[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33719 Adv RvSt inzake de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen

Wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet ten behoeve van gecombineerde verkiezingen van vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap en de verkiezingen voor de provinciale staten (Wet aanpassing waterschapsverkiezingen)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2013D34312, datum: 2013-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z16571:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W14.13.0100/IV	's-Gravenhage, 17 mei 2013

Bij Kabinetsmissive van 16 april 2013, no.13.000786, heeft Hare
Majesteit Koningin Beatrix, op voordracht van de Minister van
Infrastructuur en Milieu, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van
de Kieswet en de Waterschapswet ten behoeve van gecombineerde
verkiezingen van de vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het
algemeen bestuur van het waterschap en de verkiezingen voor de
provinciale staten (Wet aanpassing waterschapsverkiezingen), met memorie
van toelichting.

Het voorstel regelt de directe verkiezing van de vertegenwoordigers voor
de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap. Hiervoor
worden stembusverkiezingen ingevoerd die gelijktijdig zullen
plaatsvinden met de verkiezing van de leden van de provinciale staten.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt opmerkingen over de integratie in de
Kieswet, het belang van geregistreerde groeperingen en het verschil in
kiesgerechtigdheid. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing
van het voorstel wenselijk is.

1.	Integratie in de Kieswet

Het voorstel integreert de regeling van de verkiezing van de
vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het
waterschap in de Kieswet. De Afdeling heeft hiertoe eerder geadviseerd
en onderschrijft deze keuze. De verkiezing voor de waterschappen wijkt
echter op een aantal punten af van die van de andere verkiezingen die in
de Kieswet geregeld worden, onder meer op het punt van de registratie
van groeperingen. Het voorstel leidt daarom tot het op verschillende
plaatsen in de Kieswet invoegen van bepalingen die specifiek zien op de
verkiezing van het algemeen bestuur van de waterschappen en tot de
vernummering van hoofdstuk A. In de toelichting wordt gesteld dat de
keuze voor het opnemen van de bepalingen voor de waterschapsverkiezingen
door de Kieswet heen in plaats van in een apart hoofdstuk leidt tot een
betere integratie van de regeling van deze verkiezingen.

De Afdeling merkt op dat de wijze van verkiezing van de
vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het
waterschap in de afgelopen decennia regelmatig onderwerp van discussie
is geweest en dat dit heeft geleid tot diverse wetswijzigingen, waarbij
telkens bleek dat deze niet voldeden aan de verwachtingen, zodat daarop
weer nieuwe wijzigingen plaatsvonden. Ook bij deze wijziging moet
bijvoorbeeld nog worden afgewacht of de beoogde doelstelling van een
hogere opkomst bereikt zal worden. Verder staat in het regeerakkoord dat
de waterschappen zullen worden samengevoegd met de landsdelen. Dit zou
op termijn betekenen dat de bepalingen over de verkiezing van de
vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het
waterschap weer uit de Kieswet moeten worden gehaald. De Afdeling
adviseert daarom, in navolging van de Kiesraad, om de bepalingen over de
verkiezing van de waterschappen voorshands in een apart hoofdstuk van de
Kieswet onder te brengen, zoals ook is gebeurd met de bepalingen over de
verkiezing van de Eerste Kamer en het Europees Parlement. Indien blijkt
dat de voorgestelde wijze van verkiezen de gewenste resultaten oplevert
en de discussie over het (zelfstandig) voortbestaan van de waterschappen
is afgerond, kunnen deze bepalingen eventueel alsnog worden
geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van de Kieswet.

De Afdeling adviseert het voorstel aan te passen.

2.	Belang van geregistreerde groeperingen

a.	Eis aanwijsbaar belang

Het voorstel brengt geen wijziging aan in de eis dat een groepering die
wil meedoen aan de verkiezing van de vertegenwoordigers voor de
ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap een aanwijsbaar
belang moet hebben bij de taakuitoefening van het waterschap. De vraag
of dit belang gesteld zou moeten worden is bij de invoering van het
lijstenstelsel voor de verkiezing van de waterschappen diverse malen aan
de orde geweest. Terecht heeft de Kiesraad in zijn advies over dit
voorstel nogmaals deze vraag gesteld. De Afdeling merkt op dat de
reactie in de toelichting op het advies van de Kiesraad op dit punt
summier is en tevens het standpunt van de Kiesraad miskent. De Afdeling
adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

b.	Schrapping van registratie

Indien het van belang wordt geacht dat alleen groeperingen met een
aanwijsbaar belang kunnen deelnemen aan de verkiezing voor de
waterschappen wijst de Afdeling op het volgende. Blijkens het voorstel
moet dit belang bij de registratie worden aangetoond. De Afdeling merkt
op dat bij de bepalingen over het schrappen van de registratie in het
zevende lid van het voorgestelde artikel G 2a niet geregeld is dat een
groepering geschrapt wordt indien deze niet langer een aanwijsbaar
belang heeft bij de taakuitoefening van het waterschap. Hierdoor is het
mogelijk dat een groepering uitsluitend met het oogmerk van registratie
een dergelijk belang opneemt in de statuten, maar dit na de registratie
weer schrapt. Gelet op de doelstelling van de eis van het aanwijsbare
belang voor deelname is dit ongewenst. De Afdeling adviseert daarom in
het zevende lid van het voorgestelde artikel G 2a te bepalen dat een
registratie geschrapt wordt indien de groepering niet langer een
aanwijsbaar belang heeft bij de taakuitoefening van het waterschap. 

3.	Verschil in kiesgerechtigdheid

Voor provinciale staten zijn alleen Nederlanders kiesgerechtigd, terwijl
voor de waterschapsverkiezingen het ingezetenschap het criterium is voor
kiesgerechtigdheid. Dit verschil in kiesgerechtigdheid betekent dat bij
een combinatie met de verkiezing van provinciale staten ingezetenen die
niet de Nederlandse nationaliteit bezitten wel mogen stemmen voor de
waterschappen, maar niet voor de provinciale staten. Dit kan tot
verwarring leiden over de vraag waarom een kiezer niet mag stemmen voor
de provinciale staten. De toelichting gaat niet in op dit verschil in
kiesgerechtigdheid. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen.

4.	Voor een redactionele kanttekening verwijst de Afdeling naar de bij
het advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,	

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W14.13.0100/IV met een redactionele kanttekening die de
Afdeling in overweging geeft.

Artikel I, onder Q vervangen door: In het opschrift van hoofdstuk G
wordt na politieke groepering toegevoegd: of een belangengroepering.

	Advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van 22
september 2011, Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 4.

	Toelichting, paragraaf 4, Consultatie en advisering, negende alinea.

	Regeerakkoord "Bruggen slaan", Hoofdstuk XIII Bestuur: "De
waterschappen worden

	samengevoegd met de landsdelen" (Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr.
15, blz. 40).

	Advies van de Kiesraad van 15 februari 2013 over de Wet
stembusverkiezingen ingezetenen algemeen bestuur waterschap.

	Zie onder meer het advies van de Raad van State van 25 mei 2006 over
het voorstel van Wet modernisering waterschapsbestel (W09.06.0041)
Kamerstukken II 2005/06, 30 601, nr. 4., de discussie hierover in de
Eerste Kamer (Kamerstukken I, 2006/07, 30 601, E) en het advies van de
Kiesraad van 3 juli 2007 over het Waterschapsbesluit.

	Toelichting, paragraaf 4, Consultatie en advisering, tiende alinea. De
Kiesraad merkt op dat een materiële toets strijdig is met het
uitgangspunt van de Kieswet dat de registratie van partijen uitsluitend
is bedoeld om de duidelijkheid voor de kiezer te bevorderen. In het
Kamerstuk waarnaar door de Kiesraad wordt verwezen staat dat de
registratie daarmee niet bedoeld is als een soort vergunningstelsel voor
politieke partijen (Kamerstukken II 1987/88, 20 264, nr. 3, blz. 26).
Voor de waterschapsverkiezingen is registratie van een aanduiding
waarbij van een aanwijsbaar belang wordt uitgegaan, een voorwaarde voor
deelname en dus kan daar gesproken worden van een vergunningstelsel. De
stelling dat de regering de opmerking van de Kiesraad onderschrijft is
daarmee onjuist.

	Zie het voorgestelde artikel I, onder R, vierde lid, onder a van
artikel G 2a.

	Toelichting, paragraaf 2.4, specifieke bepalingen voor de
waterschapsverkiezingen, derde alinea.

	Zie artikel B 2 van de Kieswet.

 PAGE   1 

  PAGE  3 

 PAGE   I 

AAN DE KONING

........................................................................
...........