[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33575, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 5 juni 2013)

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (PbEU 2011, L 326) (Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D23566, datum: 2013-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z04988:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 5 juni 2013) 



	33 575	Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter
implementatie van richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen
98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het
aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel
conglomeraat (PbEU 2011, L 326) (Implementatiewet richtlijn financiële
conglomeraten I)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van
richtlijn 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16
november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG,
2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende
toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (PbEU
2011, L 326) noodzakelijk is de Wet op het financieel toezicht met die
richtlijn in overeenstemming te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3:282, tweede lid, komt te luiden:

2. Op een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of
schadeverzekeraar, waarvan de moederonderneming een gemengde financiële
holding of verzekeringsholding of een niet-Europese herverzekeraar,
levensverzekeraar of schadeverzekeraar is, wordt aanvullend toezicht
uitgeoefend als bedoeld in de artikelen 3:284, 3:286 en 3:287.

B

Na artikel 3:282 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 3:282a

1. Indien een gemengde financiële holding onderworpen is aan
gelijkwaardige bepalingen van zowel deze afdeling als van afdeling
3.6.4. kan de Nederlandsche Bank, na overleg met de andere betrokken
toezichthoudende instanties, besluiten bij de uitoefening van het
aanvullend toezicht alleen de gelijkwaardige bepalingen van afdeling
3.6.4. toe te passen.

2. Indien een gemengde financiële holding onderworpen is aan
gelijkwaardige bepalingen van zowel deze afdeling als van afdeling
3.6.2, kan de Nederlandsche Bank, in overeenstemming met de
toezichthoudende instanties die geconsolideerd toezicht houden op de
banksector en de sector beleggingsdiensten, bedoeld in artikel 2, punt
8, onderdelen a en c, van de richtlijn financiële conglomeraten,
besluiten bij de uitoefening van het aanvullend toezicht alleen de
bepalingen van de belangrijkste sector toe te passen. 

C

In artikel 3:286, tweede en derde lid, wordt “de niet-Europese
herverzekeraar” telkens vervangen door: de gemengde financiële
holding, niet-Europese herverzekeraar. 

D

In artikel 3:288, eerste en tweede lid, wordt “dezelfde gemengde
verzekeringsholding” telkens vervangen door: dezelfde gemengde
financiële holding, gemengde verzekeringsholding. 

ARTIKEL II

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:1 worden in de alfabetische volgorde negen definities
ingevoegd, luidende: 

coördinator: de coördinator, die ingevolge artikel 10, eerste lid, van
de richtlijn financiële conglomeraten verantwoordelijk is voor de
coördinatie en de uitoefening van het aanvullend toezicht op een
financieel conglomeraat;

financieel conglomeraat: een financieel conglomeraat als bedoeld in
artikel 2, punt 14, van de richtlijn financiële conglomeraten;

gereglementeerde entiteit: een gereglementeerde entiteit als bedoeld in
artikel 2, punt 4, van de richtlijn financiële conglomeraten;

intragroepsovereenkomsten en -posities: elke overeenkomst en de daaruit
voortvloeiende financiële verhoudingen tussen een financiële
onderneming in een richtlijngroep en hetzij een ander richtlijngroepslid
hetzij een met een richtlijngroepslid in een formele of feitelijke
zeggenschapsstructuur verbonden persoon;

relevante toezichthoudende instanties: relevante bevoegde autoriteiten
als bedoeld in artikel 2, punt 17, van de richtlijn financiële
conglomeraten;

richtlijn financiële conglomeraten: richtlijn 2002/87/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het
aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen
en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot
wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG,
92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen
98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2002,
L 35);

richtlijngroep:

a. het geheel van een moederonderneming, haar dochterondernemingen,
andere ondernemingen waarin de moederonderneming of een of meer van haar
dochterondernemingen een deelneming heeft; of

b. ondernemingen die zijn verbonden door een centrale leiding die
bestaat krachtens een met deze ondernemingen gesloten overeenkomst of
een bepaling in de statuten van een of meer van deze ondernemingen, dan
wel door het feit dat de bestuurs-, leidinggevende, of toezichthoudende
organen van deze ondernemingen gedurende het boekjaar en tot de
opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in meerderheid bestaan
uit dezelfde personen;

richtlijngroepslid: een onderneming die behoort tot een richtlijngroep;

risicoconcentratie: alle door de richtlijngroepsleden in een financieel
conglomeraat ingenomen potentieel verliesgevende posities die groot
genoeg zijn om de solvabiliteit of de financiële positie in het
algemeen van de gereglementeerde entiteiten in het conglomeraat in
gevaar te brengen;.

B

Artikel 1:50 komt te luiden:

Artikel 1:50

Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op een goede uitvoering
van bindende EU-rechtshandelingen met betrekking tot financiële
conglomeraten regels worden gesteld met betrekking tot de samenwerking
tussen de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten bij
het toezicht op financiële conglomeraten. 

C

Artikel 1:54 vervalt.

D

In artikel 1:57, eerste lid, wordt “een groepslid als bedoeld in
artikel 3:289, onderdeel f,” vervangen door: een richtlijngroepslid.

E

In artikel 1:75, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

g.  een onderneming die, alleen of tezamen met een andere onderneming,
aan het hoofd staat van een groep waarvan een gereglementeerde entiteit
met zetel in Nederland deel uitmaakt.

F

In artikel 1:97, eerste lid, onderdeel c, wordt “3:272, eerste lid,”
vervangen door: 3:272,.

G

In artikel 3:268, eerste lid, onderdeel f, wordt “gereglementeerde
entiteit als bedoeld in artikel 3:289, onderdeel d,” vervangen door:
gereglementeerde entiteit. 

H

Na artikel 3:269 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3:269a

1. Een onderneming die, alleen of tezamen met een andere onderneming,
aan het hoofd staat van een richtlijngroep waarvan een gereglementeerde
entiteit met zetel in Nederland deel uitmaakt, draagt zorg voor een
zodanige bedrijfsvoering dat de financiële soliditeit van de
gereglementeerde entiteiten en de onderneming zelf niet in gevaar wordt
gebracht door:

a. het risicobeheer van de groep als geheel en van de afzonderlijke
richtlijngroepsleden;

b. de strategie en het beleid van de groep als geheel en van de
afzonderlijke richtlijngroepsleden;

c. mogelijke belangentegenstellingen en relaties tussen de
gereglementeerde entiteiten, de onderneming, bedoeld in de aanhef, en de
andere richtlijngroepsleden; of

d. door richtlijngroepsleden verrichte activiteiten die van wezenlijk
belang zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de financiële
activiteiten van een of meer gereglementeerde entiteiten.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot het eerste lid.

3. De hierna bedoelde richtlijngroepsleden richten hun bedrijfsvoering
dusdanig in dat alle gegevens die relevant zijn voor het toezicht,
bedoeld in dit hoofdstuk, kunnen worden verschaft:

a. de gereglementeerde entiteit met zetel in Nederland;

b. de onderneming die alleen of tezamen met een andere onderneming aan
het hoofd staat van de groep;

c. andere richtlijngroepsleden dan de in onderdelen a en b bedoelde
richtlijngroepsleden die activiteiten verrichten die van wezenlijk
belang zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de financiële
activiteiten van een of meer gereglementeerde entiteiten in de groep.

I

De artikelen 3:271 en 3:272 komen te luiden:

Artikel 3:271

Artikel 3:8 is van overeenkomstige toepassing op een financiële
holding, gemengde financiële holding of verzekeringsholding met zetel
in Nederland, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste
lid voor “geschikt in verband met de uitoefening van het bedrijf van
de financiële onderneming” wordt gelezen “geschikt in verband met
de uitoefening van het bedrijf van de financiële holding, gemengde
financiële holding of verzekeringsholding, en van de tot de
desbetreffende richtlijngroep behorende gereglementeerde entiteiten”.

Artikel 3:272

Artikel 3:9 is van overeenkomstige toepassing op een financiële
holding, gemengde financiële holding of verzekeringsholding met zetel
in Nederland.

J

In artikel 3:277, tweede lid, wordt “gereglementeerde entiteiten als
bedoeld in artikel 3:289, onderdeel d,” vervangen door:
gereglementeerde entiteiten.

K

De paragrafen 3.6.4.1 en 3.6.4.2 worden vervangen door een paragraaf
luidende:

§ 3.6.4.1. Regels betreffende het toezicht op financiële conglomeraten

Artikel 3:289

1. De Nederlandsche Bank stelt, in overeenstemming met de relevante
toezichthoudende instanties, en met toepassing van artikel 3 van de
richtlijn financiële conglomeraten, vast of een groep een financieel
conglomeraat is. Bij de vaststelling neemt zij de artikelen 30 en 30bis
van die richtlijn in acht.

2. De Nederlandsche Bank kan, in overeenstemming met de relevante
toezichthoudende instanties, en met inachtneming van artikel 3, leden 3
en 3bis, van de richtlijn financiële conglomeraten, besluiten de
artikelen 3:269a, 3:297 en 3:298 niet toe te passen, indien zij de
toepassing van die artikelen in het licht van de doeleinden van het
toezicht onnodig, ongepast of misleidend acht.

Artikel 3:290

1. Indien de Nederlandsche Bank in overeenstemming met artikel 10 van de
richtlijn financiële conglomeraten is aangewezen als coördinator,
maakt zij aan de onderneming die aan het hoofd van de richtlijngroep
staat, of bij ontbreken daarvan aan de in artikel 4, tweede lid, van de
richtlijn bedoelde gereglementeerde entiteit, het besluit bekend dat de
groep als financieel conglomeraat is aangemerkt en dat de Nederlandsche
Bank als coördinator is aangewezen. 

2. Bij de toepassing van artikel 10 van de richtlijn financiële
conglomeraten wordt de Nederlandsche Bank beschouwd als de
toezichthouder die een vergunning heeft verleend aan een beheerder van
beleggingsinstellingen, een beheerder van icbe’s, of aan een
beleggingsonderneming.

Artikel 3:291 

1. Indien de Nederlandsche Bank ingevolge artikel 10 van de richtlijn
financiële conglomeraten is aangewezen als coördinator, heeft het
toezicht overeenkomstig de artikelen 3:269a en 3:296 tot en met 3:298
betrekking op elke gereglementeerde entiteit van het financiële
conglomeraat.

2. In afwijking van het eerste lid oefent de Nederlandsche Bank geen
toezicht overeenkomstig de artikelen 3:269a en 3:296 tot en met 3:298
uit op gereglementeerde entiteiten van een financieel conglomeraat
waarvan de moederonderneming een gereglementeerde entiteit of een
gemengde financiële holding is met zetel in een staat die geen lidstaat
is indien zij heeft vastgesteld dat het toezicht door de
toezichthoudende instantie van die staat op de gereglementeerde
entiteiten van het financiële conglomeraat gelijkwaardig is aan het
toezicht op gereglementeerde entiteiten, bedoeld in het eerste lid. De
Nederlandsche Bank oefent eveneens geen toezicht uit op een
gereglementeerde entiteit met zetel in Nederland die deel uitmaakt van
een financieel conglomeraat als bedoeld in de eerste volzin, indien zij
niet de coördinator is en de coördinator een vaststelling heeft gedaan
die overeenkomt met een vaststelling als bedoeld in de eerste volzin.

3. De Nederlandsche Bank kan, in geval van een financieel conglomeraat
als bedoeld in het tweede lid en indien er geen sprake is van
gelijkwaardig toezicht als bedoeld in dat lid, toezicht op de
gereglementeerde entiteiten met zetel in Nederland van dat financieel
conglomeraat op een andere wijze uitoefenen dan bedoeld in het eerste
lid, indien die wijze passend is, waarborgt dat de doeleinden van het
toezicht worden bereikt en, indien de Nederlandsche Bank niet zelf de
coördinator is, daarvoor toestemming is verleend door de coördinator.

4. De Nederlandsche Bank stelt, in samenwerking met de relevante
toezichthoudende instanties, vast in hoeverre toezicht als bedoeld in
deze afdeling wordt uitgeoefend op een gereglementeerde entiteit waarop
artikel 5, vierde lid, van de richtlijn financiële conglomeraten van
toepassing is.

5. Indien van een financieel conglomeraat een ander financieel
conglomeraat deel uitmaakt, is het toezicht, bedoeld in deze afdeling,
slechts van toepassing op het gehele financiële conglomeraat.

6. In afwijking van het vijfde lid kan de Nederlandsche Bank op verzoek
van een financieel conglomeraat dat deel uitmaakt van een ander
financieel conglomeraat besluiten dat het toezicht, bedoeld in deze
afdeling, van toepassing is op de afzonderlijke financiële
conglomeraten die deel uitmaken van dat andere financieel conglomeraat.

Artikel 3:292

1. Indien de Nederlandsche Bank ingevolge artikel 10 van de richtlijn
financiële conglomeraten is aangewezen als coördinator:

a. coördineert zij de verzameling en verspreiding van informatie die
relevant of essentieel is in normale omstandigheden en in noodsituaties,
met inbegrip van de verspreiding van informatie die van belang is voor
het prudentieel toezicht op grond van de sectorale voorschriften;

b. ziet zij toe op en beoordeelt zij de financiële situatie van het
financiële conglomeraat als geheel;

c. ziet zij toe op de naleving van de voorschriften inzake
kapitaaltoereikendheid, risicoconcentratie en intragroepsovereenkomsten
en -posities, bedoeld in de artikelen 3:296 tot en met 3:298;

d. ziet zij toe op de naleving van de regels met betrekking tot de
bedrijfsvoering van het financieel conglomeraat, bedoeld in artikel
3:269a; en

e. plant en coördineert zij toezichtactiviteiten in normale
omstandigheden en in noodsituaties, in samenwerking met de relevante
toezichthoudende instanties.

2. Indien de Nederlandsche Bank als coördinator of als toezichthouder
informatie nodig heeft die reeds aan een andere toezichthoudende
instantie van een andere lidstaat is verstrekt, richt zij zich eerst tot
deze toezichthoudende instantie.

Artikel 3:293

1. Op een gemengde financiële holding die deel uitmaakt van een
financieel conglomeraat waarvoor de Nederlandsche Bank als coördinator
is aangewezen, kan de Nederlandsche Bank artikel 1:75 toepassen indien,
niettegenstaande dat voldaan is aan de artikelen 3:269a, 3:296 tot en
met 3:298 of bepalingen van andere lidstaten die naar strekking daarmee
overeenkomen, de solvabiliteit in gevaar zou kunnen worden gebracht dan
wel de intragroepsovereenkomsten en -posities of de risicoconcentraties
de financiële positie van een gereglementeerde entiteit die tot het
financieel conglomeraat behoort, bedreigen of kunnen bedreigen.

2. Indien, niettegenstaande dat een gereglementeerde entiteit met zetel
in Nederland voldoet aan de artikelen 3:269a en 3:296 tot en met 3:298,
de solvabiliteit in gevaar zou kunnen worden gebracht dan wel de
intragroepsovereenkomsten en -posities of de risicoconcentraties de
financiële positie van die gereglementeerde entiteit bedreigen of
kunnen bedreigen, kan de Nederlandsche Bank maatregelen nemen jegens die
gereglementeerde entiteit.

3. Indien de Nederlandsche Bank geen coördinator is, kan zij op een
gemengde financiële holding met zetel in Nederland die deel uitmaakt
van een financieel conglomeraat de artikelen 1:75, 1:79 tot en met 1:81
en 1:85 toepassen indien die holding of een gereglementeerde entiteit
die tot dat financiële conglomeraat behoort in strijd handelt met de
artikelen 3:269a en 3:296 tot en met 3:298 of met bepalingen van andere
lidstaten die naar strekking daarmee overeenkomen. Artikel 1:75 is
eveneens van toepassing indien aan bedoelde bepalingen weliswaar wordt
voldaan maar de solvabiliteit toch in gevaar zou kunnen worden gebracht
dan wel de intragroepsovereenkomsten en –posities of de
risicoconcentraties de financiële positie van een gereglementeerde
entiteit die tot het financieel conglomeraat behoort, bedreigen of
kunnen bedreigen. 

L

Paragraaf 3.6.4.3. wordt vernummerd tot 3.6.4.2..

M

Artikel 3:297, vijfde lid, komt te luiden:

5. Toepassing van dit artikel geschiedt met inachtneming van artikel 7,
vierde lid, van de richtlijn financiële conglomeraten. 

N

Artikel 3:298, vijfde lid, komt te luiden:

5. Toepassing van dit artikel geschiedt met inachtneming van artikel 8,
vierde lid, van de richtlijn financiële conglomeraten.

O

Artikel 3:299 komt te luiden:

Artikel 3:299

1. Een onderneming die, alleen of tezamen met een andere onderneming,
aan het hoofd staat van een financieel conglomeraat waarvan een
gereglementeerde entiteit met zetel in Nederland deel uitmaakt,
informeert de Nederlandsche Bank ten minste eenmaal per jaar over de
juridische structuur, het bestuur en de organisatiestructuur van de
groep, met inbegrip van alle tot de groep behorende gereglementeerde
entiteiten, niet gereguleerde dochterondernemingen en significante
bijkantoren. 

2. Een gereglementeerde entiteit met zetel in Nederland maakt jaarlijks
op het niveau van het financieel conglomeraat een beschrijving openbaar
van de juridische structuur, het bestuur en de organisatiestructuur van
de groep, hetzij door volledige vermelding, hetzij door verwijzing naar
gelijkwaardige informatie.

P

De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt: 

- “3:272, eerste lid” vervangen door: 3:272;

- “3:296, eerste, tweede tot en met vierde en achtste lid” vervangen
door: 3:296, eerste tot en met vierde lid.

2. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen vervalt: 3:299, eerste en derde lid. 

3. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd: 

- 3:269a, eerste en derde lid;

- 3:299, eerste en tweede lid.

Q

De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt: 

- “3:272, eerste lid” vervangen door: 3:272;

- “3:296, eerste, tweede tot en met vierde en achtste lid” vervangen
door: 3:296, eerste tot en met vierde lid.

2. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen vervalt: 3:299, eerste en derde lid. 

3. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd: 

- 3:269a, eerste en derde lid;

- 3:299, eerste en tweede lid.

ARTIKEL III

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van financiële Nederlandse moederholding vervalt.  

2. De definitie van gemengde financiële holding komt te luiden: 

gemengde financiële holding: gemengde financiële holding als bedoeld
in artikel 2, punt 15, van de richtlijn financiële conglomeraten;   

3. De definitie van Nederlandse EU-moederbank komt te luiden: 

Nederlandse EU-moederbank: Nederlandse moederbank die zelf geen
dochteronderneming is van een Nederlandse of Europese bank of
beleggingsonderneming of van een financiële holding of gemengde
financiële holding met zetel in een lidstaat;  

4. De definitie van Nederlandse financiële EU-moederholding komt te
luiden:

Nederlandse financiële EU-moederholding: financiële holding met zetel
in Nederland die geen dochteronderneming is van een Nederlandse of
Europese bank of beleggingsonderneming of van een financiële holding of
gemengde financiële holding met zetel in een lidstaat;

5. In de definitie van Nederlandse moederbank wordt “Nederlandse bank
of financiële holding” vervangen door: Nederlandse bank, financiële
holding of gemengde financiële holding.

6. In de alfabetische volgorde worden drie definities ingevoegd,
luidende:

Nederlandse financiële moederholding: financiële holding met zetel in
Nederland die zelf geen dochteronderneming is van een Nederlandse bank
of Nederlandse beleggingsonderneming of van een financiële holding of
gemengde financiële holding met zetel in Nederland;

Nederlandse gemengde financiële moederholding: gemengde financiële
holding met zetel in Nederland die zelf geen dochteronderneming is van
een Nederlandse bank of Nederlandse beleggingsonderneming of van een
financiële holding of gemengde financiële holding met zetel in
Nederland;

Nederlandse gemengde financiële EU-moederholding: Nederlandse gemengde
financiële moederholding die geen dochteronderneming is van een bank of
beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend in een lidstaat
of van een financiële holding of gemengde financiële holding met zetel
in een lidstaat;

B

Artikel 1:51a, derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. de juridische structuur, het bestuur en de organisatiestructuur van
de groep, met inbegrip van alle gereguleerde entiteiten,
niet-gereguleerde dochterondernemingen en significante bijkantoren die
tot de groep behoren, alsmede de toezichthoudende instanties van andere
lidstaten die toezicht houden op de gereglementeerde entiteiten van de
groep;

C

Artikel 3:74a wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot en met
vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Een bank of beleggingsonderneming met zetel in Nederland maakt op het
niveau van de bankgroep jaarlijks een beschrijving openbaar van de
juridische structuur, het bestuur en de organisatiestructuur van de
groep, hetzij door volledige vermelding, hetzij door verwijzing naar
gelijkwaardige informatie.

2. In het derde lid (nieuw) wordt “de openbaarmaking van gegevens”
vervangen door: de openbaarmaking van gegevens als bedoeld in het eerste
lid.

D

Artikel 3:275 komt te luiden:

Artikel 3:275

1. De Nederlandsche Bank houdt toezicht op geconsolideerde basis als
bedoeld in artikel 3:279 op banken en beleggingsondernemingen, indien
dat voortvloeit uit de toepassing van de artikelen 125, eerste en tweede
lid, en 126, eerste en tweede lid, van de herziene richtlijn banken, of
indien zij op grond van artikel 126, derde lid, van die richtlijn is
aangewezen.

2. Alvorens de Nederlandsche Bank en de andere betrokken
toezichthoudende instanties met betrekking tot het toezicht op
geconsolideerde basis op een Nederlandse bank of een Nederlandse
beleggingsonderneming toepassing geven aan artikel 126, derde lid, van
de herziene richtlijn banken, stelt de Nederlandsche Bank de in dat lid,
tweede volzin, bedoelde ondernemingen in de gelegenheid hun zienswijze
naar voren te brengen.

3. Indien een Nederlandse financiële EU-moederholding een bank en een
beleggingsonderneming als dochteronderneming heeft, en die bank haar
zetel in Nederland heeft, oefent de Nederlandsche Bank het toezicht op
geconsolideerde basis uit op alle dochterondernemingen. 

4. Voor de toepassing van dit artikel wordt de Nederlandsche Bank
beschouwd als de toezichthouder die een vergunning heeft verleend aan
een beheerder van beleggingsinstellingen, een beheerder van icbe’s of
aan een beleggingsonderneming.

E

Artikel 3:276 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, eerste volzin, komt te luiden: De Nederlandsche Bank
houdt toezicht op Nederlandse beleggingsondernemingen en Nederlandse
banken die dochteronderneming zijn van een Nederlandse financiële
moederholding of Nederlandse gemengde financiële moederholding, in de
mate en op de wijze als bepaald in deze afdeling, op basis van de
geconsolideerde financiële positie van de Nederlandse financiële
moederholding of Nederlandse gemengde financiële moederholding.

2. Het derde lid komt te luiden: 

3. De Nederlandsche Bank houdt toezicht op Nederlandse
beleggingsondernemingen en Nederlandse banken die dochteronderneming
zijn van een financiële moederholding of gemengde financiële
moederholding indien de Nederlandsche Bank toezicht houdt op deze
beleggingsondernemingen of banken op geconsolideerde basis op grond van
artikel 3:275. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige
toepassing.

3. Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende: 

4. Indien een financiële moederholding of gemengde financiële
moederholding als dochteronderneming zowel een beleggingsonderneming als
een bank heeft, is het derde lid slechts van toepassing op de bank.
Indien een financiële moederholding of gemengde financiële
moederholding als dochterondernemingen alleen beleggingsondernemingen
dan wel alleen banken heeft, is het derde lid, eerste en tweede volzin,
slechts van toepassing op de beleggingsonderneming dan wel bank die
onderworpen is aan toezicht op geconsolideerde basis.

F

Na artikel 3:276 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3:276a

1. Indien de Nederlandsche Bank toezicht houdt op geconsolideerde basis
overeenkomstig deze afdeling en de gemengde financiële holding
onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van zowel deze afdeling als
afdeling 3.6.4, kan de Nederlandsche Bank, na overleg met de andere
betrokken toezichthoudende instanties, besluiten alleen de relevante
bepalingen van afdeling 3.6.4 op de gemengde financiële holding toe te
passen.

2. Indien de Nederlandsche Bank toezicht houdt op geconsolideerde basis
overeenkomstig deze afdeling en de gemengde financiële holding
onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van zowel deze afdeling als
afdeling 3.6.3, kan de Nederlandsche Bank, in overeenstemming met de
groepstoezichthouder van de in artikel 2, punt 8, onderdeel b, van de
richtlijn financiële conglomeraten bedoelde verzekeringssector,
besluiten alleen de relevante bepalingen van de belangrijkste sector als
bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn financiële
conglomeraten toe te passen.

G

Artikel 3:277 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt “niet-Europese
beleggingsonderneming of niet-Europese bank of een financiële
holding” vervangen door: niet-Europese beleggingsonderneming,
niet-Europese bank, financiële holding of gemengde financiële holding.

2. In het tweede lid vervallen de woorden: als bedoeld in artikel 3:289,
onderdeel d,.

H

Artikel 3:277a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt “als moederonderneming een
financiële holding heeft” vervangen door “als moederonderneming een
financiële holding of gemengde financiële holding heeft” en wordt
“indien de Nederlandse beleggingsonderneming, Nederlandse bank of de
financiële holding” vervangen door: indien de Nederlandse
beleggingsonderneming, Nederlandse bank, de financiële holding of
gemengde financiële holding.

2. In het tweede lid, wordt “financiële holding” vervangen door:
financiële holding of gemengde financiële holding.

I

In artikel 3:278, tweede lid, wordt “financiële holding” vervangen
door: financiële holding of gemengde financiële holding.

J

In artikel 3:278b, eerste lid, aanhef, tweede, derde en zevende lid,
wordt “Nederlandse financiële EU-moederholding” vervangen door:
Nederlandse financiële EU-moederholding of Nederlandse gemengde
financiële EU-moederholding. 

K

In artikel 3:278c, eerste lid, wordt “of Nederlandse financiële
EU-moederholding” vervangen door: , Nederlandse financiële
EU-moederholding of Nederlandse gemengde financiële EU-moederholding. 

L

Artikel 3:280a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “financiële EU-moederholding” vervangen
door: financiële EU-moederholding of gemengde financiële
EU-moederholding.

2. In het tweede lid wordt “belangrijke” vervangen door
“significante” en wordt “moederbank of financiële
moederholding” vervangen door: moederbank, financiële
EU-moederholding of gemengde financiële EU-moederholding.

3. In het vierde lid wordt “Nederlandse financiële
EU-moederholding” vervangen door: Nederlandse financiële
EU-moederholding of Nederlandse gemengde financiële EU-moederholding.

M

In de bijlage behorende bij artikel 1:79 wordt “3:74a, eerste tot en
met vierde lid” vervangen door: 3:74a, eerste tot en met vijfde lid.

N

In de bijlage behorende bij artikel 1:80 wordt “3:74a, eerste tot en
met vierde lid” vervangen door: 3:74a, eerste tot en met vijfde lid.

ARTIKEL IV

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:58e, eerste en tweede lid, wordt “een verzekeringsholding
met zetel in Nederland” vervangen door: een gemengde financiële
holding of verzekeringsholding met zetel in Nederland.

B

Artikel 3:282 vervalt.

C

Artikel 3:285 wordt gewijzigd als volgt: 

1. In het tweede en derde lid wordt “een verzekeringsholding”
telkens vervangen door: een gemengde financiële holding of
verzekeringsholding.

2. In het vijfde lid wordt “schadeverzekeraar of verzekeringsholding
met zetel in een lidstaat een verbonden onderneming is van een
gereglementeerde entiteit als bedoeld in artikel 3:289, onderdeel d, of
van een gemengde financiële holding” vervangen door:
schadeverzekeraar, gemengde financiële holding of verzekeringsholding
met zetel in een lidstaat hetzij een verbonden onderneming van een
gereglementeerde entiteit of zelf een gereglementeerde entiteit is, of
een gemengde financiële holding.

D

Na artikel 3:285 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3:285a

1. Indien de Nederlandsche Bank groepstoezichthouder is en de gemengde
financiële holding onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van
zowel deze afdeling als afdeling 3.6.4, kan de Nederlandsche Bank, na
overleg met de andere betrokken toezichthoudende instanties, besluiten
alleen de relevante bepalingen van afdeling 3.6.4 toe te passen. 

2. Indien de Nederlandsche Bank groepstoezichthouder is en een gemengde
financiële holding onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van
zowel deze afdeling als afdeling 3.6.2, kan de Nederlandsche Bank, in
overeenstemming met de toezichthoudende instanties die geconsolideerd
toezicht houden op de sector banken en de sector beleggingsdiensten,
bedoeld in artikel 2, punt 8, onderdeel a respectievelijk c, van de
richtlijn financiële conglomeraten, besluiten alleen de relevante
bepalingen van de belangrijkste sector als bedoeld in artikel 3, tweede
lid, van de richtlijn financiële conglomeraten toe te passen. 

E

Artikel 3:286, eerste lid, komt te luiden:

1. Ingeval de in artikel 3:285, eerste of tweede lid, bedoelde
deelnemende verzekeraar, gemengde financiële holding of
verzekeringsholding een dochteronderneming is van een Nederlandse
herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, van een Europese
herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, of van een
gemengde financiële holding of verzekeringsholding met zetel in een
lidstaat, zijn de artikelen 1:51e, 1:55a, 1:56, 1:58e, 3:271, 3:272,
3:288a tot en met 3:288f, 3:288h en 3:288i alleen van toepassing op het
niveau van de verzekeraar, gemengde financiële holding of
verzekeringsholding met zetel in een lidstaat die de uiteindelijke
moederonderneming is. 

F

In artikel 3:287, eerste lid, wordt “verzekeraar of
verzekeringsholding” telkens vervangen door: verzekeraar, gemengde
financiële holding of verzekeringsholding. 

G

Artikel 3:288a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt “verzekeringsholding met zetel in een
lidstaat” vervangen door: gemengde financiële holding of
verzekeringsholding met zetel in een lidstaat.

2. In het derde lid wordt “verzekeringsholding” vervangen door:
gemengde financiële holding of verzekeringsholding. 

3. In het vijfde lid, derde volzin, wordt “verzekeringsholding”
vervangen door: gemengde financiële holding of verzekeringsholding.  

H

In artikel 3:288c wordt “verzekeringsholding” vervangen door:
gemengde financiële holding of verzekeringsholding.  

I

In artikel 3:288e, eerste lid, wordt “verzekeringsholding” vervangen
door: gemengde financiële holding of verzekeringsholding. 

J

In artikel 3:288f, eerste lid, eerste volzin, wordt
“verzekeringsholding” vervangen door: gemengde financiële holding
of verzekeringsholding. 

K

In artikel 3:288h, vierde lid, wordt “bedoelde verzekeraar of de
verzekeringsholding” vervangen door: bedoelde verzekeraar of de
gemengde financiële holding of verzekeringsholding. 

L

In artikel 3:288i, eerste lid, wordt “verzekeringsholding met zetel in
Nederland” vervangen door: gemengde financiële holding of
verzekeringsholding met zetel in Nederland. 

M

In artikel 3:288j, vijfde en zesde lid, wordt “verzekeringsholding”
telkens vervangen door: gemengde financiële holding of
verzekeringsholding.

N

Artikel 3:288k wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt “de verzekeringsholding” vervangen door:
de gemengde financiële holding, verzekeringsholding.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt “verzekeringsholding”
vervangen door: gemengde financiële holding of verzekeringsholding. 

3. Het vierde lid komt te luiden:

4. De Nederlandsche Bank kan andere methoden toepassen die passend
toezicht waarborgen op herverzekeraars, levensverzekeraars en
schadeverzekeraars in een verzekeringsrichtlijngroep.

4. Het vijfde en zesde lid vervallen.

ARTIKEL V

Indien de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II eerder in werking
treedt dan deze wet, vervalt artikel I van deze wet. 

ARTIKEL VI

Indien het bij Koninklijke boodschap van [datum] ingediende voorstel van
wet houdende wijziging van de Wet financieel toezicht ter implementatie
van Richtlijn nr. 2012/…/EU van het Europees Parlement en de Raad van
… betreffende de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen
en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG van
het Europees Parlement en de Raad betreffende het aanvullende toezicht
op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en
beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat (PbEU 2012, L
…) (Implementatiewet Richtlijn kapitaalvereisten (CRD IV)) tot wet is
verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, vervalt artikel III
van deze wet. 

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. 

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet richtlijn financiële
conglomeraten I.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Financiën,

 

 

 PAGE    

 PAGE   15