[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis

Eindtekst

Nummer: 2013D30022, datum: 2013-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z15669:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

18 juni 2013



	Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de
uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor een
voortvarende vervolging en berechting van geweld in de publieke ruimte
en geweld tegen personen met een publieke taak de gronden voor
voorlopige hechtenis aan te vullen en daartoe het Wetboek van
Strafvordering aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I 

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 67, eerste lid, onder c, wordt “artikel 31 van de Wet op de
kansspelen” vervangen door: artikel 36 van de Wet op de kansspelen.

B

1. In artikel 67a, tweede lid, wordt, onder vernummering van onderdeel 4
tot onderdeel 5, een onderdeel ingevoegd, luidende:

4o. indien er sprake is van verdenking van een van de misdrijven
omschreven in de artikelen 141, 157, 285, 300 tot en met 303 of 350 van
het Wetboek van Strafrecht, begaan op een voor het publiek toegankelijke
plaats, dan wel gericht tegen personen met een publieke taak, waardoor
maatschappelijke onrust is ontstaan en de berechting van het misdrijf
uiterlijk binnen een termijn van 17 dagen en 15 uren na aanhouding van
de verdachte zal plaatsvinden.

2. Aan artikel 67a, wordt na het derde lid een lid toegevoegd, dat
luidt:

4. Onder personen met een publieke taak zijn begrepen: personen die ten
behoeve van het publiek en in het algemeen belang een hulp- of
dienstverlenende taak vervullen. 

ARTIKEL IA

	Onze Minister van Veiligheid en Justitie zendt binnen drie jaar na de
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3