Lijst van vragen over de Macro Economische Verkenning 2014
Lijst van vragen
Nummer: 2013D36486, datum: 2013-09-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga, voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.F. Berck, griffier
Onderdeel van zaak 2013Z17169:
- Indiener: J.R.V.A. Dijsselbloem, minister van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2013-09-12 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-09-18 14:00: Miljoenennota 2014 en MEV 2014 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiƫn
- 2013-09-18 15:30: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2013-09-23 14:00: Miljoenennota 2014 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiƫn
- 2013-09-25 10:30: Algemene Politieke Beschouwingen (1e termijn Kamer) (Plenair debat (overig)), TK
- 2013-09-26 10:30: Algemene Politieke Beschouwingen (rest) (Plenair debat (overig)), TK
- 2015-05-19 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013-2014 33 750 Nota over de toestand van ās Rijks FinanciĆ«n Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld ā¦ september 2013 De vaste commissie voor FinanciĆ«n1, heeft over de Macro Economische Verkenning 2014 van het Centraal Planbureau de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. De vragen op 18 september 2013 voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze door de minister van FinanciĆ«n beantwoord. De voorzitter van de commissie, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga De griffier van de commissie, Berck Nr Vraag Blz van tot Klopt het dat de bezuiniging op het Witteveenkader van 2,25% naar 2,15% door het CPB als een kasschuif (niet EMU-relevant) wordt gezien? Geldt dit ook voor de voorgenomen besluit van het kabinet om het Witteveenkader in te perken naar 1,85%? 0 Wat zijn werkgelegenheidseffecten van de nivelleringsmaatregelen zoals de afbouw van de arbeidskorting, afbouw van de algemene heffingskorting en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek (HRA)? 0 Wat zou de economische groei en banengroei zijn geweest, indien in 2014 het 6 miljard pakket niet had bestaan uit lastenverzwarende maatregelen maar uit netto ombuigingen? 0 Kunt u aangeven welke departementen beschikken over een eigen scholingsinstituut of een academie? Welke formatie (fte) is hiermee in 2014 gemoeid? 0 De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de economische groei met 0,2% per jaar afneemt. De doorrekening van het 6 miljard pakket laat zien dat als gevolg van deze maatregelen de economische groei met 0,25% per jaar afneemt. Daarmee brengt het 6 miljard pakket meer schade toe aan de economische groei dan het hele regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit, terwijl de budgettaire omvang van het 6 miljard pakket veel kleiner is. Hoe verklaart u dat? 13 De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de consumptie met 0,3% per jaar afneemt. De doorrekening van het 6 miljard pakket laat zien dat als gevolg van deze maatregelen de consumptie met 0,5% per jaar afneemt. Daarmee brengt het 6 miljard pakket meer schade toe aan consumptie dan het hele regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit terwijl de budgettaire omvang van het 6 miljard pakket veel kleiner is. Hoe verklaart u dat? 13 De doorrekening van het regeerakkoord Rutte-Asscher laat zien dat als gevolg van de maatregelen uit het regeerakkoord de investeringen van bedrijven met 0,3% per jaar afnemen. De doorrekening van het 6 miljard pakket laat zien dat als gevolg van deze maatregelen de investeringen van bedrijven met 0,5% per jaar afnemen. Daarmee brengt het 6 miljard pakket meer schade toe aan de investeringen van bedrijven dan het hele regeerakkoord Rutte-Asscher. Dit terwijl de budgettaire omvang van het 6 miljard pakket veel kleiner is. Hoe verklaart u dat? 13 Kan het CPB een tabelmatig overzicht geven van het 6 miljard pakket, met de bedragen per maatregel in 2014? 13 Welk effect heeft de mediane koopkrachtdaling, die nu vijf jaar aanhoudt, cumulatief op de consumptie door gezinnen? 14 Op pag. 16 staat dat verschillende economische literatuur er op wijst dat huishoudens in crisis / onzekere tijden minder geneigd zijn hun vermogen aan te wenden om de consumptie op peil te houden. Is de verwachte besparing d.m.v. de maatregel stamrechten daarmee niet uiterst onzeker? Wat is het verwachte effect van de maatregel stamrechten op de consumptieve bestedingen? 16 Hoe verklaart het CPB het oplopen van de bruto overheidsschuld in het eurogebied, ondanks de bezuinigingsoperaties in het eurogebied? 22 Hoe wordt de negatieve groei in de bijdrage bbp door vennootschappen, die in figuur 2.6 is terug te vinden, veroorzaakt? 28 Het CPB zet grote vraagtekens bij de vraag of mensen vrijkomend vermogen daadwerkelijk zullen aanwenden voor consumptie. Wat betekent dit voor de verwachting van dit kabinet dat de consumptie door het verlagen van de schenkbelasting en de maatregel stamrechten aantrekt? 28 Hoe groot is de vertraging in de afname van de consumentenbestedingen die wordt aangenomen? 29 Waarom is aangenomen dat consumenten pas vertraagd reageren op een daling van hun beschikbaar inkomen, aangezien dat de laatste jaren niet is gebeurd? 29 Waarom is geen rekening gehouden met het feit dat consumenten sneller blijken te reageren op een daling van hun beschikbaar inkomen? 29 Hoeveel zouden consumptieve bestedingen dalen wanneer consumenten met dezelfde snelheid als afgelopen jaren reageren op lastenverzwaringen? 29 Het CPB stelt dat de verwachting is dat de meeste fondsen zullen wachten met het verlagen van de premies tot de dekkingsgraden zijn hersteld. Indien de verlaging uiterst onzeker is, hoe kan hiervoor dan een besparing van 3 mld. voor worden ingeboekt? Heeft de regering aanvullende maatregelen achter de hand indien de besparing lager uitvalt? 32 Komt de constatering dat de btw-verhoging volledig wordt doorberekend in consumentenprijzen overeen met de inschatting die het CPB voorafgaand aan de btw-verhoging deed? 40 Hoe groot is het effect van het cumulatief aan bezuinigingen over de jaren 2011 tot en met 2014 op de economische groei, zowel in absolute zin als in percentage van het bbp? 43 Op blz. 44 staat een tabel met de ontwikkeling van de EMU-saldo. Heeft het kabinet een overzicht waarin staat hoe de overige Europese landen deze ontwikkeling bereiken onderverdeeld in ombuigingen en lastenverzwaringen? 44 Op pagina 50 van de MEV, tabel 3.3, staat dat de Zvw tussen 2012 en 2014 stijgt van 5,9% van het bbp naar 6,4% van het bbp. Hoe groot zou de stijging zijn geweest indien de diverse zorgakkoorden niet waren afgesloten? En hoeveel indien het regeerakkoord ongewijzigd was doorgevoerd? 50 De WWB stijgt in 2014 van 370.000 naar 410.000 (blz. 50). Kan het kabinet aangeven hoeveel mensen de WWB instromen vanuit de WW en hoeveel op een andere manier (schoolverlating, werkloze zelfstandigen)? 50 Welke maatregelen zijn niet meegenomen in de berekening van de mediane statische koopkracht van 2013 en 2014? 54 Welke maatregelen hebben wel invloed op de dynamische, maar geen invloed op de statische koopkracht? 54 Klopt het dat in de (nieuwe) koopkrachtberekeningen de verlaging van de pensioenpremies zijn meegenomen? Is dit gebruikelijk? Zijn wijzigingen in pensioenpremies in het verleden ook meegenomen in het koopkrachtbeeld? Zo nee, waarom is dat nu wel het geval? 57 De statisch mediane koopkracht zal naar verwachting voor alle huishoudens tezamen in 2014 met 0,5% dalen. De koopkracht van werkenden blijft in 2014 gelijk. De koopkracht van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden daalt. Na een daling van 2,5% in 2013 zullen gepensioneerden mediaan in 2014 naar verwachting nog eens 1,5% aan koopkracht inleveren. Kan uitgesplitst voor onderscheiden bevolkingsgroepen, indien mogelijk in een grafiek, een overzicht gegeven worden van de koopkrachtontwikkeling in de afgelopen twintig jaar? 57 Bij welk inkomen ligt het omslagpunt, wanneer het gaat om de afbouw van de algemene heffingskorting? 58 Kan worden bevestigd dat mensen met inkomens van 95.000 euro geen koopkracht inleveren in 2014? 58 Welke invloed heeft de nullijn voor ambtenaren op de koopkracht? 58 Vanaf welk salaris gaat men er op achteruit in koopkracht, wanneer het gaat om de hoge inkomens? 58 In de CPB publicatie āTekortreducerende maatregelenā van maart 2013, wordt in tabel 2.1 helder uiteengezet dat de lasten in 2014 t.o.v. 2013, per saldo niet zouden stijgen als gevolg van alle begrotingsakkoorden (van het regeerakkoord Rutte ā Verhagen tot en met het regeerakkoord Rutte Asscher). In de MEV wordt melding gemaakt van een lastenstijging van 8,5 miljard in 2014. Hoe verklaart u het verschil tussen de publicatie van maart en de MEV? 62 Kan het CPB een uitputtende uitsplitsing geven van de lastenstijging van 8,5 in 2014 en tevens van de niet EMU-relevante lastenstijging in 2014? 62 Op pagina 62 van de MEV, wordt gemeld dat de lasten voor bedrijven in het 6 miljard pakket met 1,25 miljard stijgen in 2014, als gevolg van het wegvallen van de eenmalige verlaging van de AOF-premies in 2013. Op dezelfde pagina wordt gesteld dat de lasten van bedrijven in het 6 miljard pakket met 1,75 miljard stijgen als gevolg van verhoging van de AOF/WHK premies. Kunt u het verschil toelichten? 62 Hoe groot is het aandeel van de 2Ā¼ miljard aan lastenverzwaringen voor bedrijven dat incidenteel is? 62 Op pagina 63 van de MEV staat dat de accijns op frisdrank wordt verhoogd. Kan worden aangegeven hoe hoog de accijns op frisdrank was in 2013 en met hoeveel centen deze wordt verhoogd in 2014? 63 PAGE PAGE 1