[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33699, bijgewerkt tm nr.7 (NvW. d.d. 29 oktober 2013)

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht ter uitvoering van de verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PbEU 2013, L 180)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D42775, datum: 2013-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z15194:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE  KAMER  DER STATEN-GENERAAL	2

Vergaderjaar 2011-2012







	33 699	Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet
bestuursrecht ter uitvoering van de verordening (EU) nr. 604/2013 van
het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van
de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat
verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om
internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of
een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PbEU 2013,
L 180)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enkele
wijzigingen aan te brengen in de Vreemdelingenwet 2000 ter uitvoering
van de Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de
Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten
om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van
een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een
derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel t door een puntkomma, drie nieuwe onderdelen ingevoegd,
luidende:

u. Dublinverordening: de verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees
Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria
en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de
behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een
onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten
wordt ingediend (PbEU 2013, L 180);

v. Kwalificatierichtlijn: de richtlijn nr. 2011/95/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de
erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die
internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor
vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire
bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PbEU 2011,
L 337);

w. overdrachtsbesluit: het besluit, bedoeld in artikel 26 van de
Dublinverordening.

B

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. Onze minister kan de maatregel, bedoeld in artikel 6, eerste en
tweede lid, voortzetten met het oog op de overdracht aan een
verantwoordelijke lidstaat, met inachtneming van artikel 28 van de
Dublinverordening.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld omtrent de toepassing van het eerste lid. 

C

Artikel 8, onderdeel m komt te luiden:

m. na afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een
verblijfsvergunning op grond van artikel 30, eerste lid, onderdeel a,
terwijl hij in afwachting is van de feitelijke overdracht naar een
verantwoordelijke lidstaat in de zin van de Dublinverordening.

D

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘, of’ in onderdeel c
vervangen door een puntkomma.

2. In het eerste lid wordt onder verlettering van onderdeel d tot
onderdeel e een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:

d. de vreemdeling in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een
staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte of in Zwitserland internationale bescherming geniet
in de zin van artikel 2, eerste lid onder a van de
kwalificatierichtlijn, dan wel een gelijkwaardige status bezit op basis
van het Vluchtelingenverdrag of artikel 3 van het Europees Verdrag voor
de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden; of

3. In het derde lid wordt “het eerste lid, onder d” vervangen door:
het eerste lid, onder d en e.

E

In artikel 39, eerste lid, tweede volzin, wordt na “uitzetting”
ingevoegd: of overdracht.

F

In artikel 42, derde lid, wordt na “uitzetting” ingevoegd: of
overdracht.

G

Voor artikel 45 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 44a

1. Indien een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning voor
bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, wordt afgewezen op grond van
artikel 30, eerste lid, onderdeel a, geldt de beschikking waarbij deze
aanvraag wordt afgewezen als overdrachtsbesluit, en heeft zij van
rechtswege tot gevolg dat:

a. de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8,
eerste lid, onder m;

b. de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen bevoegd zijn
elke plaats te betreden, daaronder begrepen een woning zonder
toestemming van de bewoner, teneinde de vreemdeling over te dragen;

c. de vreemdeling Nederland uit eigen beweging dient te verlaten binnen
de in artikel 62c gestelde termijn, bij gebreke waarvan de vreemdeling
kan worden overgedragen.

2. Het in het eerste lid, onder b, bedoelde gevolg treedt niet in,
indien de in artikel 62c bedoelde termijn nog niet is verstreken.

H

Na artikel 59 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 59a

1. Onze Minister kan vreemdelingen op wie de Dublinverordening van
toepassing is, met het oog op de overdracht aan een verantwoordelijke
lidstaat in bewaring stellen met inachtneming van artikel 28 van de
Dublinverordening.

2. Artikel 59, derde lid is van overeenkomstige toepassing.

I

Het opschrift van hoofdstuk 6 komt te luiden: Vertrek, uitzetting en
overdracht, inreisverbod en ongewenstverklaring.

J

In artikel 61, eerste lid wordt na “artikel 62” ingevoegd: of
artikel 62c.

K

Na artikel 62a worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 62b 

1. Onze Minister stelt de vreemdeling die kan worden overgedragen op
grond van de Dublinverordening, schriftelijk in kennis van het besluit
om hem over te dragen aan de verantwoordelijke lidstaat. 

2. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geldt als een
overdrachtsbesluit.

Artikel 62c

1. Nadat tegen de vreemdeling een overdrachtsbesluit is uitgevaardigd,
dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.

2. Artikel 62, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. 

3. Onze Minister kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, de voor
een vreemdeling geldende termijn verkorten dan wel bepalen dat een
vreemdeling Nederland onmiddellijk moet verlaten, indien dit
noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen
zes maanden na het akkoord van de verantwoordelijke lidstaat.

4. Het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder m, eindigt van
rechtswege nadat de vreemdeling Nederland kennelijk uit eigen beweging
heeft verlaten, dan wel de feitelijke overdracht is gerealiseerd. 

L

Het opschrift van Hoofdstuk 6, Afdeling 2 komt te luiden: Uitzetting en
overdracht

M

Na artikel 63 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63a

De vreemdeling tegen wie een overdrachtsbesluit is uitgevaardigd en die
Nederland niet binnen de in artikel 62c bedoelde termijn uit eigen
beweging heeft verlaten, kan door Onze Minister worden overgedragen aan
een verantwoordelijke lidstaat in de zin van de Dublinverordening.

N

In artikel 69, tweede lid wordt de zinsnede “dat niet de dagen omvat
die gemoeid zijn met het aan de asielaanvraag voorafgaande onderzoek
naar de identiteit, vingerafdrukken en nationaliteit van de vreemdeling,
naar de bij hem aangetroffen of door hem overgelegde documenten en
bescheiden, dan wel naar de vraag of artikel 30, eerste lid, aanhef en
onder a, kan worden toegepast” vervangen door: dat niet de dagen van
de rust- en voorbereidingstermijn omvat.

O

In artikel 72, vierde lid wordt na “artikel 62a, eerste lid”
ingevoegd: of artikel 62b, eerste lid.

P

Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt na “artikel 59” ingevoegd: of 59a.

2. In het vijfde lid wordt na “artikel 62, eerste lid” ingevoegd: of
artiekl 62c, eerste lid.

Q

In artikel 77, tweede lid wordt na “6” ingevoegd: , 6a.

R

In artikel 79, derde lid, wordt na “uitzetting” ingevoegd: of
overdracht.

S

Artikel 82, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede “dat niet de dagen omvat die
gemoeid zijn met het aan de asielaanvraag voorafgaande onderzoek naar de
identiteit, vingerafdrukken en nationaliteit van de vreemdeling, naar de
bij hem aangetroffen of door hem overgelegde documenten en bescheiden,
dan wel naar de vraag of artikel 30, eerste lid, aanhef en onder a, kan
worden toegepast” vervangen door: dat niet de dagen van de rust- en
voorbereidingstermijn omvat.

2. In onderdeel c wordt de zinsnede ‘onder a’ vervangen door: onder
a en d. 

3. Onder vervanging van de zinsnede “, of” door een puntkomma aan
het einde van onderdeel c en onder vervanging van de punt aan het einde
van onderdeel d door de zinsnede “; of” wordt na onderdeel d een
nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

e. een besluit als bedoeld in artikel 62b.

T

In artikel 83, tweede lid en zevende lid, onder b, wordt na
“uitzetting” telkens ingevoegd: of overdracht.

U

In artikel 84, onderdeel a wordt na “artikel 6, eerste lid”
ingevoegd: , artikel 6a, eerste lid.

V

In artikel 93, eerste lid, wordt na “artikel 6, eerste en tweede
lid” ingevoegd: , artikel 6a.

 

W

In artikel 94, eerste lid wordt “de artikelen 6, 58 en 59” vervangen
door: de artikelen 6, 6a, 58, 59 en 59a.

X

In artikel 108, eerste lid wordt na “6, eerste lid” ingevoegd: 6a,
eerste lid.

ARTIKEL II

In bijlage 1 bij de Algemene wet bestuursrecht, onder het kopje
Vreemdelingenwet komen de onderdelen a, b en c als volgt te luiden: 

a. de artikelen 54, tweede lid

b. een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 55, eerste lid

c. een kennisgeving als bedoeld in artikel 62a, eerste lid of artikel
62b

ARTIKEL III

1. Vreemdelingen die onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding
van deze wet houder waren van een verblijfsrecht onder artikel 8,
onderdeel m, worden vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet
geacht houder te zijn van een verblijfsrecht onder artikel 8, onderdeel
f. 

2. Vreemdelingen die onder de reikwijdte van de Dublinverordening vallen
en onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet in
bewaring waren gesteld op grond van artikel 59, worden vanaf het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geacht in bewaring te zijn
gesteld op grond van artikel 59a, tenzij de inbewaringstelling niet kan
worden voortgezet wegens strijd met artikel 28 van de Dublinverordening.


ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1