Inbreng verslag schriftelijk overleg Raad Algemene Zaken d.d. 30 september 2013
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2013D36791, datum: 2013-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.T.A. van Haaster, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2013Z17389:
- Indiener: F.C.G.M. Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2013-09-19 14:00: Raad Algemene Zaken dd 30 september (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2013-09-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-10-03 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2017-02-15 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Kamerstuk 21501-02, nr…. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld … september 2013 Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij vier fracties de behoefte om aan de minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 30 september 2013 (2013Z17389) en enkele andere brieven. De agendapunten van dit schriftelijk overleg zijn onder aan dit verslag weergegeven. De minister van Buitenlandse Zaken heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van … september 2013. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Haaster Algemeen De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 30 september en danken de minister van Buitenlandse Zaken voor de toezending. Zij hebben hierbij nog enkele, in dit verslag verwerkte, opmerkingen en vragen. De leden van de fractie van de PvdA hebben kennisgenomen van de agenda voor het schriftelijk overleg Raad Algemene Zaken en danken het kabinet hiervoor. Zij hebben enkele vragen. Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 30 september 2013 Voorbereiding Europese Raad d.d. 24-25 oktober 2013 De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet wat betreft de sociale dimensie van de E(M)U. Uniforme beleidsvoorschriften die uiteindelijk leiden tot een ‘sociaal Europa’ zijn onwenselijk, onnodig en onbetaalbaar. Voorts vragen de leden van de VVD-fractie zich af of er met zekerheid tijdens de Raad Algemene Zaken een themasessie zal worden gewijd aan de onderwerpen innovatie, diensten en digitale agenda. Zo ja, deelt het kabinet de mening van deze leden dat de Nederlandse inzet zich moet concentreren op zaken als de liberalisering van de dienstenrichtlijn, integratie op de digitale markt en investeringen in innovatie ten faveure van landbouw- en structuurfondsen? De leden van de PvdA-fractie staan in beginsel positief tegenover de invoering van een zogenaamde sociale scorekaart met beleidsindicatoren om de sociaaleconomische toestand in een land samen te vatten, zodat deze mee kunnen worden gewogen bij de vaststelling van beleidsaanbevelingen binnen het Europees Semester aan lidstaten. Simpel gezegd moet Europa bij haar aanbevelingen voor lidstaten behalve economische en financiële indicatoren ook sociale indicatoren zoals armoede, (jeugd)werkloosheid maar ook investeringen in de productiviteit van mensen meewegen. Hoe staat het met dit initiatief voor een sociale scorekaart in Europees verband, vragen de leden van de PvdA-fractie. De leden van de PvdA-fractie willen daarnaast informeren naar de onderhandelingen over de lidstaatcontracten in Europees verband. Zij steunen de lijn van het kabinet dat verplichte lidstaatcontracten slechts in de correctieve arm – dat wil zeggen bij lidstaten die reeds problemen hebben – van toepassing kunnen zijn. Hoe staat het met de onderhandelingen op dit punt? Wat betreft arbeidsmigratie zijn de leden van de PvdA-fractie blij met de voortvarende manier waarop de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Asscher, werk maakt van het door hen gevraagde actieplan om uitbuiting, oneerlijke concurrentie en verdringing tegen te gaan. Minister Asscher doet dat door de problemen niet onder het tapijt te schuiven of door mensen die hier met goede bedoelingen komen om te werken weg te zetten, maar hij doet dat door de daad bij het woord te voegen en te erkennen dat vrij verkeer van personen in het belang van Nederland is en tegelijkertijd op nationaal en Europees niveau de schijnconstructies, malafide uitzendbureaus en uitbuiting van arbeidsmigranten aan te pakken. De leden van de PvdA-fractie steunen deze aanpak van harte. De leden van de SP-fractie vragen welke indicatoren voor het economisch beleid worden bediscussieerd tijdens de Europese Raad. Zitten daar ook sociale indicatoren tussen, vragen deze leden. Het is de leden van de SP-fractie niet duidelijk in welke fase van bespreking de lidstaatcontracten zich bevinden. Welke opties worden er onderzocht? Zijn er nieuwe varianten? Wat zijn de belangrijkste geschilpunten? Zij zijn ook benieuwd naar de eventuele rechtsgrondslag voor een dergelijk instrument gezien het kabinet in de subsidiariteitsexcercitie stelt dat elk optreden van de EU gebaseerd moet zijn op een heldere rechtsgrondslag. Bij het standpunt over de contracten lezen de leden van de SP-fractie dat het kabinet als voorwaarde stelt dat deze niet mag leiden tot hogere afdrachten. Zij denken dat dit slaat op het voorstel voor een aparte eurobegroting om economische schokken op te vangen. Zij zijn dan ook verbaasd dat het kabinet hieraan voorwaarden stelt terwijl bij de subsidiariteitsexcercitie dit instrument volledig wordt afgewezen. Zij wensen graag een nadere uitleg van het standpunt van het kabinet. De leden van de CDA-fractie hebben kanttekeningen geplaatst bij het inzetten van lidstaatcontracten tenzij deze worden toegepast bij lidstaten die zich niet aan de versterkte regels houden. Zal het kabinet zich inzetten om mogelijke lidstaatcontracten alleen te gebruiken ter versterking van de interventieladder? Cohesiebeleid De leden van de PvdA-fractie vinden dat de bestrijding van jeugdwerkloosheid in Europa absoluut prioriteit moet hebben. Zij vinden dat Nederland niet machteloos mag toekijken hoe een groot deel van de Europese jeugd geen baan kan vinden en daardoor het perspectief dreigt te verliezen. Het mag niet zo zijn dat een hele generatie de toekomst wordt ontnomen. Vanuit sociaal oogpunt is dit van groot belang, maar ook vanuit economisch oogpunt is het van groot belang. De leden van de PvdA-fractie vinden dat jongeren een toekomst gegeven moet worden in Europa. Zij vragen op welke wijze het kabinet zich inzet om ervoor te zorgen dat het cohesiebeleid via de structuurfondsen wordt aangewend voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid in Europa. Hoe staat het met de voortgang van het Europese plan voor de aanpak van jeugdwerkloosheid en welke stappen zijn er sinds juni jl. gemaakt? En hoe zet het kabinet zich in om van het Europese jeugdwerkgarantieplan meer te maken dan holle retoriek? Ziet het kabinet bijvoorbeeld potentieel in een Europese vacaturebank voor leerwerkstages in sectoren waar een tekort is aan arbeidskrachten? En op welke wijze geeft het kabinet zijn eigen beleid vorm om een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid in Europa? Wat betreft de inzet van structuurfondsen om innovatie en duurzame ontwikkeling te stimuleren, steunen de leden van de PvdA-fractie de afspraak tussen Rijk en regio’s dat ‘innovatie’ en ‘koolstofarme economie’ de hoofddoelen zijn voor de programma’s voor de nieuwe periode van structuurfonds EFRO. Het is goed dat in deze tijd van economische crisis de Europese fondsen worden ingezet om met name het Nederlandse MKB te helpen sterker en schoner uit de crisis te komen. De verwachting is dat Nederland € 1,26 miljard zal ontvangen uit de meerjarenbegroting, waarvan € 911 miljoen voor EFRO en EFS en € 348 miljoen voor grensoverschrijdende samenwerking, stellen de leden van de CDA-fractie vast. Hoe groot is het verschil ten opzichte van de vorige periode en welke projecten komen hiermee te vervallen? Welke consequenties heeft dat voor de werkgelegenheid, vragen deze leden. Brief inzake rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije Kijkend naar de overige onderwerpen op de agenda van dit overleg hebben de leden van de VVD-fractie nog de volgende vragen inzake de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije: Is het kabinet bekend met het feit dat Hongarije inmiddels weer toegang heeft tot EU-fondsen ter waarde van twee miljard euro nadat deze bevroren waren na tekenen van mismanagement (zie HYPERLINK "http://www.euractiv.com/central-europe/eu-unfreezes-funding-hungary-new s-530322" http://www.euractiv.com/central-europe/eu-unfreezes-funding-hungary-news -530322 )? Deelt het kabinet de mening van de leden van de VVD-fractie dat ook het kwijtschelden van de boete ter waarde van 250 miljoen euro een slecht signaal is en dat het doorvoeren van deze boete juist een goede precedentwerking zou creëren, en daarmee als waarschuwing zou kunnen dienen richting andere lidstaten? Zal het kabinet in de Raad de positie innemen dat eenmaal uitgedeelde boetes gehandhaafd dienen te worden? Welke vorderingen heeft Hongarije de afgelopen maanden gemaakt op het gebied van het aanpassen van de grondwetswijziging zodat deze aansluit bij de gedeelde normen en waarden van de EU? Is hier recentelijk in de Raad nog over gesproken? Hoe ziet het kabinet in dit licht het dispuut tussen Kroatië en de Europese Commissie, over het uitsluiten van misdaden die voor 2002 gepleegd zijn van het Europese arrestatiebevel, vragen de leden van de VVD-fractie, onder verwijzing naar HYPERLINK "http://euobserver.com/justice/121469" http://euobserver.com/justice/121469 . Deze leden vragen naar de positie van de Raad in dezen. De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen over de situatie in Hongarije. Dit is ook gebleken uit de (aangenomen) motie van het lid Servaes c.s. van 13 maart 2013 over de recente grondwetswijzigingen in Hongarije (Kamerstuk 21501-20, nr. 772). Het kan niet zo zijn dat een Europese lidstaat wegdrijft van onze gezamenlijke Europese waarden zoals democratie, rechtvaardigheid en vrijheid. De leden van de PvdA-fractie willen graag van het kabinet weten hoe ver de invloed van de Europese Commissie reikt in het beïnvloeden van de vijfde tranche van de Hongaarse grondwet. Zijn de Hongaarse oppositie en maatschappelijke organisaties nu wel betrokken en is de verwachting dat de vijfde tranche de zorgen over de grondwetswijzigingen geheel wegneemt? De leden van de PvdA-fractie zijn overigens positief over de acties van de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken en de druk vanuit de EU op de Hongaarse regering. Het kabinet vindt het te vroeg voor een concrete actieagenda met sancties, maar welke stappen neemt het kabinet dan wel om de druk op de regering-Orbán te houden? Op welke wijze en op welke momenten zal het Nederlandse kabinet de Hongaarse regering aanspreken op het respecteren van de Europese waarden van democratie, persvrijheid, en de trias politica? Waarom is volgens het kabinet het ontwikkelen van mechanismen die specifiek gericht zijn op afzonderlijke lidstaten, zoals de door de heer Tavares voorgestelde ‘artikel 2-trialoog’ voor Hongarije, geen oplossing? De leden van de PvdA-fractie vragen het kabinet wanneer het wel zo ver is dat er sancties zouden moeten worden ingesteld tegen Hongarije. Ten aanzien van de beschouwing van de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije zijn de leden van de SP-fractie benieuwd naar de vervolgstappen. Wanneer worden er rapportages van de Raad van Europa en de Europese Commissie verwacht? Fiche inzake de Verordeningen aanpassing comitologie post-Lissabon De leden van de fractie van het CDA hebben grote twijfels over de inzet van de Europese Commissie om meer EU-regelgeving via comitologie te regelen. Op welke manier wordt de democratische controle en democratische legitimiteit alsmede de diversiteit op de beleidsterreinen gewaarborgd? Wordt hiermee de rol van de nationale parlementen niet ondergraven? Kan gewaarborgd worden dat er niet ingestemd zal worden met voorstellen die de controle van nationale parlementen ondergraven op regelgeving die nationaal impact zal hebben? (*) Agenda van het schriftelijk overleg inzake de Raad Algemene Zaken van 30 september 2013 1. Verslag van de Informele Raad Algemene Zaken van 29-30 augustus 2013, brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 13 september 2013, documentnummer 2013Z17372 2. Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 30 september 2013, brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 13 september 2013, documentnummer 2013Z17389 3. Beschouwing van de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije, brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 16 augustus 2012, Kamerstuk 21501-20, nr. 809 4. Fiche: Verordeningen aanpassing comitologie post-Lissabon (PRAC – delegatie), brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 30 augustus 2013, Kamerstuk 22112, nr. 1674