[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33775 NR inzake Wijziging van de Warenwet

Wijziging van de Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing en wiziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig regelen van de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen

Nader rapport

Nummer: 2013D41788, datum: 2013-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z20229:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende wijziging van de
Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de
bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder regels inzake
het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing en
wijziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig regelen van
de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen 









	

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 24 april
2013, no. 13.000888, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 13 juni
2013, no. W13.13.0109/III, bied ik U hierbij aan.

Verhoging maximale bedrag bestuurlijke boete

Met de inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving en
sanctiebeleid SZW-wetgeving zijn de bestuurlijke boeten in de
SZW-wetgeving aanzienlijk verhoogd. Tussen de Arbeidsomstandighedenwet
en de Warenwet bestaat een nauwe relatie. Om die reden is het wenselijk
ook de maximumboete in de Warenwet aan te passen en aan te laten sluiten
bij de Arbeidsomstandighedenwet, anders zouden onverklaarbare
verschillen tussen de beide wetten ontstaan. In de Warenwet staat het
maximumbedrag van de bestuurlijke boete. In het Warenwetbesluit
bestuurlijke boeten staan de concrete boetebedragen die bij overtreding
van de verschillende Warenwetbesluiten kunnen worden opgelegd. De
verhoging van het boetemaximum zal in de praktijk gevolgen hebben voor
warenwetbesluiten die een nauwe relatie hebben met de
Arbeidsomstandighedenwet. De warenwetbesluiten die het betreft zijn:
Warenwetbesluit containers, Warenwetbesluit explosieveilig materieel,
Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm, Warenwetbesluit
drukapparatuur, Warenwetbesluit liften, Warenwetbesluit machines en
Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. 

Voor de Warenwetbesluiten die primair onder de verantwoordelijkheid van
de Minister van VWS vallen volstaat het huidige boetemaximum van €
4.500. Niet uit te sluiten is echter dat ook voor deze besluiten in de
toekomst bij overtreding van bepaalde voorschiften hogere boeten
gerechtvaardigd zijn. De Warenwet biedt daar dan de mogelijkheid toe.
Zoals de Raad terecht opmerkt, behoren deze boetes in redelijke
verhouding te staan tot de aard en de ernst van de overtreding. De
afweging of daarvan sprake is, wordt gemaakt in het Warenwetbesluit
bestuurlijke boeten.

Verbod aanprijzen aanbrengen tatoeage of piercing

Het verbod tot het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of
piercing beperkt het in artikel 10 van het Europees Verdrag tot
Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden
(EVRM), opgenomen recht van de vrijheid van meningsuiting. De Afdeling
merkt terecht op dat die beperking een rechtvaardiging behoeft. Artikel
10, tweede lid, van het EVRM vereist dat een beperking van het recht op
de vrijheid van meningsuiting:

bij de wet is voorzien;

een in dat lid genoemd belang dient, en

noodzakelijk is in een democratische samenleving.

De beperking vormt na de inwerkingtreding van het onderhavige
wetsvoorstel een onderdeel van de Warenwet. Het voorgestelde nieuwe
vijfde lid van artikel 24 van de Warenwet bevat een duidelijke
omschrijving van de beperking en wordt in het Staatblad bekend gemaakt
en via   HYPERLINK "http://www.overheid.nl"  www.overheid.nl 
raadpleegbaar. De beperking van het recht op de vrijheid van
meningsuiting is daarmee bij de wet voorzien. De beperking dient ter
bescherming van de gezondheid. Het betreft hier een in artikel 10,
tweede lid, van het EVRM, genoemd belang. 

De vereiste noodzakelijkheid houdt in dat:

de beperking voorziet in een dringende maatschappelijke behoefte;

de beperking geschikt is om de bescherming van de gezondheid te

bereiken;

er geen minder vergaande beperking van het recht van de vrijheid van
meningsuiting bestaat waarmee dezelfde bescherming van de gezondheid kan
worden gerealiseerd, en

de bescherming van de gezondheid op weegt tegen de beperking.

De beperking voorziet in de dringende maatschappelijke behoefte van het
tegengaan van het aanbrengen van tatoeages en piercings door personen
die niet beschikken over de daarvoor vereiste vergunning. Het in het
voorgestelde nieuwe vijfde lid van artikel 24 van de Warenwet opgenomen
verbod geldt slechts voor personen die niet voldoen aan de krachtens die
wet geldende vergunningplicht. Het krachtens de Warenwet geldend
vergunningstelsel voor het gebruik van tatoeage- of piercingsmateriaal
is uitsluitend in het leven geroepen om het volksgezondheidsbelang te
dienen en is een goed middel om infecties van ernstige ziektes te
verminderen. Het bovenbedoeld verbod leidt ertoe dat minder personen een
tatoeage of een piercing laten aanbrengen door personen die niet
beschikken over de daarvoor vereiste vergunning. Het verbod vormt
daarmee een geschikt middel voor de bescherming van de volksgezondheid. 

Het voorgestelde nieuwe vijfde lid van artikel 24 van de Warenwet
bepaalt dat het verbod niet geldt voor personen die beschikken over de
vereiste vergunning of waarvan de aanbrengactiviteiten krachtens de
Warenwet niet vergunningplichtig zijn. De beperking van het recht van de
vrijheid van meningsuiting gaat met andere woorden niet verder dan nodig
om de bescherming van de gezondheid te realiseren. Er bestaat dan ook
geen minder vergaande beperking van het recht van de vrijheid van
meningsuiting waarmee dezelfde bescherming van de gezondheid wordt
bereikt.

De beperking van het recht op de vrijheid van meningsuiting betreft
activiteiten van personen op het vlak van het aanbrengen van tatoeages
of piercings die ze niet mogen uitvoeren. Het belang van een persoon om
zijn activiteiten aan te kunnen prijzen, terwijl er vanwege het niet
beschikken over de vereiste vergunning een verbod voor hem geldt om die
uit te voeren is niet groot. De beperking van de gezondheid weegt
daarmee op tegen de beperking van het recht op de vrijheid van
meningsuiting. De voorgestelde wijziging voldoet daarmee aan de vereiste
noodzakelijkheid. 

Er is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Warenwet
verplichtingen te schrappen om een aantal regels of besluiten vast te
stellen dan wel termijnen te verlengen in overeenstemming met de
Minister van Economische Zaken. Dit wordt voorgesteld op aangeven van de
Minister van Economische Zaken. Dit houdt verband met het ook in het
regeerakkoord neergelegde streven de bureaucratie zoveel mogelijk te
beperken. Dit neemt uiteraard niet weg dat per geval zal worden
beoordeeld of afstemming nodig is. 

Er is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Warenwet een
grondslag op te nemen voor de doorberekening van kosten van de
behandeling van een aanvraag voor documenten. Het betreft hier
documenten die geen betrekking hebben op een vergunning of de aanwijzing
van een instelling. Gedacht kan worden aan een document waaruit blijkt
dat een certificaat van een organisatie uit een andere lidstaat voldoet
aan de in Nederland gestelde eisen. 

De redactionele kanttekeningen van de Afdeling advisering van de Raad
van State zijn overgenomen. 

Ik moge U mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van
toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

mw. drs. E.I. Schippers

 Zie in dit verband Stb, 2007, 114, blz.9.

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Kenmerk

157041-111304-WJZ

Den Haag

16 oktober 2013