[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief aan de commissievoorzitters over voorbereiding behandeling ontwerpbegrotingen 2014 in de commissies

Brief commissie

Nummer: 2013D34371, datum: 2013-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z16741:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)








Aan de voorzitters van de vaste commissies







	





Plaats en Datum	Den Haag, 5 september 2013	 

Betreft	Voorbereiding behandeling ontwerpbegrotingen 2014 in de
commissies 

Ons kenmerk	2013Z16741/ 2013D34371

In afschrift aan	de commissiegriffiers

Bijlagen

	

Geachte voorzitters,

	De commissie voor de Rijksuitgaven informeert u hierbij over de
behandeling van de rijksbegroting 2014 in de commissies. Tevens doet de
commissie u aanbevelingen over de inzet van instrumenten die voor de
begrotingsbehandeling beschikbaar zijn. De aanbevelingen van de
commissie zijn gebaseerd op de begrotingsbehandelingen in de voorgaande
jaren, in het bijzonder die van afgelopen jaar. 

Aanbevolen wordt dat commissies procedurebesluiten nemen over:

inbrengtermijnen voor feitelijke vragen;

het houden van een wetgevingsoverleg (WGO) in de vorm van een:

WGO begrotingsonderzoek;

WGO over een deel van de begroting (bijv. over sport, politie of
energie);

het houden van een begrotingsoverleg

het aanwijzen van één of meer rapporteurs.

briefings door de Algemene Rekenkamer

Begrotingen 2014; aandacht voor kwaliteit begrotingen en
beleidsdoorlichtingen

De begrotingen voor 2014 worden formeel aan de Kamer aangeboden op
dinsdag 17 september (Prinsjesdag 2014). Deze begrotingen zijn net als
het voorgaande jaar volledig opgesteld conform de opzet van Verantwoord
Begroten.

Uit de evaluatie van de vorige begrotingsbehandeling komt naar voren dat
aandacht voor de kwaliteit van de begroting relevant is gebleken. De
nieuwe systematiek heeft weliswaar tot verbeteringen geleid in de
financiële informatie, maar verschillende commissies vonden het inzicht
dat door de regering werd geboden in onder meer de doelen en de
effectiviteit ontoereikend.

De commissies wordt aanbevolen om ook bij de begrotingsbehandeling dit
jaar wederom gericht aandacht te besteden aan de kwaliteit van de
begroting  en daarbij extra te letten op de planning en de gewenste
behandeling van beleidsdoorlichtingen. De beleidsdoorlichtingen zijn in
de opzet van Verantwoord Begroten belangrijke documenten waarin de
regering, in aanvulling op begrotingen en jaarverslagen,
beleidsinformatie verstrekt en verantwoording aflegt over het beleid.

Uit de evaluatie van de voorgaande begrotingsbehandelingen blijkt tevens
dat het benoemen van een rapporteur en het besteden van aandacht aan de
kwaliteit van een begroting tijdens een wetgevingsoverleg of
begrotingsonderzoek meerwaarde hebben voor de Kamer. Het heeft geleid
tot een verdieping van het debat en heeft de controlerende taak van de
Kamer versterkt.  

Toelichting op de aanbevelingen

In aanvulling op het voorgaande worden hierna de eerder genoemde
aanbevelingen voor de behandeling van de ontwerpbegrotingen 2014
toegelicht (zie bijlage 1 voor een overzicht van de instrumenten). De
aanbevelingen zijn mede gebaseerd op evaluaties van de behandeling van
de rijksbegrotingen. 

Aanbeveling 1. Inbrengtermijnen voor feitelijke vragen

De commissie voor de Rijksuitgaven adviseert u feitelijke vragen te
stellen over de afzonderlijke stukken en de inbrengtermijnen zo vast te
stellen dat de antwoorden beschikbaar zijn voor een eventueel
wetgevings- of begrotingsoverleg.

Aanbeveling 2 a. Een wetgevingsoverleg in de vorm van een
begrotingsonderzoek 

De commissie voor de Rijksuitgaven beveelt aan een begrotingsonderzoek
te houden en daarbij in elk geval aandacht te besteden aan de opzet en
kwaliteit van de begroting in termen van adequate doelen,
prestatiegegevens, indicatoren en financiële instrumenten. Het is
gebruik dat commissies daarnaast ook enkele specifieke thema’s die in
de begroting aan de orde komen, agenderen voor het begrotingsonderzoek. 

Aanbeveling 2 b. Een wetgevingsoverleg over een deel van de begroting

Ervaring leert dat het voor veel commissies wenselijk is om - al dan
niet in aanvulling op een begrotingsonderzoek - een deel van de
begroting of van het beleidsterrein in een afzonderlijk
wetgevingsoverleg te behandelen (bijvoorbeeld over sport, natuur of
energie).

Aanbeveling 3. Een begrotingsoverleg

In het Reglement van Orde van de Kamer wordt deze vorm van
wetgevingsoverleg in artikel 39a benoemd. In een dergelijk overleg wordt
de begroting eerst systematisch en uitgebreid - bij voorkeur
artikelsgewijs - in commissieverband behandeld, waardoor de plenaire
afronding meer toegespitst kan worden op de politieke hoofdpunten. Deze
vorm van overleg wordt in de praktijk zeer beperkt toegepast door
commissies.

Aanbeveling 4. Aanwijzen van een rapporteur

Het gebruik maken van een rapporteur heeft een positief effect. Het
blijkt in de praktijk te leiden tot meer concrete toezeggingen over het
verbeteren van de kwaliteit van de begroting. Daarnaast is het mogelijk
om ook voor de te agenderen inhoudelijke thema’s uit de begroting
één of meer rapporteurs aan te wijzen. 

Aanbeveling 5. Briefings door de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer heeft de Kamer het voorgaande jaar bij de
verschillende begrotingshoofdstukken per brief geïnformeerd over een
aantal aandachtspunten. Ook bij de komende begrotingen zal dit het geval
zijn. Deze brieven zullen in de periode eind september-eind november
naar de Kamer gestuurd worden, voorafgaand aan de geplande
begrotingsbehandelingen. In aanvulling daarop biedt de Rekenkamer,
afhankelijk van de inhoud en waar mogelijk in combinatie met andere voor
de betreffende commissies relevante geplande publicaties, aan om een
briefing te verzorgen aan de commissie(s) indien daar behoefte aan is.
Het ligt voor de hand deze briefings te laten plaatsvinden vóór de
Kamerbehandeling van de desbetreffende departementale begroting, zodat
leden de aangedragen informatie desgewenst kunnen gebruiken bij de
Kamerbehandeling. 

Commissies kunnen voor de ondersteuning bij de behandeling van de
begroting 2014 een beroep doen op het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven.


De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Harbers

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

BIJLAGE 1

Mogelijkheden voor de begrotingsbehandeling 

De Tweede Kamer beschikt over verschillende instrumenten die bij de
begrotingsbehandeling kunnen worden ingezet. In onderstaand overzicht
zijn de opties die een commissie heeft uiteengezet. 

Tabel 1a. Mogelijkheden voor de begrotingsbehandeling

1. feitelijke vragen

2 wetgevingsoverleg over geselecteerde onderwerpen (begrotingsonderzoek)

3. wetgevingsoverleg over een onderdeel van de begroting

4. wetgevingsoverleg in de vorm van begrotingsoverleg

5. plenaire begrotingsbehandeling



Tabel 1b. Toelichting op de verschillende modaliteiten

Ad 1. Feitelijke vragen

Door vrijwel alle commissies wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om in eerste instantie schriftelijk feitelijke vragen te stellen aan
bewindspersonen over de ontwerpbegroting. De termijn van beantwoording
wordt bij voorkeur zodanig vastgesteld dat antwoorden beschikbaar zijn
bij een eventueel te houden begrotingsonderzoek of wetgevingsoverleg.

Ad 2. wetgevingsoverleg over  geselecteerde onderwerpen
(begrotingsonderzoek) 

Een begrotingsonderzoek is een wetgevingsoverleg van doorgaans twee of
drie uur, dat veelal in de week voorafgaand aan de plenaire
begrotingsbehandeling wordt gehouden. Op de agenda staan door de
commissie vooraf geselecteerde onderwerpen. Het begrotingsonderzoek
dient ter voorbereiding op de plenaire begrotingsbehandeling en kan
vooral nuttig zijn om onduidelijkheden in de begroting verhelderd te
krijgen. 

Bij een begrotingsonderzoek wordt vaak in het eerste gedeelte
nadrukkelijk aandacht besteed  aan de kwaliteit van de begroting. Een
optie daarbij is het aanwijzen van een rapporteur namens de commissie. 

Ad 3. wetgevingsoverleg over een onderdeel van de begroting

In sommige gevallen besluit een commissie om een bepaald onderdeel van
de begroting in een afzonderlijk wetgevingsoverleg te behandelen. Veelal
zijn dit uitvoerige overleggen op maandag gedurende een aantal uren of
een hele dag. Deze variant werd in het verleden vaak gekozen met het oog
op verdeling van beleidsterreinen tussen bewindslieden, respectievelijk
verdeling van woordvoerderschappen binnen fracties. Bijvoorbeeld over
MIRT (onderdeel I&M-begroting), sport (onderdeel VWS-begroting), cultuur
(onderdeel OCW-begroting), politie (onderdeel V&J-begroting).

Ad. 4. begrotingsoverleg

Bij deze overlegvorm wordt de begroting eerst systematisch en uitgebreid
- bij voorkeur artikelsgewijs - in commissieverband behandeld, waardoor
de plenaire afronding meer toegespitst kan worden op de politieke
hoofdpunten. Behandeling geschiedt in een uitvoerig wetgevingsoverleg
dat in beginsel een gehele (maan)dag kan beslaan. De commissie kan
vooraf besluiten over de vergadervolgorde, de tijdsindeling, maar vooral
ook hoe daarbij de politieke hoofd- en bijzaken worden verdeeld over het
begrotingsoverleg en de plenaire afronding. Omdat de begroting een
beleidsbegroting is geworden, heeft het begrotingsoverleg per definitie
een zeker politiek karakter. 

Zowel alle vormen van het wetgevingsoverleg kan in een eerste gedeelte
ook nadrukkelijk aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de
begroting, bijvoorbeeld door een rapporteur namens de commissie. 

Ad 5. plenaire begrotingsbehandeling

De afronding van iedere begrotingsbehandeling vindt plaats in een
plenair debat. Veelal wordt dit gehouden in twee termijnen die bewust
over twee vergaderdagen worden gespreid. Voor de totale spreektijd die
de fracties krijgen voor alle plenaire begrotingsbehandelingen wordt
vooraf centraal een verdeelsleutel vastgesteld. De fracties kunnen
vervolgens de hun toebemeten spreektijd naar eigen inzicht verdelen over
de verschillende begrotingsbehandelingen.

 Een evaluatie van de begrotingsbehandeling 2013 is op 1 maart jl. aan
de Kamer aangeboden (Kamerstuk 31865, nr. 49).

 Zie artikel 39 Reglement van Orde van de Tweede Kamer (RvO TK)

 Zie artikel 39a RvO TK

 Zie artikel 93a RvO TK en artikel 121a RvO TK

 Zie o.a. evaluatie behandeling begroting 2011, 2012 en 2013 (Kamerstuk
31865, respectievelijk nrs. 27, 37 en 49).

 In 2005 is door de commissie voor de Rijksuitgaven het initiatief
genomen tot het introduceren van het zogenaamde begrotingsoverleg. Dit
model is in 2006 door de commissie uitvoerig geëvalueerd. Deze
evaluatie, en de reactie daarop van het Presidium en de commissie voor
de Werkwijze, is gedrukt als Kamerstuk nr. 30 534, nr. 1.  Uit deze
evaluatie bleek dat de meerwaarde van dit instrument door de commissies
niet is onderkend. De afgelopen jaren is door geen van de commissies
gebruik gemaakt van dit relatief nieuwe instrument.  De basisgedachte
achter het begrotingsoverleg werd eertijds door de commissie voor de
Rijksuitgaven nog ondersteund. Om die reden is vooralsnog geen
initiatief genomen om aan de Kamer voor te stellen deze vorm in het
Reglement van Orde te schrappen.

  



  DocProperty "Dienst"   



Betreft	Voorbereiding behandeling Rijksbegroting 2014 in de commissies



	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  5