Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Informele Milieuraad die op 16 en 17 juli a.s. in Vilnius zal plaatsvinden
Milieuraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2013D27539, datum: 2013-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.F.C. (Paulus) Jansen, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. Tijdink, griffier
Onderdeel van zaak 2013Z12525:
- Indiener: W.J. Mansveld, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-06-25 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-06-26 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-06-26 14:00: Informele Milieuraad d.d. 16-17 juli 2013 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-09-04 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-09-18 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2012-2013 Informele Milieuraad d.d. 16-17 juli 2013 Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld op 26 juni 2013 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de Informele Milieuraad van 16-17 juli 2013 (Kamerstuk 21501-08 nr. 469). De vragen en opmerkingen zijn op 26 juni 2013 aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door haar beantwoord. De voorzitter van de commissie Paulus Jansen De griffier van de commissie L. Tijdink I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Inleiding De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Milieuraad. De leden van de VVD-fractie hebben hier een aantal vragen over. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding op de informele Milieuraad van 16 en 17 juli 2013 en hebben hierover nog enkele vragen. De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetsstandpunt op het toekomstig internationaal klimaatbeleid ten behoeve van de informele Milieuraad en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen. De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Milieuraad en stellen bij deze gelegenheid graag een aantal vragen over de Nederlandse inbreng bij de Milieuraad. Financiering van biodiversiteit De leden van de VVD-fractie vragen zich bij de financiering van biodiversiteit af wat innovatieve financieringsmechanismen exact inhouden. Kan de staatssecretaris hier voorbeelden van geven? Hoe draagt Nederland concreet bij aan de ontwikkeling hiervan? Ook vragen deze leden waarom het van belang is om de prijs van effecten op biodiversiteit en het natuurlijk kapitaal door consumptie en productie in economische afwegingen een plek te geven op mondiaal, Europees en nationaal niveau. De leden van de VVD-fractie kunnen zich er overigens goed in vinden dat Nederland geen toezeggingen doet voor extra publieke middelen. De leden van de PvdA-fractie zouden, daar waar de discussie vooral gaat over de financiering van biodiversiteit, de staatssecretaris ook willen vragen aandacht te besteden aan het behouden en versterken van biodiversiteit door het wegnemen van bedreigingen ervan. Zo achten deze leden het van groot belang dat het aandeel eerste generatie biobrandstoffen, waartoe nog vaak bossen gekapt worden (zoals bijvoorbeeld in Maleisië met als gevolg op dit moment ook smogvorming in Singapore), te beperken en de Indirect Land Use Change-criteria voor biobrandstoffen vast te stellen. Ook hechten deze leden aan het behoud van agro-biodiversiteit. Ontwikkeling van monoculturen en zelfs uniculturen, waarbij slechts één genotype voorkomt, zijn zeer kwetsbaar en dreigen de genenpool mondiaal aan te tasten. Deze leden vragen de staatssecretaris ook deze aspecten in de discussie in te brengen. De leden van de D66-fractie vragen de staatssecretaris of zij een overzicht kan geven van de Nederlandse uitgaven per jaar tussen 2005 en 2015 aan internationale biodiversiteit, waarbij het aandeel officiële ontwikkelingshulp (ODA) wordt weergegeven. Kan de staatssecretaris schetsen wat de verwachte verdeling is tussen de EU lidstaten voor de opgave tot 2015, gelet op haar opmerking dat deze bijdrage niet evenredig verdeeld zal worden? Internationale klimaatonderhandelingen Met betrekking tot de internationale klimaatonderhandelingen vragen de leden van de VVD-fractie de staatssecretaris om te concretiseren hoe het door haar gewenste instrument ertoe zal leiden dat de klimaatinspanningen steeds verder worden vergroot, terwijl het tegelijkertijd aan landen zelf is om hun inspanningen aan te geven. Hoe kan de “opwaartse ambitiespiraal”, die de staatssecretaris in haar inbreng noemt, concreet vorm krijgen? En waarom is een “opwaartse ambitiespiraal” überhaupt wenselijk, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af. Ook vragen deze leden hoeveel steun er is voor de Nederlandse visie bij de andere lidstaten. Tenslotte constateren de leden van de VVD-fractie dat de staatssecretaris optimistisch is over de klimaatonderhandelingen. Dat is natuurlijk te prijzen, maar wat gaat de staatssecretaris doen als de klimaatonderhandelingen stranden? Deze leden vragen wat een eventueel mislukken van een akkoord betekent voor de concurrentiepositie van Nederland, bijvoorbeeld omdat Europa dan een emissiehandelssysteem (ETS) heeft en daar mondiaal geen afspraken over zijn gemaakt. De leden van de PvdA-fractie zijn tevreden over de inzet van de staatssecretaris met betrekking tot de klimaatonderhandelingen, waarbij het uitgangspunt is om de 2-gradendoelstelling binnen bereik te houden. Deze leden delen op zich de analyse dat alleen als de grote CO2-uitstoters onderdeel uitmaken van een akkoord, er echt grote stappen gezet kunnen worden, maar de praktijk wijst uit dat dit heel lastig is. Kan de staatssecretaris, zonder dit streven los te laten, kijken of landen die nu al een vorm van CO2-emissiehandel hebben, op een internationale bijeenkomst bij elkaar kunnen komen om te kijken of deze landen tot meer samenwerking kunnen overgaan en van elkaar kunnen leren? De leden van de PVV-fractie vragen de staatssecretaris hoe zij oordeelt over het feit dat de concentratie CO2 in de atmosfeer is toegenomen, maar dat, contrair aan de aannames in haar brief, de temperatuur op aarde al 16 jaar niet is gestegen. Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie hoe de staatssecretaris oordeelt over het feit dat de temperatuur op aarde altijd heeft gefluctueerd, en soms wel 20 keer hoger was dan nu, ook toen er nog geen mensen waren. Voorts vragen deze leden of de staatssecretaris ervan op de hoogte is dat de randen van de Sahel aan het vergroenen zijn, juist dankzij het feit dat CO2 ervoor zorgt dat planten beter water vasthouden. Gunt de staatssecretaris de bewoners aldaar een groenere omgeving en zo ja, is zij bereid de positieve rol van CO2 te benadrukken? De leden van de PVV-fractie vragen de staatssecretaris of zij op de hoogte is van het feit dat de concentratie van CO2 in de longen van mensen ongeveer 90 keer hoger ligt, namelijk 37.000 ppm, dan de concentratie CO2 in de atmosfeer. Hoe beoordeelt de staatssecretaris dit gegeven in het licht van de schadelijkheid van CO2, ook wetende dat CO2 voor de mensen pas schadelijk is vanaf 100.000 ppm? Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie hoeveel blijvende Nederlandse arbeidsplaatsen de bouw en het onderhoud van windturbines in Nederland zullen opleveren. Is de staatssecretaris op de hoogte van het feit dat het aantal banen in de windindustrie in het Verenigd Koninkrijk tegenvalt? Zo nee, waarom niet? Hoeveel euro subsidie wordt er in een baan in de windenergiebranche gestoken, afgezet tegen de subsidies die de komende jaren in de opwekking van windenergie worden gestoken? Deze leden vragen de staatssecretaris om bij de beantwoording de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk mee te nemen, alwaar op dit moment iedere baan in de windenergiebranche tussen de £100.000 en £150.000 aan subsidie kost. De leden van de PVV-fractie vragen de staatssecretaris, in het licht van de vorige vragen, waarom zij zo lichtvaardig de nieuwe initiatieven op klimaatgebied van de EU omarmt. De leden van de D66-fractie vragen de staatssecretaris waarom zij participatie in een nieuw klimaatakkoord voorop stelt, in plaats van het resultaat. Klopt het dat hiermee afstand genomen wordt van de eerdere Nederlandse lijn? Meer in het algemeen vragen deze leden zich af, of het manco van de voorbije jaren echt een tekort aan “proces” was, zoals de staatssecretaris lijkt te schetsen, of dat er vooral een tekort lag in de bereidheid van landen, bedrijven en de politiek om knopen door te hakken en voorbij de nationale economische belangen op de korte termijn te kijken naar een gezamenlijke inspanning waarmee de klimaatverandering tegengegaan had kunnen worden. De leden van de D66-fractie vragen of de staatssecretaris de uitspraak uit het regeerakkoord, “Wij streven internationaal naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050”, in de internationale klimaatonderhandelingen en in de bepaling van het Europese standpunt heeft ingebracht. Zet zij bewust in op afspraken rondom een duurzame energievoorziening, bijvoorbeeld door ook te pleiten voor een apart duurzaam energiedoel per 2030, of houdt de staatssecretaris slechts vast aan de eerdere Europese afspraak om de CO2-uitstoot met 80-95% terug te dringen in 2050? De leden van de D66-fractie vragen in het verlengde daarvan of de staatssecretaris zich actief uitspreekt voor een hard CO2-reductiedoel per 2030 of dat het bij een conditioneel doel blijft. Risicobeoordeling van schaliegas De leden van de VVD-fractie vragen de staatssecretaris wanneer een voorstel van de Europese Commissie verwacht wordt met betrekking tot randvoorwaarden voor een veilige winning van schaliegas en of dit voorstel ook (bindende) normen voor de winning van schaliegas zal bevatten. De leden van de PvdA-fractie steunen de inzet van de staatssecretaris om te kijken of er voor schaliegaswinning een Europees richtsnoer voor risicobeoordeling kan komen. De leden van de D66-fractie onderschrijven de meerwaarde van goed onderbouwde richtsnoeren op Europees niveau voor de eventuele winning van schaliegas. Deze leden vragen de staatssecretaris om de Kamer actief te (blijven) informeren over de Nederlandse inbreng ten aanzien van deze discussie in Europees verband. Deze leden vragen daarnaast of en zo ja, hoe de eventuele hogere CO2-uitstoot gedurende de levensduur van schaliegas wordt meegewogen. Vindt de staatssecretaris dat hiermee in de brandstofkwaliteitsrichtlijn en de regels voor het ETS rekening gehouden zou moeten worden, indien uit onderzoek blijkt dat er grote verschillen bestaan in de CO2-uitstoot in vergelijking met bijvoorbeeld conventioneel aardgas? Stel dat schaliegas gewonnen wordt buiten de EU (bijvoorbeeld in de Oekraïne), en vervolgens geïmporteerd en verstookt wordt in Europa, hoe wordt de CO2-uitstoot dan gewogen? Overige onderwerpen Met betrekking tot de stand van zaken van het voorstel voor backloading in het ETS willen de leden van de VVD-fractie graag van de staatssecretaris horen hoe groot zij de kans inschat dat er overeenstemming over het backloading voorstel wordt bereikt. De leden van de D66-fractie vragen de staatssecretaris of zij de laatste stand van zaken kan schetsen in de discussie over hoe brandstoffen met een hogere CO2-uitstoot, zoals teerzandolie, onder de brandstofkwaliteitsrichtlijn worden gewogen. Wanneer worden de uitkomsten van de impact analyse naar de mogelijke alternatieven bekend? II Reactie van de staatssecretaris PAGE PAGE 1