[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op de naburige rechten in verband met de omzetting van Richtlijn 2011/77/EU van het Europees Parlement en de Europese Raad van 27 september 2011 tot wijziging van de Richtlijn 2006/116/EG betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten

Eindtekst

Nummer: 2013D36708, datum: 2013-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z14278:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

19 september 2013



	Wijziging van de Wet op de naburige rechten in verband met de omzetting
van Richtlijn 2011/77/EU van het Europees Parlement en de Europese Raad
van 27 september 2011 tot wijziging van de Richtlijn 2006/116/EG
betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde
naburige rechten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de
naburige rechten te wijzigen in verband met de omzetting van Richtlijn
2011/77/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011
tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG betreffende de
beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten.

Zo is het, dat Wij de Afdeling Advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 9 worden, onder vernummering van artikel 9a tot artikel 9c,
twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

1. Indien de producent van een fonogram na verloop van 50 jaar nadat dat
fonogram is openbaar gemaakt dan wel op rechtmatige wijze in het verkeer
is gebracht, dat fonogram niet of niet langer in voldoende mate
exploiteert, kan de uitvoerende kunstenaar de overeenkomst houdende
overdracht van zijn rechten op de vastlegging van zijn uitvoering aan
die producent geheel of gedeeltelijk ontbinden. 

2. Indien de door deze wet verleende rechten toekomen aan meerdere
uitvoerende kunstenaars, kan de in het eerste lid bedoelde ontbinding
slechts plaatsvinden indien de andere uitvoerende kunstenaars daarmee
instemmen. Indien een uitvoerende kunstenaar zijn instemming onthoudt,
kan de ontbinding van de overeenkomst slechts door de rechter geschieden
indien de overige uitvoerende kunstenaars door het onthouden van de
toestemming onevenredig worden benadeeld. 

3. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid tot ontbinding ontstaat
eerst nadat de producent van het fonogram door de uitvoerende kunstenaar
schriftelijk van zijn voornemen tot ontbinding in kennis is gesteld en
sindsdien minimaal één jaar is verstreken waarin exploitatie is
uitgebleven. 

4. Op verzoek van de uitvoerende kunstenaar verstrekt de producent van
het fonogram hem voor het verstrijken van de in het derde lid bedoelde
termijn een schriftelijke opgave van de exploitatie.

5. Van het in het eerste lid genoemde recht tot ontbinding kan de
uitvoerende kunstenaar geen afstand doen. 

6. Een ontbinding op grond van het eerste lid heeft tot gevolg dat de
rechten van de producent van het fonogram overgaan op de uitvoerende
kunstenaar. 

Artikel 9b

1. Indien de in artikel 9, eerste lid bedoelde overdracht behelst de
overdracht van de rechten van zijn uitvoering aan de producent van een
fonogram, en bij die overdracht een niet-periodieke vergoeding is
overeengekomen, heeft de uitvoerende kunstenaar, of in het geval van
meerdere uitvoerende kunstenaars, de uitvoerende kunstenaars gezamenlijk
het recht om van die producent een jaarlijkse aanvullende vergoeding te
ontvangen voor ieder volledig jaar volgend op het 50ste jaar nadat dat
fonogram voor het eerst op rechtmatige wijze in het verkeer is gebracht,
of indien dit eerder valt, is openbaar gemaakt. 

2. De in het vorige lid bedoelde vergoeding bedraagt 20 procent van de
inkomsten die de producent van het fonogram heeft verkregen met de
reproductie, verspreiding en beschikbaarstelling van het fonogram in het
jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de vergoeding wordt betaald. 

3. Indien de in artikel 9, eerste lid bedoelde overdracht behelst de
overdracht van de rechten op de vastlegging van zijn uitvoering aan de
producent van een fonogram, en bij die overdracht een periodieke
vergoeding is overeengekomen, wordt die vergoeding vanaf het jaar
volgend op het 50ste jaar nadat dat fonogram voor het eerst op
rechtmatige wijze in het verkeer is gebracht, of indien dit eerder valt,
is openbaar gemaakt, uitgekeerd zonder dat daarop contractueel bedongen
voorschotten of kortingen worden ingehouden. 

4. Van de in de leden 1 tot en met 3 genoemde rechten kan de uitvoerende
kunstenaar geen afstand doen. 

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De rechten van uitvoerende kunstenaars vervallen door verloop van 50
jaren te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgend op dat waarin
de uitvoering heeft plaatsgehad. 

2. Onder vernummering van het tweede lid tot het vierde lid worden twee
leden ingevoegd, luidende: 

2. Indien binnen de in het eerste lid bedoelde termijn een opname van de
uitvoering anders dan op een fonogram op rechtmatige wijze in het
verkeer is gebracht of openbaar gemaakt, vervallen de rechten door
verloop van 50 jaren te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgend
op dat waarin de opname voor het eerst op rechtmatige wijze in het
verkeer is gebracht of, indien dit eerder valt, is openbaar gemaakt.

3. Indien binnen de in het eerste lid bedoelde termijn een opname van de
uitvoering op een fonogram op rechtmatige wijze in het verkeer is
gebracht of openbaar gemaakt, vervallen de rechten door verloop van 70
jaren te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgend op dat waarin
het fonogram voor het eerst op rechtmatige wijze in het verkeer is
gebracht of, indien dit eerder valt, is openbaar gemaakt. 

3. In het vierde lid wordt ‘50’ telkens vervangen door: 70. 

C

Na artikel 15f wordt ingevoegd een artikel 15g, luidende: 

Artikel 15g

1. De betaling van de in artikel 9b, eerste lid bedoelde vergoeding
geschiedt aan een door Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in
overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen aan te wijzen rechtspersoon. Deze rechtspersoon is met
uitsluiting van anderen belast met de inning en verdeling van de
vergoeding. 

2. Degene die is verplicht tot betaling van de in artikel 9b, eerste lid
bedoelde vergoeding verschaft de gerechtigde tot die vergoeding op zijn
verzoek alle informatie die noodzakelijk is ter verkrijging van de
betaling. 

3. Degene die is verplicht tot betaling van de in artikel 9b, eerste lid
bedoelde vergoeding, doet, voor zover geen ander tijdstip is
overeengekomen, vóór 1 april van ieder kalenderjaar aan de in het
eerste lid bedoelde rechtspersoon opgave van de inkomsten die hij met
het fonogram heeft verkregen. Hij is voorts gehouden desgevraagd aan
deze rechtspersoon onverwijld de bescheiden of andere informatiedragers
ter inzage te geven, waarvan kennisneming noodzakelijk is voor de
vaststelling van de verschuldigdheid en de hoogte van de vergoeding.

4. Degene die de in het vorige lid bedoelde opgave opzettelijk nalaat
dan wel in die opgave opzettelijk een onjuiste of onvolledige mededeling
doet, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of
geldboete van de derde categorie. Het feit wordt beschouwd als een
overtreding.

ARTIKEL II (SAMENLOOP)

Indien het bij Koninklijke boodschap van PM ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in
verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht
(Kamerstuknummer II, PM) tot wet is of wordt verheven, en artikel 25e
van die wet in werking is getreden, dan komt artikel 9a van deze wet te
luiden:

Artikel 9a

De in artikel 25e, derde lid van de Auteurswet genoemde termijn bedraagt
ten minste één jaar indien:

a. de in artikel 9, eerste lid bedoelde overdracht behelst een
overdracht door een uitvoerende kunstenaar van zijn rechten op de
uitvoering van een muziekwerk aan de producent van een fonogram, en

b. sinds het fonogram is openbaar gemaakt dan wel op rechtmatige wijze
in het verkeer is gebracht ten minste 50 jaar zijn verstreken. 

ARTIKEL III (OVERGANGSBEPALINGEN) 

1. Overeenkomsten die behelzen de gehele of gedeeltelijke overdracht van
rechten van een uitvoerende kunstenaar aan een producent van fonogrammen
en zijn gesloten voor 1 november 2013 worden geacht van kracht te
blijven tot het tijdstip waarop de uitvoerende kunstenaar niet langer
beschermd is volgens artikel 12 lid 3 zoals dat komt te luiden na
inwerkingtreding van deze wet.

2. Op uitvoerende kunstenaars die op 1 november 2013 nog beschermd zijn,
zijn artikel 9b, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL IIIA

De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: 

Na artikel 40 wordt toegevoegd een artikel, luidende:

Artikel 40a

Indien in het geval van een muziekwerk met woorden het auteursrecht op
de muziek en het auteursrecht op de woorden berusten bij verschillende
personen, vervalt het auteursrecht door verloop van 70 jaren, te rekenen
van de 1e januari van het jaar volgende op het sterfjaar van de
langstlevende van hen. 

ARTIKEL IV (INWERKINGTREDING) 

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. 

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5