[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33671 NR inzake Goedkeuring van de op 20 april 2012 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake de verwerking in Frankrijk van Nederlandse bestraalde splijtstofelementen (Trb. 2012, 93)

Goedkeuring van de op 20 april 2012 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake de verwerking in Frankrijk van Nederlandse bestraalde splijtstofelementen (Trb. 2012, 93)

Nader rapport

Nummer: 2013D26772, datum: 2013-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z12964:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


		‘s-Gravenhage, 14 juni 2013

		Aan de Koning

WJZ / 13091528

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot goedkeuring van de op 20
april 2012 

te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van
het Koninkrijk 

der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake de
verwerking in Frankrijk 

van Nederlandse bestraalde splijtstofelementen (Trb. 2012, 93)

=========================================================

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 april
2013, nr. 13.000891, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd   15 mei
2013, nr. W15.13.0113/IV, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen
aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. 

Ik moge U verzoeken, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, het
hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van
toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Economische Zaken,