[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33771 Adv RvSt inzake de Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013

Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2013D40813, datum: 2013-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z19669:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.13.0149/II	's-Gravenhage, 20 juni 2013

Bij Kabinetsmissive van 28 mei 2013, no.13.001069, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de
Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot herstel van wetstechnische gebreken en
leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte
aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013), met
memorie van toelichting.

Het verzamelwetsvoorstel brengt wijzigingen aan in onder meer het
Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet justitiële
en strafvorderlijke gegevens (Wjsg), die verband houden met reparatie
van wetstechnische gebreken of inhoudelijke wijzigingen van
ondergeschikte aard betreffen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekening.

1.	Verstrekking justitiële gegevens aan rechterlijke ambtenaren en
andere autoriteiten in het buitenland

Het wetsvoorstel strekt ertoe dat de verstrekking van justitiële
gegevens aan rechterlijke ambtenaren dan wel andere autoriteiten in het
buitenland op grond van de Wjsg mogelijk wordt ten behoeve van de
“rechtspleging”, in plaats van de “strafrechtspleging”. De
toelichting betoogt dat deze wijziging een ‘wetstechnische
correctie’ betreft. Bij een eerdere wijziging zijn de mogelijkheden
voor de verstrekking van justitiële gegevens aan buitenlandse rechters
en autoriteiten verruimd. 

Deze verstrekkingen aan andere landen kunnen ook een buiten het
strafrecht gelegen doel hebben, zoals de screening van personen. Het
Besluit politiegegevens en het Besluit justitiële en strafvorderlijke
gegevens (Bjsg) zijn al wel in deze zin aangepast, aldus de toelichting.


De Afdeling merkt in de eerste plaats op dat de memorie van toelichting
ter onderbouwing van genoemde wijziging verwijst naar artikel 11 van het
Kaderbesluit dataprotectie. De toelichting gaat echter niet nader in op
de reikwijdte van de term “rechtspleging” in relatie tot de in
artikel 11 van het Kaderbesluit dataprotectie vermelde doelen voor de
verdere verwerking van persoonsgegevens. Uit laatstgenoemd artikel
blijkt dat deze doelen hetzij rechtstreeks verband houden met de
opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van
straffen (de onderdelen a en b) – in welk geval overeenkomstig het
huidige artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg kan worden volstaan met de
aanduiding ‘strafrechtspleging’ – hetzij een ruimer bereik hebben
dan het thans voorgestelde doel ‘rechtspleging’. Zo is ingevolge
artikel 11 van het Kaderbesluit dataprotectie de verdere verwerking van
persoonsgegevens ook toegestaan ten behoeve van de voorkoming van een
onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid
(onderdeel c) alsmede ten behoeve van een ander doel voor zover daartoe
de voorafgaande toestemming van de verstrekkende lidstaat of de
instemming van de betrokkene is verkregen (onderdeel d).  

Voorts merkt de Afdeling op dat het op de Wjsg gebaseerde artikel 36
Bjsg reeds een met artikel 11 van het Kaderbesluit overeenstemmende
reikwijdte heeft. Het voorgestelde artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg,
biedt voor de in artikel 36 Bjsg voorziene verstrekking van
persoonsgegevens onvoldoende grondslag.  

De Afdeling adviseert de voorgestelde wijziging in het licht van het
bovenstaande nauw te doen aansluiten bij het Kaderbesluit dataprotectie.


2.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,Bijlage bij het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W03.13.0149/II
met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft.

Artikel VII, onderdeel B en artikel XXXI schrappen. In de voorgestelde
wijzigingen voorziet de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet op
de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en
diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal
arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart), Stb.
2012, 313, in werking getreden op 12 juli 2012 (Stb. 2012, 314).

In artikel XXVI, onderdeel A, “artikel 5a” vervangen door: artikel
5g.

In artikel XXVI, onderdeel B, vervangen door: In het opschrift van de
bijlage bij de wet wordt ‘Bijlage 1’ vervangen door: Bijlage.  

	Artikel XXIV, onderdeel B, onder 2, van het wetsvoorstel, dat artikel
8, vijfde lid, van de Wjsg wijzigt.

	Vgl. artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg, dat is ingevoerd bij de Wet
van 6 oktober 2011 tot wijziging van de Wet politiegegevens en van de
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de
implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie
2008/977/JBZ over de bescherming van persoonsgegevens die worden
verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in
strafzaken en de implementatie van het Besluit van de Raad 2009/371/JBZ
van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol),
Stb. 2011, 490. 

	Memorie van toelichting, artikelsgewijze toelichting bij artikel XXIV. 

	Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27
november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden
verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in
strafzaken (PbEU L 350/60).

	Uit de parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel tot wijziging
van onder meer de Wjsg, waar de toelichting naar verwijst, en dat tot
artikel 8, vijfde lid, van de Wjsg in zijn huidige redactie  heeft
geleid, volgt niet dat de vorenbedoelde wijziging in “rechtspleging”
daar is voorzien. Kamerstukken II 2010/11, 32 554, 

nr. 3, blz. 37. 

	Buiten beschouwing blijft hier dat op grond van artikel 11 van het
Kaderbesluit de bevoegde autoriteiten de verstrekte persoonsgegevens ook
verder mogen verwerken voor historische, statistische of
wetenschappelijke doeleinden, mits de lidstaten passende waarborgen
bieden.

 PAGE   2 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONING

........................................................................
...........