[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de Macro Economische Verkenning 2014

Lijst van vragen

Nummer: 2013D36486, datum: 2013-09-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z17169:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2013-2014





33 750	Nota over de toestand van ā€™s Rijks FinanciĆ«n









	Nr. 	LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

	Vastgesteld ā€¦ september 2013





De vaste commissie voor Financiƫn1, heeft over de  Macro Economische
Verkenning 2014 van het Centraal Planbureau de navolgende vragen ter
beantwoording aan de regering voorgelegd.

De vragen op 18 september 2013 voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze
door de minister van Financiƫn beantwoord.





De voorzitter van de commissie,

Van Nieuwenhuizen-Wijbenga





De griffier van de commissie,

Berck





Nr	Vraag	Blz

van	

tot

	Klopt het dat de bezuiniging op het Witteveenkader van 2,25% naar 2,15%
door het CPB als een kasschuif (niet EMU-relevant) wordt gezien? Geldt
dit ook voor de voorgenomen besluit van het kabinet om het
Witteveenkader in te perken naar 1,85%?	0	 

	Wat zijn werkgelegenheidseffecten van de nivelleringsmaatregelen zoals
de afbouw van de arbeidskorting, afbouw van de algemene heffingskorting
en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek (HRA)?	0	 

	Wat zou de economische groei en banengroei zijn geweest, indien in 2014
het 6 miljard pakket niet had bestaan uit lastenverzwarende maatregelen
maar uit netto ombuigingen?	0	 

	Kunt u aangeven welke departementen beschikken over een eigen
scholingsinstituut of een academie? Welke formatie (fte) is hiermee in
2014 gemoeid?	0	 

	De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als
gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de economische groei met
0,2% per jaar afneemt. De doorrekening van het 6 miljard pakket laat
zien dat als gevolg van deze maatregelen de economische groei met 0,25%
per jaar afneemt. Daarmee brengt het 6 miljard pakket meer schade toe
aan de economische groei dan het hele regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit, 
terwijl de budgettaire omvang van het 6 miljard pakket veel kleiner is.
Hoe verklaart u dat?	13	 

	De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als
gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de consumptie met 0,3%
per jaar afneemt. De doorrekening van het 6 miljard pakket laat zien dat
als gevolg van deze maatregelen de consumptie met 0,5% per jaar afneemt.
Daarmee brengt het 6 miljard pakket meer schade toe aan consumptie dan
het hele regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit terwijl de budgettaire omvang
van het 6 miljard pakket veel kleiner is. Hoe verklaart u dat? 	13	 

	De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als
gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de investeringen van
bedrijven met 0,3% per jaar afnemen. De doorrekening van het 6 miljard
pakket laat zien dat als gevolg van deze maatregelen de investeringen
van bedrijven met 0,5% per jaar afnemen. Daarmee brengt het 6 miljard
pakket meer schade toe aan de investeringen van bedrijven dan het hele
regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit terwijl de budgettaire omvang van het 6
miljard pakket veel kleiner is. Hoe verklaart u dat? 	13	 

	Kan het CPB een tabelmatig overzicht geven van het 6 miljard pakket,
met de bedragen per maatregel in 2014? 	13	 

	Welk effect heeft de mediane koopkrachtdaling, die nu vijf jaar
aanhoudt, cumulatief op de consumptie door gezinnen?	14	 

	Op pag. 16 staat dat verschillende economische literatuur er op wijst
dat huishoudens in crisis / onzekere tijden minder geneigd zijn hun
vermogen aan te wenden om de consumptie op peil te houden. Is de
verwachte besparing d.m.v. de maatregel stamrechten daarmee niet uiterst
onzeker? Wat is het verwachte effect van de maatregel stamrechten op de
consumptieve bestedingen?	16	 

	Hoe verklaart het CPB het oplopen van de bruto overheidsschuld in het
eurogebied, ondanks de bezuinigingsoperaties in het eurogebied?	22	 

	Hoe wordt de negatieve groei in de bijdrage bbp door vennootschappen,
die in figuur 2.6 is terug te vinden, veroorzaakt? 	28	 

	Het CPB zet grote vraagtekens bij de vraag of mensen vrijkomend
vermogen daadwerkelijk zullen aanwenden voor consumptie. Wat betekent
dit voor de verwachting van dit kabinet dat de consumptie door het
verlagen van de schenkbelasting en de maatregel stamrechten aantrekt?	28
 

	Hoe groot is de vertraging in de afname van de consumentenbestedingen
die wordt aangenomen?	29	 

	Waarom is aangenomen dat consumenten pas vertraagd reageren op een
daling van hun beschikbaar inkomen, aangezien dat de laatste jaren niet
is gebeurd?	29	 

	Waarom is geen rekening gehouden met het feit dat consumenten sneller
blijken te reageren op een daling van hun beschikbaar inkomen?	29	 

	Hoeveel zouden consumptieve bestedingen dalen wanneer consumenten met
dezelfde snelheid als afgelopen jaren reageren op lastenverzwaringen?	29
 

	Het CPB stelt dat de verwachting is dat de meeste fondsen zullen
wachten met het verlagen van de premies tot de dekkingsgraden zijn
hersteld. Indien de verlaging uiterst onzeker is, hoe kan hiervoor dan
een besparing van 3 mld. voor worden ingeboekt? Heeft de regering
aanvullende maatregelen achter de hand indien de besparing lager
uitvalt?	32	 

	Komt de constatering dat de btw-verhoging volledig wordt doorberekend
in consumentenprijzen overeen met de inschatting die het CPB voorafgaand
aan de btw-verhoging deed?	40	 

	Hoe groot is het effect van het cumulatief aan bezuinigingen over de
jaren 2011 tot en met 2014 op de economische groei, zowel in absolute
zin als in percentage van het bbp?	43	 

	Op blz. 44 staat een tabel met de ontwikkeling van de EMU-saldo. Heeft
het kabinet een overzicht waarin staat hoe de overige Europese landen
deze ontwikkeling bereiken onderverdeeld in ombuigingen en
lastenverzwaringen?	44	 

	Op pagina 50 van de MEV, tabel 3.3, staat dat de Zvw tussen 2012 en
2014 stijgt van 5,9% van het bbp naar 6,4% van het bbp. Hoe groot zou de
stijging zijn geweest indien de diverse zorgakkoorden niet waren
afgesloten? En hoeveel indien het regeerakkoord ongewijzigd was
doorgevoerd?	50	 

	De WWB stijgt in 2014 van 370.000 naar 410.000 (blz. 50). Kan het
kabinet aangeven hoeveel mensen de WWB instromen vanuit de WW en hoeveel
op een andere manier (schoolverlating, werkloze zelfstandigen)?	50	 

	Welke maatregelen zijn niet meegenomen in de berekening van de mediane
statische koopkracht van 2013 en 2014?	54	 

	Welke maatregelen hebben wel invloed op de dynamische, maar geen
invloed op de statische koopkracht?	54	 

	Klopt het dat in de (nieuwe) koopkrachtberekeningen de verlaging van de
pensioenpremies zijn meegenomen? Is dit gebruikelijk? Zijn wijzigingen
in pensioenpremies in het verleden ook meegenomen in het
koopkrachtbeeld? Zo nee, waarom is dat nu wel het geval?	57	 

	De statisch mediane koopkracht zal naar verwachting voor alle
huishoudens tezamen in 2014 met 0,5% dalen. De koopkracht van werkenden
blijft in 2014 gelijk. De koopkracht van uitkeringsgerechtigden en
gepensioneerden daalt. Na een daling van 2,5% in 2013 zullen
gepensioneerden mediaan in 2014 naar verwachting nog eens 1,5% aan
koopkracht inleveren. Kan uitgesplitst voor onderscheiden
bevolkingsgroepen, indien mogelijk in een grafiek,  een overzicht
gegeven worden van de koopkrachtontwikkeling in de afgelopen twintig
jaar? 	57	 

	Bij welk inkomen ligt het omslagpunt, wanneer het gaat om de afbouw van
de algemene heffingskorting?	58	 

	Kan worden bevestigd dat mensen met inkomens van 95.000 euro geen
koopkracht inleveren in 2014?	58	 

	Welke invloed heeft de nullijn voor ambtenaren op de koopkracht?	58	 

	Vanaf welk salaris gaat men er op achteruit in koopkracht, wanneer het
gaat om de hoge inkomens?	58	 

	In de CPB publicatie ā€œTekortreducerende maatregelenā€ van maart
2013, wordt in tabel 2.1 helder uiteengezet dat de lasten in 2014 t.o.v.
2013, per saldo niet zouden stijgen als gevolg van alle
begrotingsakkoorden (van het regeerakkoord Rutte ā€“ Verhagen tot en met
het regeerakkoord Rutte Asscher). In de MEV wordt melding gemaakt van
een lastenstijging van 8,5 miljard in 2014. Hoe verklaart u het verschil
tussen de publicatie van maart en de MEV?	62	 

	Kan het CPB een uitputtende uitsplitsing geven van de lastenstijging
van 8,5 in 2014 en tevens van de niet EMU-relevante lastenstijging in
2014?	62	 

	Op pagina 62 van de MEV, wordt gemeld dat de lasten voor bedrijven in
het 6 miljard pakket met 1,25 miljard stijgen in 2014, als gevolg van
het wegvallen van de eenmalige verlaging van de AOF-premies in 2013. Op
dezelfde pagina wordt gesteld dat de lasten van bedrijven in het 6
miljard pakket met 1,75 miljard stijgen als gevolg van verhoging van de
AOF/WHK premies. Kunt u het verschil toelichten? 	62	 

	Hoe groot is het aandeel van de 2Ā¼ miljard aan lastenverzwaringen voor
bedrijven dat  incidenteel is?	62	 

	Op pagina 63 van de MEV staat dat de accijns op frisdrank wordt
verhoogd. Kan worden aangegeven hoe hoog de accijns op frisdrank was in
2013 en met hoeveel centen deze wordt verhoogd in 2014?	63	 



 PAGE    

 PAGE   1