[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter uitvoering van Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden

Eindtekst

Nummer: 2013D30026, datum: 2013-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z20499:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

13 juni 2013

Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter
uitvoering van Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement
en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het
gebruik van biociden







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het noodzakelijk is ter
uitvoering van Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement
en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het
gebruik van biociden (PbEU, L 167), wijzigingen aan te brengen in de Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de Wet op de economische
delicten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De volgende begripsomschrijvingen worden in de alfabetische
rangschikking ingevoegd:

behandeld voorwerp: behandeld voorwerp als bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onder 1, van verordening (EU) Nr. 528/2012;

biociden: biociden als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, van
verordening (EU) Nr. 528/2012;

verordening (EU) Nr. 528/2012: Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het
Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de
markt aanbieden en het gebruik van biociden (PbEU, L 167).

b. De begripsomschrijving ‘biocide’ vervalt. 

c. In de begripsomschrijving ‘professionele gebruiker’ vervalt: of
biociden.

d. De begripsomschrijving ‘richtlijn 98/8/EG’ vervalt.

2. Het derde lid vervalt.

B

In artikel 2 vervalt het tweede lid onder vernummering van het derde lid
tot tweede lid.

C

Artikel 4, tweede lid komt te luiden:

2. Het college wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit voor
Nederland in de zin van artikel 81, eerste lid, van verordening (EU) Nr.
528/2012, tenzij in deze wet anders is bepaald.

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, tweede volzin wordt ‘en ieder toegelaten of
geregistreerde biocide die’ vervangen door: dat.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking
tot de tarieven bedoeld in artikel 80, tweede lid, van verordening (EU)
Nr. 528/2012. 

E

Hoofdstuk 5 komt te luiden:

HOOFDSTUK 5. BIOCIDEN

Artikel 41. Exclusieve economische zone

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn mede van
toepassing op biociden en behandelde voorwerpen binnen de exclusieve
economische zone.

Artikel 42. Definities biociden

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan
onder:

op de markt aanbieden: de levering van een biocide of een behandeld
voorwerp voor distributie of gebruik in het kader van een
handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, onder i, van verordening (EU) Nr. 528/2012;

toelating: toelating als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder o, van
verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel 43. Overtredingen van de verordening

1. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 17, eerste,
vijfde en zesde lid, artikel 27, eerste lid, 47, eerste lid, 56, 58,
eerste tot en met het zesde lid, 62, 68, eerste lid, 69, eerste en
tweede lid, en 72, eerste en derde lid van verordening (EU) Nr. 528/2012
of de ter uitvoering daarvan vastgestelde verordeningen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het handelen, bedoeld in
het eerste lid overeenkomstig verordening (EU) Nr. 528/2012 is
toegestaan.

3. Het is verboden biociden zonder toelating voorhanden of op voorraad
te hebben.

4. Het is verboden in strijd te handelen met een passende voorlopige
maatregel, bedoeld in artikel 88 van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel 44. Respijtperiode

De in artikel 42 bedoelde verboden gelden niet in de respijtperiode
bedoeld in artikel 52 van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel 45. Nadere regels voor het op de markt brengen

Bij regeling van Onze Minister kunnen ter uitvoering van verordening
(EU) Nr. 528/2012 regels worden gesteld over:

a. vrijstellingen van verordening (EU) Nr. 528/2012 met betrekking tot
bepaalde biociden vanwege belangen op het gebied van defensie, bedoeld
in artikel 2, achtste lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012;

b. de etikettering van biociden, bedoeld in artikel 69, derde lid, onder
b, van verordening (EU) Nr. 528/2012.

Artikel 46. Afwijkingen van de eisen

1. Onze Minister kan ter uitvoering van artikel 55 van verordening (EU)
Nr. 528/2012 ambtshalve of op aanvraag vrijstelling verlenen van het
verbod, bedoeld in artikel 42, eerste lid, om te handelen in strijd met
artikel 17, eerste lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012 en van de
voorwaarden van artikel 19 van verordening (EU) Nr. 528/2012 inzake het
verlenen van een toelating voor een biocide.

2. Indien een onverwijlde voorziening noodzakelijk is, kan Onze Minister
bepalen dat de vrijstelling onmiddellijk in werking treedt. In dat geval
wordt het vrijstellingsbesluit, in afwijking van artikel 3:42, tweede
lid, van de Algemene wet bestuursrecht op elektronische wijze
bekendgemaakt.

3. Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat een aanvraag
eerst in behandeling wordt genomen nadat een bij die regeling
vastgesteld bedrag is voldaan op een daarbij te bepalen wijze. Bij
regeling van Onze Minister kunnen tevens regels worden gesteld omtrent
de te volgen procedure en de minimumvoorwaarden voor vrijstelling.

Artikel 47. Toelating voor het op de markt aanbieden van biociden
volgens de vereenvoudigde toelatingsprocedure

Het college is belast met de uitvoering van artikel 27 van verordening
(EU) Nr. 528/2012.

Artikel 48. Tijdelijk beperken of verbieden

Het college is belast met de uitvoering van artikel 88 van verordening
(EU) Nr. 528/2012.

Artikel 49. Bekendmaking

Een besluit omtrent toelating of vrijstelling van een biocide van Onze
Minister of het college, wordt in de Staatscourant bekendgemaakt en
medegedeeld aan de aanvrager en de houder van de toelating.

F

In artikel 72 vervallen het derde tot en met het vijfde lid.

G

Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de artikelen 42 en 43’ vervangen door:
artikel 42.

2. In het derde lid, onder c, vervalt: of artikel 3, eerste lid, van
richtlijn 98/8/EG.

H

In artikel 90 vervalt ‘42,’ en ‘43a, 64, tweede, vierde, vijfde,
zesde of achtste lid, 65, derde of vierde lid, 67, eerste of tweede
lid,’.

I

Artikel 119 vervalt.

J

Hoofdstuk 9 vervalt.

K

In artikel 129 vervalt het derde lid onder vernummering van het vierde
tot en met het zesde lid tot het derde tot en met vijfde lid.

L

Artikel 130 vervalt.

M

Aan artikel 130a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de daarop berustende
bepalingen, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de Wet van
XX 2013 houdende wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden ter uitvoering van Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2012
betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PbEU,
L 167) (Stb. XXX) blijven voor zover nodig van toepassing in de in
artikel 89, tweede lid, van verordening (EG) Nr. 528/2012 bedoelde
gevallen.

ARTIKEL II

Artikel 1a van de Wet op de economische delicten wordt als volgt
gewijzigd:

a. onder 1˚, zinsnede na ‘Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden’, vervalt ‘42,’ en ‘43a, 64, tweede, vierde, vijfde,
zesde en achtste lid, 65, derde en vierde lid, 67, eerste en tweede
lid,’.

b. onder 3˚, zinsnede na ‘Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden’, wordt na ‘29,’ ingevoegd: 45,.

ARTIKEL III

De Wet op de economische delicten, zoals deze luidde vóór 1 september
2013, blijft van toepassing op economische delicten als bedoeld in
artikel 1a van de genoemde wet, die overtredingen zijn van de
voorschriften, gesteld bij of krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden zoals die luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van
deze wet.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2013. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31
augustus 2013, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij
terug tot en met 1 september 2013.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

 PAGE    

 PAGE   5