Nader rapport
Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het op 16 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Trb. 1969, 100) en van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 6, vierde lid, van het op 18 oktober 1961 te Turijn tot stand gekomen Europees Sociaal Handvest (Trb. 1962, 3 en Trb. 1963, 90)
Nader rapport
Nummer: 2013D42334, datum: 2013-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.F. Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.C.G.M. Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2013Z20508:
- Indiener: L.F. Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: F.C.G.M. Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2013-10-29 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-10-29 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2013-11-20 14:00: Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het op 16 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Trb. 1969, 100) en van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 6, vierde lid, van het op 18 oktober 1961 te Turijn tot stand gekomen Europees Sociaal Handvest (Trb. 1962, 3 en Trb. 1963, 90) - 33782 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2014-05-27 14:30: Procedures en brieven (tijdstip gewijzigd) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2014-06-19 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-09-04 13:24: Hamerstuk: Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het op 16 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Trb. 1969, 100) en van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 6, vierde lid, van het op 18 oktober 1961 te Turijn tot stand gekomen Europees Sociaal Handvest (Trb. 1962, 3 en Trb. 1963, 90) (33782) (Hamerstukken), TK
Preview document (š origineel)
Afdeling Verdragen MINBUZA-2013.286994 AAN DE KONING Nader rapport inzake het voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het op 16 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Trb. 1969, 100) en van het voornemen tot intrekking van het voorbehoud bij artikel 6, vierde lid, van het op 18 oktober 1961 te Turijn tot stand gekomen Europees Sociaal Handvest (Trb. 1962, 3 en Trb. 1963, 90) ās-Gravenhage, 21 oktober 2013 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 september 2013, no. 13.001803, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 25 september 2013, nr.Ā W12.13.0306/III/K, bied ik U hierbij aan. Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Aan de redactionele kanttekeningen is geen gehoor gegeven. De term āhet Caribische deel van Nederlandā wordt gebruikt om zowel het statutaire onderscheid aan te geven tussen het Caribische deel van Nederland en de landen van het Koninkrijk als het juridisch-geografische onderscheid tussen het Caribische en het Europese deel van Nederland. Ik moge U, mede namens de Minister van FinanciĆ«n, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, de Staten van CuraƧao en de Staten van Sint Maarten te zenden. De Minister van Buitenlandse Zaken, VERTROUWELIJK Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY L_PAGE \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY L_PAGEOF \* MERGEFORMAT van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY SIG_DIR \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY SIG_DEP \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY L_DATE \* MERGEFORMAT Datum 22 September 2011 DOCPROPERTY L_REFERENCE \* MERGEFORMAT Onze referentie