aantekeningen aan in dan wel verwijdert
aantekeningen uit het kentekenregister, respectievelijk brengt
aantekeningen aan op het kentekenbewijs dan wel verwijdert aantekeningen
van het kentekenbewijs, voor zover dat bij of krachtens deze wet is
voorgeschreven of mogelijk is gemaakt, dan wel voor de goede uitvoering
van deze wet wenselijk is.

Artikel 52c

1. Een kentekenbewijs verliest zijn geldigheid door:

a. het verval van de tenaamstelling in het kentekenregister;

b. de afgifte van een vervangend kentekenbewijs;

c. het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen;

d. een schorsing als bedoeld in art 67, eerste lid, voor de duur van de
schorsing, of

e. een ongeldigverklaring.

2. In bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen kan een
kentekenbewijs op verzoek van de eigenaar of houder van een
motorvoertuig tegen betaling, op een door de Dienst Wegverkeer
vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde
tarief, door deze dienst ongeldig worden verklaard. 

3. De Dienst Wegverkeer kan verlangen dat een kentekenbewijs dat zijn
geldigheid heeft verloren binnen een daarbij bepaalde termijn bij deze
dienst wordt ingeleverd. 

4. De Dienst Wegverkeer kan een ongeldig verklaard kentekenbewijs geldig
verklaren, indien de reden voor ongeldigverklaring is komen te
vervallen.

5. Onverminderd het eerste lid, onderdeel d, behoudt het kentekenbewijs
zijn geldigheid ten behoeve van de wijziging van de tenaamstelling.

Artikel 53

De Dienst Wegverkeer geeft bij inschrijving in het kentekenregister en
tenaamstelling tevens een keuringsbewijs voor het betrokken voertuig af
indien:

a. het voertuig is onderworpen aan een onderzoek dat ten minste een
controle inhoudt op de eisen, bedoeld in artikel 75, eerste lid, en

b. artikel 72 voor dat voertuig geldt of binnen een jaar zal gaan
gelden.

I

Artikel 50, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eind van onderdeel a vervalt “of”. 

2. De punt aan het eind van onderdeel b wordt vervangen door “, of”.

3. Er wordt een nieuwe onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de aanvraag langs elektronische weg op een door de Dienst Wegverkeer
te bepalen wijze wordt ingediend. 

J

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, komt “of delen daarvan” te
vervallen.

2. In het tweede lid komt “of deel daarvan” telkens te vervallen.

Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer
vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde
tarief, verstrekt deze dienst overeenkomstig bij algemene maatregel van
bestuur vastgestelde regels een vervangende tenaamstellingscode ten
behoeve van een wijziging van de tenaamstelling. 

4. De vervangende tenaamstellingscode treedt in de plaats van eerder
afgegeven tenaamstellingscodes welke door de afgifte ongeldig worden.

K

De artikelen 56 tot en met 59 vervallen.

L

Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  	De houder van een kentekenbewijs is vanaf een bij algemene maatregel
van bestuur vastgesteld tijdstip op eerste vordering van bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen personen verplicht tot overgifte van
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen delen van dat bewijs,
indien naar oordeel van die personen:

2. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, vervallen het
tweede lid en het vierde tot en met achtste lid.

3. Er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

3. De in het eerste lid bedoelde personen geven het kentekenbewijs na
inzage terug aan degene die tot overgifte verplicht was.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld
omtrent de verplichting tot overgifte van kentekenbewijzen. 

M

Artikel 60 vervalt.

N

Na artikel 61 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§4c. Erkenningsregeling tenaamstelling

Artikel 61a

1. De Dienst Wegverkeer kan aan een rechtspersoon een erkenning verlenen
waardoor deze gerechtigd is, tegen betaling namens de aanvrager van een
door deze dienst vast te stellen tarief, motorrijtuigen en aanhangwagens
te naam te stellen in het kentekenregister.

2. De erkenning houdt tevens de bevoegdheid in om namens de aanvrager de
geldigheid van een kenteken te schorsen of een schorsing op te heffen
conform paragraaf 6. 

3. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld die
aan een erkenning worden verbonden en kunnen met betrekking tot die
voorschriften regels worden gesteld. Deze regels betreffen tevens de
hoogte van het in het eerste lid genoemde tarief dat het erkende bedrijf
voor het uitvoeren van een tenaamstelling aan de Dienst Wegverkeer
verschuldigd is en de wijze van betaling. 

4. Bij besluit van de Dienst Wegverkeer wordt de maximale hoogte
vastgesteld van de prijs die een erkend bedrijf aan de aanvrager in
rekening mag brengen voor zijn dienstverlening.

Artikel 61b

1. De erkenning wordt door de Dienst Wegverkeer op aanvraag en tegen
betaling, op de door deze dienst vastgestelde wijze, van het daarvoor
door deze dienst vastgestelde tarief verleend aan de natuurlijke persoon
of rechtspersoon, die voldoet aan de bij ministeriële regeling
vastgestelde eisen. 

2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld met
betrekking tot de aanvrager van een erkenning en de wijze waarop de
uitvoering van de aanvraag tot tenaamstelling plaatsvindt. 

Artikel 61c

1. Met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning
voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst
Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Een zodanig besluit wordt bekend
gemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

2. Degene aan wie een erkenning is verleend, is gehouden tot betaling,
op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze
dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.

3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld
betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de
verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een erkenning is
verleend. Deze regels kunnen inhouden dat een verscherpt toezicht wordt
gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit
de erkenning voortvloeiende verplichtingen. 

Artikel 61d

1. De Dienst Wegverkeer trekt een erkenning in, indien degene aan wie de
erkenning is verleend, daarom verzoekt. 

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat na
indiening van het verzoek de erkenning gedurende een bij die algemene
maatregel van bestuur vast te stellen termijn van kracht blijft.

3. De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen indien
degene aan wie de erkenning is verleend:

a. niet meer voldoet aan de voor de erkenning gestelde eisen, 

b. de verplichtingen, vervat in artikel 5:20, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht, artikel 61a, derde lid, en artikel 61c,
tweede lid, niet nakomt, of, 

c. handelt in strijd met een of meer andere uit de erkenning
voortvloeiende verplichtingen. 

4. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het derde lid,
een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn
die ten hoogste twaalf weken bedraagt. 

5. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het derde lid,
bepalen dat een wachttijd geldt voor het aanvragen van een erkenning van
maximaal 30 maanden.

6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld
met betrekking tot het intrekken, wijzigen en schorsen van de erkenning.


Artikel 61e

Het is een ieder aan wie niet een erkenning als bedoeld in artikel 61a
is verleend, verboden zich op zodanige wijze te gedragen, dat daardoor
bij het publiek de indruk kan worden gewekt, dat zodanige erkenning aan
hem is verleend. 

O

In artikel 62, vijfde lid, wordt “aanvraag van een kentekenbewijs”
vervangen door: aanvraag tot inschrijving in het kentekenregister en
tenaamstelling.

P

Artikelen 63, vierde lid, 84, derde lid, 87a, derde lid, en 101, derde
en vierde lid vervallen.

Q

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “de geldigheid van het kentekenbewijs”
vervangen door: de tenaamstelling in het kentekenregister.

2. In het vijfde lid wordt “op het kentekenbewijs” vervangen door:
in het kentekenregister.

R

Artikel 68, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. door verloop van een bij ministeriële regeling bepaalde termijn
vanaf het tijdstip waarop de schorsing is verleend, welke termijn per
bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van voertuigen kan
verschillen,.

S

Artikel 70 vervalt.

Sa

	In artikel 70m wordt “waarvoor een kentekenbewijs dient te zijn
afgegeven” vervangen door: die dienen te zijn ingeschreven en
tenaamgesteld.

Sb

	In artikel 70n, eerste lid, wordt “waarvoor een kentekenbewijs dient
te zijn afgegeven” vervangen door: dat dient te zijn ingeschreven en
tenaamgesteld.

T

Artikel 99, derde lid, vervalt.

U

Aan artikel 103 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het tweede lid,
bepalen dat een wachttijd geldt voor het aanvragen van een erkenning van
maximaal 30 maanden.

V

In hoofdstuk IVA komt het opschrift van §9 te luiden:

§9 Keuring na verval tenaamstelling

W

Artikel 105 komt te luiden:

Artikel 105

Indien de tenaamstelling van een motorrijtuig of een aanhangwagen
ingevolge artikel 51a, derde lid, onderdeel b of d, vervallen is
verklaard of indien een aanzegging is gedaan als bedoeld in artikel 37,
vijfde lid, onderdeel b, wordt het voertuig goedgekeurd alvorens de
tenaamstelling kan herleven of het kentekenbewijs door de Dienst
Wegverkeer geldig kan worden verklaard of kan worden teruggegeven.

X

In artikel 106a, eerste lid, wordt “na ongeldigverklaring of
invordering van het kentekenbewijs” vervangen door: na verval van de
tenaamstelling.

Y

In artikel 158, tweede lid, wordt “Onze Minister van Economische
Zaken” vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie”.

Z

[Vervallen]

AA

Artikel 160, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 

1. Onderdeel a vervalt.

2. De onderdelen b tot en met e worden geletterd a tot en met d.

BB

In artikel 163, vijfde, achtste, negende en tiende lid, wordt “Onze
Minister van Justitie” telkens vervangen door: Onze Minister van
Veiligheid en Justitie.

CC

In artikel 164, tweede lid, onderdeel b, wordt “onderzoek als bedoeld
in het derde of vierde lid van die bepaling” vervangen door: onderzoek
als bedoeld in het derde of vierde lid, aanhef en onderdeel b, juncto
het derde lid, van die bepaling.

DD

In artikel 169 wordt “Onze Minister van Verkeer en Waterstaat”
vervangen door: Onze Minister.

EE

	Artikel 177 wordt als volgt gewijzigd:

 	1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. In onderdeel a wordt “40, eerste lid” vervangen door: 40, eerste
lid, 48, zevende lid.

	b. In onderdeel b wordt “57, derde lid” vervangen door: 52c, derde
lid.

	2. In het tweede lid wordt “66” vervangen door: 61e, 66.

FF

In artikel 177, eerste lid, onderdeel a vervalt: 60, eerste en tweede
lid.

GG

Aan artikel 186 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald
dat ten behoeve van de financiering van een in het eerste lid bedoeld
experiment door de Dienst Wegverkeer een door deze dienst te bepalen
tarief wordt geheven.

ARTIKEL II

Indien de artikelen I, onderdelen F, L, AA, MM, OO en PP, en VIII van de
wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in
verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van
het alcoholslotprogramma (Stb. 259) eerder in werking zijn getreden dan
deze wet, wordt de Wegenverkeerswet 1994 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, wordt “131, derde lid, onderdeel a,” vervangen
door: 131, tweede lid, onderdeel a,. 

2. In het zesde lid wordt “artikel 131, eerste lid,” vervangen door
“artikel 131, eerste lid, onderdeel c,” en wordt “artikel 133,
eerste lid,” vervangen door: artikel 131, eerste lid, onderdeel c,.

B

In artikel 164, tweede lid, onderdeel b wordt “onderzoek als bedoeld
in het derde of vierde lid” vervangen door: onderzoek als bedoeld in
het derde of vierde lid, aanhef en onderdeel b, juncto het derde lid,.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden
vastgesteld, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen A, E, R, BB
en DD, en II die in werking treden met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

 

 

 PAGE    

 PAGE   14