33771 Adv RvSt inzake de Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013
Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2013D40813, datum: 2013-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2013Z19669:
- Indiener: I.W. Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-10-17 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-11-06 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2013-11-28 14:00: Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013) (33771) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2014-03-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2014-03-20 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-04-24 20:00: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W03.13.0149/II 's-Gravenhage, 20 juni 2013 Bij Kabinetsmissive van 28 mei 2013, no.13.001069, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013), met memorie van toelichting. Het verzamelwetsvoorstel brengt wijzigingen aan in onder meer het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg), die verband houden met reparatie van wetstechnische gebreken of inhoudelijke wijzigingen van ondergeschikte aard betreffen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekening. 1. Verstrekking justitiële gegevens aan rechterlijke ambtenaren en andere autoriteiten in het buitenland Het wetsvoorstel strekt ertoe dat de verstrekking van justitiële gegevens aan rechterlijke ambtenaren dan wel andere autoriteiten in het buitenland op grond van de Wjsg mogelijk wordt ten behoeve van de “rechtspleging”, in plaats van de “strafrechtspleging”. De toelichting betoogt dat deze wijziging een ‘wetstechnische correctie’ betreft. Bij een eerdere wijziging zijn de mogelijkheden voor de verstrekking van justitiële gegevens aan buitenlandse rechters en autoriteiten verruimd. Deze verstrekkingen aan andere landen kunnen ook een buiten het strafrecht gelegen doel hebben, zoals de screening van personen. Het Besluit politiegegevens en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) zijn al wel in deze zin aangepast, aldus de toelichting. De Afdeling merkt in de eerste plaats op dat de memorie van toelichting ter onderbouwing van genoemde wijziging verwijst naar artikel 11 van het Kaderbesluit dataprotectie. De toelichting gaat echter niet nader in op de reikwijdte van de term “rechtspleging” in relatie tot de in artikel 11 van het Kaderbesluit dataprotectie vermelde doelen voor de verdere verwerking van persoonsgegevens. Uit laatstgenoemd artikel blijkt dat deze doelen hetzij rechtstreeks verband houden met de opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen (de onderdelen a en b) – in welk geval overeenkomstig het huidige artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg kan worden volstaan met de aanduiding ‘strafrechtspleging’ – hetzij een ruimer bereik hebben dan het thans voorgestelde doel ‘rechtspleging’. Zo is ingevolge artikel 11 van het Kaderbesluit dataprotectie de verdere verwerking van persoonsgegevens ook toegestaan ten behoeve van de voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid (onderdeel c) alsmede ten behoeve van een ander doel voor zover daartoe de voorafgaande toestemming van de verstrekkende lidstaat of de instemming van de betrokkene is verkregen (onderdeel d). Voorts merkt de Afdeling op dat het op de Wjsg gebaseerde artikel 36 Bjsg reeds een met artikel 11 van het Kaderbesluit overeenstemmende reikwijdte heeft. Het voorgestelde artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg, biedt voor de in artikel 36 Bjsg voorziene verstrekking van persoonsgegevens onvoldoende grondslag. De Afdeling adviseert de voorgestelde wijziging in het licht van het bovenstaande nauw te doen aansluiten bij het Kaderbesluit dataprotectie. 2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De vice-president van de Raad van State,Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W03.13.0149/II met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. Artikel VII, onderdeel B en artikel XXXI schrappen. In de voorgestelde wijzigingen voorziet de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart), Stb. 2012, 313, in werking getreden op 12 juli 2012 (Stb. 2012, 314). In artikel XXVI, onderdeel A, “artikel 5a” vervangen door: artikel 5g. In artikel XXVI, onderdeel B, vervangen door: In het opschrift van de bijlage bij de wet wordt ‘Bijlage 1’ vervangen door: Bijlage. Artikel XXIV, onderdeel B, onder 2, van het wetsvoorstel, dat artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg wijzigt. Vgl. artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg, dat is ingevoerd bij de Wet van 6 oktober 2011 tot wijziging van de Wet politiegegevens en van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie 2008/977/JBZ over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en de implementatie van het Besluit van de Raad 2009/371/JBZ van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol), Stb. 2011, 490. Memorie van toelichting, artikelsgewijze toelichting bij artikel XXIV. Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (PbEU L 350/60). Uit de parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wjsg, waar de toelichting naar verwijst, en dat tot artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg in zijn huidige redactie heeft geleid, volgt niet dat de vorenbedoelde wijziging in “rechtspleging” daar is voorzien. Kamerstukken II 2010/11, 32 554, nr. 3, blz. 37. Buiten beschouwing blijft hier dat op grond van artikel 11 van het Kaderbesluit de bevoegde autoriteiten de verstrekte persoonsgegevens ook verder mogen verwerken voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden, mits de lidstaten passende waarborgen bieden. PAGE 2 PAGE 2 PAGE I AAN DE KONING ........................................................................ ...........