Brief aan de commissievoorzitters over voorbereiding behandeling ontwerpbegrotingen 2014 in de commissies
Brief commissie
Nummer: 2013D34371, datum: 2013-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2013Z16741:
- Indiener: M.G.J. Harbers, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2013-09-10 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2013-09-11 13:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-09-18 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-09-18 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2013-09-18 16:30: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-09-19 10:00: Procedurevergadering cie. Wonen en Rijksdienst (Procedurevergadering), algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst (2012-2017)
- 2013-09-19 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2013-09-19 11:30: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2013-09-19 12:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2013-09-19 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2013-09-19 15:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2013-09-24 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2013-10-02 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-10-02 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-10-02 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-10-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-10-31 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de voorzitters van de vaste commissies Plaats en Datum Den Haag, 5 september 2013 Betreft Voorbereiding behandeling ontwerpbegrotingen 2014 in de commissies Ons kenmerk 2013Z16741/ 2013D34371 In afschrift aan de commissiegriffiers Bijlagen Geachte voorzitters, De commissie voor de Rijksuitgaven informeert u hierbij over de behandeling van de rijksbegroting 2014 in de commissies. Tevens doet de commissie u aanbevelingen over de inzet van instrumenten die voor de begrotingsbehandeling beschikbaar zijn. De aanbevelingen van de commissie zijn gebaseerd op de begrotingsbehandelingen in de voorgaande jaren, in het bijzonder die van afgelopen jaar. Aanbevolen wordt dat commissies procedurebesluiten nemen over: inbrengtermijnen voor feitelijke vragen; het houden van een wetgevingsoverleg (WGO) in de vorm van een: WGO begrotingsonderzoek; WGO over een deel van de begroting (bijv. over sport, politie of energie); het houden van een begrotingsoverleg het aanwijzen van één of meer rapporteurs. briefings door de Algemene Rekenkamer Begrotingen 2014; aandacht voor kwaliteit begrotingen en beleidsdoorlichtingen De begrotingen voor 2014 worden formeel aan de Kamer aangeboden op dinsdag 17 september (Prinsjesdag 2014). Deze begrotingen zijn net als het voorgaande jaar volledig opgesteld conform de opzet van Verantwoord Begroten. Uit de evaluatie van de vorige begrotingsbehandeling komt naar voren dat aandacht voor de kwaliteit van de begroting relevant is gebleken. De nieuwe systematiek heeft weliswaar tot verbeteringen geleid in de financiële informatie, maar verschillende commissies vonden het inzicht dat door de regering werd geboden in onder meer de doelen en de effectiviteit ontoereikend. De commissies wordt aanbevolen om ook bij de begrotingsbehandeling dit jaar wederom gericht aandacht te besteden aan de kwaliteit van de begroting en daarbij extra te letten op de planning en de gewenste behandeling van beleidsdoorlichtingen. De beleidsdoorlichtingen zijn in de opzet van Verantwoord Begroten belangrijke documenten waarin de regering, in aanvulling op begrotingen en jaarverslagen, beleidsinformatie verstrekt en verantwoording aflegt over het beleid. Uit de evaluatie van de voorgaande begrotingsbehandelingen blijkt tevens dat het benoemen van een rapporteur en het besteden van aandacht aan de kwaliteit van een begroting tijdens een wetgevingsoverleg of begrotingsonderzoek meerwaarde hebben voor de Kamer. Het heeft geleid tot een verdieping van het debat en heeft de controlerende taak van de Kamer versterkt. Toelichting op de aanbevelingen In aanvulling op het voorgaande worden hierna de eerder genoemde aanbevelingen voor de behandeling van de ontwerpbegrotingen 2014 toegelicht (zie bijlage 1 voor een overzicht van de instrumenten). De aanbevelingen zijn mede gebaseerd op evaluaties van de behandeling van de rijksbegrotingen. Aanbeveling 1. Inbrengtermijnen voor feitelijke vragen De commissie voor de Rijksuitgaven adviseert u feitelijke vragen te stellen over de afzonderlijke stukken en de inbrengtermijnen zo vast te stellen dat de antwoorden beschikbaar zijn voor een eventueel wetgevings- of begrotingsoverleg. Aanbeveling 2 a. Een wetgevingsoverleg in de vorm van een begrotingsonderzoek De commissie voor de Rijksuitgaven beveelt aan een begrotingsonderzoek te houden en daarbij in elk geval aandacht te besteden aan de opzet en kwaliteit van de begroting in termen van adequate doelen, prestatiegegevens, indicatoren en financiële instrumenten. Het is gebruik dat commissies daarnaast ook enkele specifieke thema’s die in de begroting aan de orde komen, agenderen voor het begrotingsonderzoek. Aanbeveling 2 b. Een wetgevingsoverleg over een deel van de begroting Ervaring leert dat het voor veel commissies wenselijk is om - al dan niet in aanvulling op een begrotingsonderzoek - een deel van de begroting of van het beleidsterrein in een afzonderlijk wetgevingsoverleg te behandelen (bijvoorbeeld over sport, natuur of energie). Aanbeveling 3. Een begrotingsoverleg In het Reglement van Orde van de Kamer wordt deze vorm van wetgevingsoverleg in artikel 39a benoemd. In een dergelijk overleg wordt de begroting eerst systematisch en uitgebreid - bij voorkeur artikelsgewijs - in commissieverband behandeld, waardoor de plenaire afronding meer toegespitst kan worden op de politieke hoofdpunten. Deze vorm van overleg wordt in de praktijk zeer beperkt toegepast door commissies. Aanbeveling 4. Aanwijzen van een rapporteur Het gebruik maken van een rapporteur heeft een positief effect. Het blijkt in de praktijk te leiden tot meer concrete toezeggingen over het verbeteren van de kwaliteit van de begroting. Daarnaast is het mogelijk om ook voor de te agenderen inhoudelijke thema’s uit de begroting één of meer rapporteurs aan te wijzen. Aanbeveling 5. Briefings door de Algemene Rekenkamer De Algemene Rekenkamer heeft de Kamer het voorgaande jaar bij de verschillende begrotingshoofdstukken per brief geïnformeerd over een aantal aandachtspunten. Ook bij de komende begrotingen zal dit het geval zijn. Deze brieven zullen in de periode eind september-eind november naar de Kamer gestuurd worden, voorafgaand aan de geplande begrotingsbehandelingen. In aanvulling daarop biedt de Rekenkamer, afhankelijk van de inhoud en waar mogelijk in combinatie met andere voor de betreffende commissies relevante geplande publicaties, aan om een briefing te verzorgen aan de commissie(s) indien daar behoefte aan is. Het ligt voor de hand deze briefings te laten plaatsvinden vóór de Kamerbehandeling van de desbetreffende departementale begroting, zodat leden de aangedragen informatie desgewenst kunnen gebruiken bij de Kamerbehandeling. Commissies kunnen voor de ondersteuning bij de behandeling van de begroting 2014 een beroep doen op het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven. De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen BIJLAGE 1 Mogelijkheden voor de begrotingsbehandeling De Tweede Kamer beschikt over verschillende instrumenten die bij de begrotingsbehandeling kunnen worden ingezet. In onderstaand overzicht zijn de opties die een commissie heeft uiteengezet. Tabel 1a. Mogelijkheden voor de begrotingsbehandeling 1. feitelijke vragen 2 wetgevingsoverleg over geselecteerde onderwerpen (begrotingsonderzoek) 3. wetgevingsoverleg over een onderdeel van de begroting 4. wetgevingsoverleg in de vorm van begrotingsoverleg 5. plenaire begrotingsbehandeling Tabel 1b. Toelichting op de verschillende modaliteiten Ad 1. Feitelijke vragen Door vrijwel alle commissies wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in eerste instantie schriftelijk feitelijke vragen te stellen aan bewindspersonen over de ontwerpbegroting. De termijn van beantwoording wordt bij voorkeur zodanig vastgesteld dat antwoorden beschikbaar zijn bij een eventueel te houden begrotingsonderzoek of wetgevingsoverleg. Ad 2. wetgevingsoverleg over geselecteerde onderwerpen (begrotingsonderzoek) Een begrotingsonderzoek is een wetgevingsoverleg van doorgaans twee of drie uur, dat veelal in de week voorafgaand aan de plenaire begrotingsbehandeling wordt gehouden. Op de agenda staan door de commissie vooraf geselecteerde onderwerpen. Het begrotingsonderzoek dient ter voorbereiding op de plenaire begrotingsbehandeling en kan vooral nuttig zijn om onduidelijkheden in de begroting verhelderd te krijgen. Bij een begrotingsonderzoek wordt vaak in het eerste gedeelte nadrukkelijk aandacht besteed aan de kwaliteit van de begroting. Een optie daarbij is het aanwijzen van een rapporteur namens de commissie. Ad 3. wetgevingsoverleg over een onderdeel van de begroting In sommige gevallen besluit een commissie om een bepaald onderdeel van de begroting in een afzonderlijk wetgevingsoverleg te behandelen. Veelal zijn dit uitvoerige overleggen op maandag gedurende een aantal uren of een hele dag. Deze variant werd in het verleden vaak gekozen met het oog op verdeling van beleidsterreinen tussen bewindslieden, respectievelijk verdeling van woordvoerderschappen binnen fracties. Bijvoorbeeld over MIRT (onderdeel I&M-begroting), sport (onderdeel VWS-begroting), cultuur (onderdeel OCW-begroting), politie (onderdeel V&J-begroting). Ad. 4. begrotingsoverleg Bij deze overlegvorm wordt de begroting eerst systematisch en uitgebreid - bij voorkeur artikelsgewijs - in commissieverband behandeld, waardoor de plenaire afronding meer toegespitst kan worden op de politieke hoofdpunten. Behandeling geschiedt in een uitvoerig wetgevingsoverleg dat in beginsel een gehele (maan)dag kan beslaan. De commissie kan vooraf besluiten over de vergadervolgorde, de tijdsindeling, maar vooral ook hoe daarbij de politieke hoofd- en bijzaken worden verdeeld over het begrotingsoverleg en de plenaire afronding. Omdat de begroting een beleidsbegroting is geworden, heeft het begrotingsoverleg per definitie een zeker politiek karakter. Zowel alle vormen van het wetgevingsoverleg kan in een eerste gedeelte ook nadrukkelijk aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de begroting, bijvoorbeeld door een rapporteur namens de commissie. Ad 5. plenaire begrotingsbehandeling De afronding van iedere begrotingsbehandeling vindt plaats in een plenair debat. Veelal wordt dit gehouden in twee termijnen die bewust over twee vergaderdagen worden gespreid. Voor de totale spreektijd die de fracties krijgen voor alle plenaire begrotingsbehandelingen wordt vooraf centraal een verdeelsleutel vastgesteld. De fracties kunnen vervolgens de hun toebemeten spreektijd naar eigen inzicht verdelen over de verschillende begrotingsbehandelingen. Een evaluatie van de begrotingsbehandeling 2013 is op 1 maart jl. aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 31865, nr. 49). Zie artikel 39 Reglement van Orde van de Tweede Kamer (RvO TK) Zie artikel 39a RvO TK Zie artikel 93a RvO TK en artikel 121a RvO TK Zie o.a. evaluatie behandeling begroting 2011, 2012 en 2013 (Kamerstuk 31865, respectievelijk nrs. 27, 37 en 49). In 2005 is door de commissie voor de Rijksuitgaven het initiatief genomen tot het introduceren van het zogenaamde begrotingsoverleg. Dit model is in 2006 door de commissie uitvoerig geëvalueerd. Deze evaluatie, en de reactie daarop van het Presidium en de commissie voor de Werkwijze, is gedrukt als Kamerstuk nr. 30 534, nr. 1. Uit deze evaluatie bleek dat de meerwaarde van dit instrument door de commissies niet is onderkend. De afgelopen jaren is door geen van de commissies gebruik gemaakt van dit relatief nieuwe instrument. De basisgedachte achter het begrotingsoverleg werd eertijds door de commissie voor de Rijksuitgaven nog ondersteund. Om die reden is vooralsnog geen initiatief genomen om aan de Kamer voor te stellen deze vorm in het Reglement van Orde te schrappen. DocProperty "Dienst" Betreft Voorbereiding behandeling Rijksbegroting 2014 in de commissies Vervolg Brief Bladzijde PAGE 5