[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Regels tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65) (Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief)

Eindtekst

Nummer: 2013D30053, datum: 2013-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z16682:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

18 juni 2013			



	Regels tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het
Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het
burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65) (Uitvoeringswet verordening Europees
burgerinitiatief)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels
te stellen ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het
Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het
burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65);

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 

	In deze wet wordt verstaan onder:

	a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;

	b. Verordening: Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees
Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief
(PbEU 2011, L 65).

Artikel 2 

	Onze Minister is bevoegd:

	a. certificaten als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening
af te geven;

	b. de verificatie van de steunbetuigingen, bedoeld in artikel 8, tweede
lid, van de Verordening, te coördineren;

	c. certificaten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de
Verordening af te geven.

Artikel 3

	Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens en bescheiden
in ieder geval bij een aanvraag voor een certificaat als bedoeld in
artikel 6, derde lid, van de Verordening worden verstrekt.

Artikel 4

	1. De aanvrager draagt er zorg voor dat door Onze Minister aangewezen
ambtenaren ten behoeve van het beoordelen van de aanvraag voor een
certificaat als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening, met
medeneming van de benodigde apparatuur, de plaats kunnen betreden waar
het onlinesysteem, bedoeld in artikel 6 van de Verordening, zich bevindt
en ter plaatse inzage kunnen krijgen in het onlinesysteem. 

	2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, kunnen zich laten
vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen.

	3. Indien de plaats en het onlinesysteem, bedoeld in het eerste lid,
niet overeenkomstig dit artikel kunnen worden betreden respectievelijk
ingezien, kan de aanvraag worden afgewezen. 

Artikel 5

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld over de wijze waarop de steekproeven, bedoeld in artikel 8,
tweede lid, van de Verordening, worden uitgevoerd en over de
vaststelling van het totaal aantal geldige steunbetuigingen op basis van
de uitkomst van de steekproeven.

	2. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:

	a. de omvang van de steekproeven;

	b. de wijze waarop de selectie voor de steekproeven wordt bepaald. 

Artikel 6 

	1. Tegen een beschikking op grond van artikel 2, aanhef en onder c, kan
een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State.

	2. Artikel 7:1 en titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht blijven
buiten toepassing.

	3. In afwijking van artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet
bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of
storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee
weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State kan een kortere termijn stellen.

	4. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt de
zaak met toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet
bestuursrecht. Afdeling 8.2.4 blijft buiten toepassing. Aan Onze
Minister wordt terstond een afschrift van het beroepschrift gezonden. 

	

Artikel 7

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende
voorstel van wet aanpassing bestuursprocesrecht (32450), tot wet is
verheven, en eerder in werking is getreden dan, onderscheidenlijk op
hetzelfde tijdstip in werking treedt als deze wet, wordt deze wet als
volgt gewijzigd:

A

	Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

	1. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing
op een beschikking op grond van artikel 2, aanhef en onder c.

	2. In afwijking van artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of
storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee
weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State kan een kortere termijn stellen.

	3. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt de
zaak met toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet
bestuursrecht. Afdeling 8.2.4 blijft buiten toepassing. Aan Onze
Minister wordt terstond een afschrift van het beroepschrift gezonden. 

B

	Na artikel 9 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 9a

	De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

	1. In bijlage 1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

	Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef
en onder c.

	2. In bijlage 2, hoofdstuk 2, artikel 2, wordt in de alfabetische
rangschikking ingevoegd:

	Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef
en onder c.

	2. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende
voorstel van wet aanpassing bestuursprocesrecht (32450), tot wet is of
wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet
als volgt gewijzigd:

A

	Deel A, artikel I, onderdeel CCCCC, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In bijlage 1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

	Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef
en onder c.

	2. In bijlage 2, hoofdstuk 2, artikel 2, wordt in de alfabetische
rangschikking ingevoegd:

	Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef
en onder c.

B

	Na deel B, artikel VII, wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIA

	Artikel 6 van de Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief
komt te luiden:

Artikel 6

	1. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing
op een beschikking op grond van artikel 2, aanhef en onder c.

	2. In afwijking van artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of
storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee
weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State kan een kortere termijn stellen.

	3. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt de
zaak met toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet
bestuursrecht. Afdeling 8.2.4 blijft buiten toepassing. Aan Onze
Minister wordt terstond een afschrift van het beroepschrift gezonden. 

Artikel 8

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Artikel 9

	Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verordening Europees
burgerinitiatief.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1