[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Nieuwe begrotingsindeling Hoofdstuk V Buitenlandse Zaken en Hoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2013

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2013D30465, datum: 2013-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z13518:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 

.. 2013

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij twee
fracties de behoefte de ministers van Buitenlandse Zaken en voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking enkele vragen en
opmerkingen voor te leggen inzake de brief d.d. 27 juni 2013 over de
nieuwe begrotingsindeling Hoofdstuk V Buitenlandse Zaken en Hoofdstuk
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking’ (  HYPERLINK
"http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=7709668b-2250-4add-b48a-4685146c9e
e9"  33400-V-141 ).

De ministers hebben op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van

. 2013. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van
de bewindspersonen zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Eijsink

De griffier van de commissie,

Van Toor

Inbreng van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen
van de nieuwe begrotingsindeling Hoofdstuk V Buitenlandse Zaken en
Hoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zij
hebben hierover enkele vragen. 

Het voorstel is pas later naar de Kamer gestuurd dan oorspronkelijk
gepland. Hierdoor resteerde voor de leden minder tijd dan gebruikelijk
om een inbreng te leveren. De leden van de PvdA-fractie vragen de
ministers welke redenen hieraan ten grondslag lagen? 

Ook wat betreft de nieuwe indeling van artikelen hebben de leden van de
PvdA-fractie enkele vragen. Zij willen dat de Kamer goed inzicht krijgt
en heeft op de begroting en besteding van de budgetten voor de
speerpunten en private sector ondersteuning. Zij vragen de ministers op
welke wijze zij dit inzichtelijk gaan maken en of de voorziene indeling
voldoet aan deze wens van de leden van de PvdA-fractie. Zijn de
speerpunten en het budget voor private sector ondersteuning in de nieuwe
begroting financieel te volgen? 

De leden van de PvdA-fractie roepen de ministers op om zo duidelijk als
mogelijk aan te geven in de begroting welke sub-artikelen onder deze
artikelen vallen en via welke kanalen de bestedingen op de artikelen en
sub-artikelen (zullen) lopen en vragen hierop een reactie van de
ministers. Ook vragen deze leden aan de ministers om zo goed als
mogelijk inzichtelijk te maken onder welk(e) artikel(en) het
bedrijfsleveninstrumentarium voor ontwikkelingssamenwerking valt en aan
te geven of dit mogelijkerwijs een apart sub-artikel zou kunnen zijn.

De leden van de PvdA-fractie vinden het ook van belang in de begroting
te kunnen zien welke budgetten direct geoormerkt zijn voor besteding
door maatschappelijke organisaties en vragen de ministers dit zo
inzichtelijk als mogelijk te maken. Ook achten zij het wenselijk dat
voor iedereen duidelijk is op (welk deel van) welke budgetten van welke
artikelen in de begroting maatschappelijke organisaties mede aanspraak
kunnen maken. Zij vragen de ministers welke mogelijkheden zij zien dit
in de begroting inzichtelijk te maken.

Inbreng van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen
van de nieuwe begrotingsindeling Hoofdstuk V Buitenlandse Zaken en
Hoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze
leden hebben enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de D66-fractie constateren in algemene zin dat het kabinet
de ambitie om ontwikkelingssamenwerking en handel hand in hand te laten
lopen in concreto nog niet waarmaakt. Deze leden zijn van mening dat een
integrale benadering voor de bevordering van duurzame groei mogelijk is,
als de middelen en visie aansluiten op de doelstellingen. Die benadering
ontbreekt op dit moment. Het feit dat de minister na het notaoverleg
over de notitie “Wat de wereld verdient” nog twintig brieven moest
sturen op verschillende beleidsonderdelen onderschrijft volgens hen deze
stelling.  Daar komt bij dat er nog altijd grote onduidelijkheid bestaat
over de twee nieuwe fondsen die het kabinet in het leven roept, het
Dutch Good Growth Fund en het Budget voor Internationale Veiligheid.
Deze leden hadden liever een duidelijkere invulling van beleid gezien;
zij vinden het daarnaast wenselijker dat de nieuwe begrotingsindeling
pas gerealiseerd zou moeten worden na de formulering van dat beleid.

De leden van de D66-fractie constateren dat de ministers ervoor kiezen
nu al over te gaan tot de nieuwe indeling. Dat had volgens deze leden
dan tijdig moeten gebeuren. De ministers hadden toegezegd de nieuwe
begrotingsindeling medio mei naar de Kamer te sturen. De Kamer kreeg de
nieuwe begrotingsindeling echter Ă©Ă©n week voor het zomerreces. De
leden hebben hier acht vragen over, die zij graag apart beantwoord zien:

1)	Waarom hebben de ministers de brief niet eerder verstuurd?

2)	Wanneer was voor de ministers duidelijk dat er vertraging zou
optreden?

3)	Waarom heeft de Kamer op dat moment geen notificatie ontvangen van
deze vertraging? 

4)	Waarom hebben de ministers in de brief van 27 juni 2013 geen
moverende redenen opgesomd die de vertraging zouden kunnen verklaren?

5)	Delen de ministers de mening dat het door deze vertraging – in
verband met het reces en in verband met Prinsjesdag – nauwelijks
mogelijk is voor de Kamer om mogelijke aanpassingen van het hele pakket
met de ministers te bespreken? 

6)	Delen de ministers de mening dat de Kamer na Prinsjesdag de
mogelijkheid heeft om de begrotingsindeling per amendement aan te
passen, maar dat eventuele aanpassingen in brede zin in de praktijk zeer
moeilijk realiseerbaar zijn?

7)	Hoe verhoudt deze vertraging zich volgens de ministers tot de
volgende uitspraak van de minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking op 13 juni 2013, waarin zij de suggestie wekt
de Kamer de kans te geven om over het pakket te spreken: “Gelet op
hetgeen wij vanavond hebben gewisseld, kan ik mij goedvoorstellen dat
het voor de Kamer interessant is om naar deze nieuwe
begrotingshoofdstukken en de beleidsartikelen te kijken. Als de Kamer
dat graag wil, kunnen wij daar wellicht op een later moment nog over
spreken”?

8)	Delen de ministers de mening dat het beter was geweest als de nieuwe
indeling in mei was opgestuurd, zodat de commissies meer mogelijkheden
hadden gehad om zich uit te spreken over de nieuwe indeling,
bijvoorbeeld naar analogie van de commissie Infrastructuur en Milieu die
begin 2012 advies vroeg aan de Algemene Rekenkamer, waarna de minister
van Infrastructuur en Milieu inderdaad een aantal aanpassingen
doorvoerde?

De leden van de D66-fractie vragen zich af hoe de “nieuwe agenda” en
de drie ambities van het kabinet (het uitbannen van extreme armoede in
Ă©Ă©n generatie, duurzame en inclusieve groei en succes voor Nederlandse
bedrijven in het buitenland) expliciet tot uitdrukking komen in de
nieuwe begrotingsindeling. Hoe zal dat gebeuren? Deze leden constateren
dat een betere aansluiting bij de speerpunten van het OS-beleid Ă©Ă©n
van de uitgangspunten is van de nieuwe begrotingsindeling. Komt dit in
de nieuwe indeling helder naar voren? Zo ja, op welke manier? Zo neen,
waarom niet? Deze leden constateren dat het artikel “Duurzame handel
en investeringen” de versterking van internationale handelssystemen,
de Nederlandse handelspositie, de private sectorontwikkeling in
ontwikkelingslanden en het Dutch Good Growth Fund omvat. De ministers
stellen dat “het fonds zichtbaar wordt gemaakt in de begroting als
artikelonderdeel.” Wat betekent dit precies? Hoe zal dit eruit gaan
zien? Wordt uitgesplitst hoe het Dutch Good Growth Fund precies zal
worden ingevuld? Zo neen, waarom niet?

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over specifieke
artikelen. Waarom komt het versterken van het draagvlak in eigen land
voor het buitenlandbeleid niet meer tot uitdrukking in een artikel? Wat
betekent de toevoeging “met een breed draagvlak” in artikel 1.1 ten
aanzien van internationale instellingen? Wat is inhoudelijk en
budgettair het verschil tussen 1.3 en 1.4 bij Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking? Wat valt er onder 5.2, “overig
armoedebeleid” in de begroting Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking? Hoe verhouden artikel 5.1 (versterkte
multilaterale betrokkenheid) van Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking en 1.1 (een goed functionerende internationale
rechtsorde)  van Buitenlandse Zaken zich tot elkaar?