Eindtekst
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie
Eindtekst
Nummer: 2013D24233, datum: 2013-05-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2013Z00393:
- Indiener: F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-01-15 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-01-22 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-01-23 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-02-14 14:00: Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (33514-(R1998)) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-04-24 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-05-21 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 21 mei 2013 Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN RIJKSWET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap te wijzigen in verband met de voorgestelde wijzigingen van de in het bij koninklijk boodschap van 4 oktober 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek in verband met het juridische ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Kamerstukken 33 032); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste lid onder c, komt te luiden: c. moeder: de vrouw tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat. B Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âwiens vaderschapâ vervangen door âvan wie het ouderschapâ en âvaderâ vervangen door: ouder. 2. In het vierde lid wordt âzijn biologische vaderschapâ vervangen door: zijn biologische ouderschap. C In artikel 6, eerste lid, onder n, wordt âvan het vaderschapâ vervangen door: van het ouderschap. D In artikel 16, eerste lid, onder a, wordt âgerechtelijke vaststelling van het vaderschapâ vervangen door: gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. ARTIKEL II Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, PAGE PAGE 1