[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33537, bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 29 mei 2013)

Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen en vervangende leerplicht

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D22109, datum: 2013-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z02488:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 29 mei 2013)



	33 537	Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het
onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen en
vervangende leerplicht







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is jongeren die
zijn vrijgesteld van de leerplicht of jongeren die een vervangende
leerplicht hebben, te registreren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969

De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel h,
door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. register vrijstellingen en vervangende leerplicht: register
vrijstellingen en vervangende leerplicht als bedoeld in artikel 24k2 van
de Wet op het onderwijstoezicht.

B

Artikel 3a, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:

a. een plan van aanpak dat voorziet in een begeleidingsprogramma ten
behoeve van de jongere dat is opgesteld door de school en dat tenminste
bevat een beschrijving van de onderwijsdoelen en van de praktijktijd; en

b. gegevens van de jongere betreffende:

1˚. het persoonsgebonden nummer; 

2˚. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de
woonplaats, de postcode van de woonplaats; en 

3˚. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan.

C

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede tot en met vierde lid worden genummerd derde tot en met
vijfde lid.

2. Na eerste lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van gegevens
van de jongere betreffende:

a. het persoonsgebonden nummer; 

b. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats,
de postcode van de woonplaats; en

c. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan.

D

Na artikel 3b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3c Kennisgeving vervangende leerplicht

1. Indien burgemeester en wethouders besluiten tot instemming met het
verzoek, bedoeld in het artikel 3a, eerste lid, of artikel 3b, eerste
lid, verstrekken zij aan Onze Minister de volgende gegevens van de
jongere: 

a. het persoonsgebonden nummer, de postcode van de woonplaats;

b. het gegeven dat het een vervangende leerplicht betreft;

c. de begin- en einddatum van de vervangende leerplicht; 

d. of eerder een vervangende leerplicht is toegestaan; en

e. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft
gevolgd: de naam, het adres en de woonplaats, het geslacht en de
geboortedatum.

2. Onze Minister neemt de volgende op grond van het eerste lid
verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende
leerplicht:

a. het persoonsgebonden nummer; 

b. de begin- en einddatum van de vervangende leerplicht; 

c. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan; 

d. de woongemeente; en

e. het gegeven dat het een vervangende leerplicht betreft.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 6. Kennisgeving vrijstelling leerplicht

2. Het eerste lid komt te luiden:

1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen zich slechts
beroepen op vrijstelling, indien zij aan burgemeester en wethouders van
de gemeente waar de jongere als ingezetene in de basisadministratie
persoonsgegevens is ingeschreven, hebben kennis gegeven van:

a. de gegevens van de jongere betreffende:

1˚. het persoonsgebonden nummer; 

2˚. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de
woonplaats, de postcode van de woonplaats; en 

3˚. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan.

b. op welke grond zij een beroep op vrijstelling menen te mogen maken.

3. Er worden twee leden toegevoegd:

4. Burgemeester en wethouders verstrekken aan Onze Minister de volgende
gegevens van de jongere voor wie op grond van het eerste lid een beroep
op vrijstelling wordt gedaan:

a. het persoonsgebonden nummer, de postcode van de woonplaats;

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling; 

c. of eerder beroep is gedaan op de vrijstelling van de leerplicht; en

d. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft
gevolgd: de naam, adres en woonplaats, geslacht en geboortedatum.

5. Onze Minister neemt de volgende op grond van het vierde lid door
burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het register
vrijstellingen en vervangende leerplicht:

a. het persoonsgebonden nummer; 

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling; 

c. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan; 

d. de woongemeente; en

e. het gegeven dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft.

F

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

2. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, kan alleen worden
verleend indien de volgende gegevens van de jongere worden overlegd: 

a. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats,
de postcode van de woonplaats;

b. begin- en einddatum van de vrijstelling van de leerplicht; en

c. of eerder een beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht.

3. Indien burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen op grond van
het eerste lid, verstrekken zij aan Onze Minister de volgende gegevens
van de jongere:

a. het persoonsgebonden nummer en de postcode van de woonplaats;

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling; 

c. of eerder beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht;

d. dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft; en

e. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft
gevolgd: de naam, het adres en de woonplaats, het geslacht en de
geboortedatum.

4. Onze Minister neemt de volgende op grond van het eerste lid
verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende
leerplicht:

a. het persoonsgebonden nummer; 

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling; 

c. of eerder beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht; 

d. de woongemeente; en

e. het gegeven dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft.

ARTIKEL II WIJZIGING WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT

De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van hoofdstuk 6a van de Wet op het onderwijstoezicht komt
te luiden:

HOOFDSTUK 6A. HET BASISREGISTER ONDERWIJS, HET MELDINGSREGISTER RELATIEF
VERZUIM, EN HET REGISTER VRIJSTELLINGEN EN VERVANGENDE LEERPLICHT 

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 24a, onderdeel c,
door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. register vrijstellingen en vervangende leerplicht: register
vrijstellingen en vervangende leerplicht als bedoeld in artikel 24k2.

C

Na artikel 24k1 van de Wet op het onderwijstoezicht wordt een paragraaf
ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4. Het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

Artikel 24k2. Het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

1. Er is een register vrijstellingen en vervangende leerplicht dat ten
doel heeft:

a. burgemeester en wethouders te voorzien van de gegevens die
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken inzake de handhaving
van de Leerplichtwet 1969;

b. Onze Minister gegevens te verstrekken voor de bijstelling van het
aantal voortijdig schoolverlaters zoals blijkt uit het basisregister
onderwijs, ten behoeve van de bekostiging van scholen en instellingen en
de begrotings- en beleidsvoorbereiding;

c. ten behoeve van de beleidsvorming ten aanzien van artikel 3a, 3b, 5
tot en met 10, en 15 van de Leerplichtwet 1969 landelijk en per
woongemeente een overzicht te maken van:

1˚. het aantal jongeren dat is vrijgesteld en het aantal jongeren met
een vervangende leerplicht; en

2˚. het aantal jongeren dat eerder is vrijgesteld van de leerplicht of
eerder een vervangende leerplicht heeft gehad.

2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in
deze paragraaf, is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in
artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 24k3. Inhoud van het register vrijstellingen en vervangende
leerplicht

1. In het register vrijstellingen en vervangende leerplicht zijn de
volgende gegevens opgenomen:

a. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie op grond van
artikel 5 of 5a van de Leerplichtwet 1969 een beroep is gedaan op
vrijstelling van inschrijving als leerling van een school
respectievelijk een instelling, met daaraan toegevoegd de aanduiding
“vrijgesteld”, de begin- en einddatum van de vrijstelling, de
woongemeente en of eerder een beroep op vrijstelling is gedaan;

b. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie burgemeester en
wethouders op grond van artikel 15 van de Leerplichtwet 1969
vrijstelling verlenen van de in artikel 4a van de Leerplichtwet
opgelegde verplichtingen, met daaraan toegevoegd de aanduiding
“vrijgesteld”, de begin- en einddatum van de vrijstelling, de
woongemeente en of eerder een beroep op vrijstelling is gedaan;

c. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie burgemeester en
wethouders instemmen met het verzoek, bedoeld in artikel 3a, eerste lid
of 3b, eerste lid, met daaraan toegevoegd de aanduiding “vervangende
leerplicht”, de begin- en einddatum van de vervangende leerplicht, de
woongemeente en of eerder vervanging van de leerplicht is toegestaan. 

2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden tot één jaar na de
datum waarop de vrijstelling of de vervangende leerplicht afloopt in het
register vrijstellingen en vervangende leerplicht bewaard.

Artikel 24k4. Autorisatie voor en toezicht op het register
vrijstellingen en vervangende leerplicht

Artikel 24j is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24k5. Het verstrekken van gegevens 

1. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht kunnen
persoonsgegevens worden verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke
vertegenwoordiger.

2. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht worden aan
Onze Minister de persoonsgebonden nummers verstrekt van jongeren die op
grond van artikel 5, 5a en 15 van de Leerplichtwet 1969 zijn vrijgesteld
van de leerplicht.

3. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht wordt
jaarlijks op 1 oktober aan Onze Minister een opsomming verstrekt van het
landelijk en per woongemeente aantal:

a. jongeren die eerder een beroep op vrijstelling hebben gedaan; 

b. overige vrijgestelde jongeren; 

c. jongeren waarbij eerder vervangende leerplicht is toegestaan; en 

d. overige jongeren met een vervangende leerplicht.

4. Onze Minister gebruikt de persoonsgebonden nummers, bedoeld in het
tweede lid, ten behoeve van:

a. de bijstelling van het aantal voortijdig schoolverlaters zoals blijkt
uit het basisregister onderwijs;

b. de controle of de jongere blijkens het basisregister onderwijs staat
ingeschreven bij een school of instelling. 

5. Indien uit het basisregister onderwijs aan Onze Minister op grond van
het vierde lid, onder b, is gebleken dat een jongere die op grond van
artikel 5, 5a of 15 van de Leerplichtwet 1969 is vrijgesteld van de
leerplicht staat ingeschreven bij een school of instelling, meldt Onze
Minister aan het bevoegd gezag van de betreffende school of instelling
dat de jongere is vrijgesteld. 

6. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht worden
kosteloos gegevens verstrekt aan burgemeester en wethouders.

7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van het eerste lid.

D

Artikel 34 komt te luiden:

Artikel 34. Evaluatie register vrijstellingen en vervangende leerplicht 

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van paragraaf 4
van hoofdstuk 6a van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
realisatie van de volgende doelstellingen van het register
vrijstellingen en vervangende leerplicht :

a. verbetering van de handhaving van de Leerplichtwet 1969 door de
leerplichtambtenaar;

b. verbetering van de registratie van het aantal voortijdig
schoolverlaters;

c. uniformering van de registratie van de vrijstellingen en vervangende
leerplicht.

ARTIKEL III OVERGANGSRECHT

Burgemeester en wethouders verstrekken aan Onze Minister overeenkomstig
de artikelen 3c, 6 en 15 van de Leerplichtwet 1969 de in die artikelen
genoemde gegevens van jongeren die op het moment van inwerkingtreding
van deze wet zijn vrijgesteld van de leerplicht of een vervangende
leerplicht hebben.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5