[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33656, bijgewerkt t/m nr. 4 (NvV d.d. 2 augustus 2013)

Wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D31820, datum: 2013-08-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z11603:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 4 (NvV d.d. 2 augustus 2013)





	33 656	Wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de
samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de samenvoeging van de
voormalige ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van
Economische Zaken het wenselijk maakt dat de bestaande kaderwetten voor
de verstrekking van subsidies van deze voormalige ministeries worden
geïntegreerd, en dat de overgang per 5 november 2012 van het
beleidsterrein van internationale handel van het ministerie van
Economische Zaken naar het ministerie van Buitenlandse Zaken dient te
leiden tot aanpassing van de subsidiekaderwetten van beide ministeries;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Kaderwet EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt “Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie” vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

B

	Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen
in het beleid inzake:

	a. bosbouw;

	b. dierenwelzijn;

	c. energie en duurzaamheid;

	d. innovatie;

	e. landbouw en landbouwonderwijs;

	f. mededinging;

	g. natuur;

	h. ondernemerschap;

	i. openluchtrecreatie;

	j. post;

	k. regionale ontwikkeling;

	l. telecommunicatie;

	m. visserij;

	n. voedselveiligheid.

	2. In het tweede lid wordt “het Ministerie van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie” vervangen door: het Ministerie van Economische
Zaken.

	3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Het eerste lid is niet van toepassing op landbouwonderwijs voor
zover Onze Minister subsidie voor landbouwonderwijs en onderzoek op
één van de terreinen, genoemd in het eerste lid, kan verstrekken bij
of krachtens een andere wet.

C

	Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen bij
of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze
Minister de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, nader
worden bepaald alsmede andere criteria voor die verstrekking worden
vastgesteld.

2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	h. het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie
in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet
bestuursrecht.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

	Indien de in artikel 3, eerste lid, bedoelde regels bepalen dat de
subsidie kan worden verstrekt in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba, is deze wet voor die subsidie aldaar van toepassing.

E

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

1. Voor zover subsidieverstrekking in strijd zou zijn met ingevolge een
verdrag voor de Staat geldende verplichtingen, kan Onze Minister:

a. subsidieverstrekking weigeren;

b. een subsidie lager vaststellen dan overeenkomstig de
subsidieverlening;

c. een subsidieverlening of subsidievaststelling intrekken of ten nadele
van de ontvanger wijzigen.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen
personen.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde
lid tot tweede en derde lid.

G

	Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. Na de inwerkingtreding van de wet van                   tot wijziging
van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de
voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit) (Stb.      ,     ) berusten de op grond van artikel 4
van de Kaderwet LNV-subsidies vastgestelde ministeriële regelingen op
artikel 3 van deze wet.

2. Het bij of krachtens de Kaderwet LNV-subsidies bepaalde blijft van
toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van de wet van     
               tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing
aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken
en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb.    ,      ) zijn
verstrekt.

ARTIKEL II

	De Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt als
volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder
“Onze Minister”: Onze Minister van Buitenlandse Zaken of Onze
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt: dan wel Onze Ministers kunnen.

2. Onderdeel e komt te luiden:

e. het behartigen van sociale, culturele en economische belangen in het
buitenland;.

3. In onderdeel h wordt “ en” vervangen door een puntkomma.

4. Onderdeel i wordt geletterd onderdeel j. 

5. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: 

i. het bevorderen van de internationale economische betrekkingen en

C

In artikel 4, tweede lid, vervalt: dan wel namens Onze Ministers.

D

In de artikelen 5, eerste lid, en 6, eerste lid, vervalt telkens: dan
wel Onze Ministers.

E

In artikel 5, vierde lid, vervalt: dan wel Onze Ministers kunnen.

F

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. De op grond van artikel 3 in samenhang met artikel 2, eerste lid,
onder e, van de Kaderwet EZ-subsidies, zoals deze luidde voor
inwerkingtreding van de wet van             tot wijziging van de
Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige
ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit) (Stb.	), vastgestelde ministeriële regelingen,
berusten op artikel 3, eerste lid, van deze wet.

2. Het bij of krachtens de Kaderwet EZ-subsidies bepaalde blijft van
toepassing op subsidies die zijn verstrekt krachtens artikel 3 in
samenhang met artikel 2, eerste lid, onder e, van die wet, zoals deze
luidde voor inwerkingtreding van de wet van              tot wijziging
van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de
voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit) (Stb.	).

ARTIKEL III 

De Kaderwet LNV-subsidies wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

	In de opsomming van artikel 4 van bijlage 2 bij de Algemene wet
bestuursrecht vervalt “Kaderwet LNV-subsidies”.

ARTIKEL V

	In artikel 69 van de Meststoffenwet wordt “de Kaderwet
LNV-subsidies” vervangen door: de Kaderwet EZ-subsidies. 

ARTIKEL VI

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Economische Zaken, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   3