[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Schriftelijke antwoorden eerste termijn begrotingsbehandeling Defensie

Brief regering

Nummer: 2013D45456, datum: 2013-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z22118:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen, gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling Defensie op 13 november jongstleden.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

J.A. Hennis-Plasschaert

Antwoorden op vragen, gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling Defensie op 13 november 2013

1.

Kamerlid: Van Dijk, SP
Is de minister het ermee eens dat het nota-overleg niet het laatste debat was over de F-35?

Na het notaoverleg van 6 november jl. zal ook in de toekomst met de Kamer over de F-35 worden gesproken. Het zal dan gaan om de uitvoering van het project en, op langere termijn, de inzet van deze toestellen bij conflicten, crisisbeheersingsoperaties of nationale taken. Ik voorzie in ieder geval overleg met de Kamer over de komende jaarrapportage omstreeks juni 2014 en de D-brief van begin 2015.

2.

Kamerlid: Van Dijk, SP
Wat doet de coalitie als de JSF fors duurder wordt?

3.

Kamerlid: Van Dijk, SP
Hoe zit het met alle beloftes over de noodzaak van de JSF vanwege internationale verplichtingen?

De financiĆ«le inpasbaarheid van 37 F-35ā€™s is, zoals ook de Rekenkamer stelt, maximaal onderbouwd. Er zijn conservatieve aannames gehanteerd, samen met toepassing van een risicoreservering van 10 procent op zowel de investeringen als de exploitatie. De minister van FinanciĆ«n heeft dit op 6 november jl. toegelicht in het notaoverleg. Er is een heroverweging aan de orde indien voor het eerste bestelmoment zou blijken dat met de vastgestelde budgettaire kaders minder dan 37 toestellen kunnen worden aangeschaft.

4.

Kamerlid: Van Dijk, SP

In een document van het Government Accountability Office staat dat gemoderniseerde kernbommen geschikt moeten worden gemaakt voor zowel de F-16 als de JSF. Ontkent de regering nog steeds het verband tussen de nucleaire taak en de JSF?

5.

Kamerlid: Van Dijk, SP

Is de minister bereid initiatieven te nemen om kernwapens de wereld uit te helpen? Wil de minister kernwapens terugsturen naar de VS?

De regering is inderdaad bereid verdere initiatieven te nemen om de kernwapens de wereld uit te helpen. De minister van Buitenlandse Zaken heeft de Kamer mede namens mij op 24 oktober jl. een brief gestuurd over nucleaire ontwapening en non-proliferatie (Kamerstuk 33 783, nr. 1). In deze brief is het streven naar verdere tweezijdige nucleaire ontwapening uiteengezet.

Nederland streeft in Navo-kader serieus naar verdere vermindering en uiteindelijk verwijdering van de niet-strategische nucleaire wapens uit heel Europa op basis van onderhandelingen en wederkerigheid in een gelijk opgaand proces met Rusland. Dit is de manier om de druk op Rusland te handhaven, dat over aanzienlijk grotere voorraden wapens beschikt.

De Navo heeft zoals bekend een nucleaire taak. De regering heeft herhaaldelijk gemeld op grond van bondgenootschappelijke afspraken geen mededelingen te kunnen doen over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens.

Bij de aanschaf van de F-35 is de capaciteit ten aanzien van een nucleaire taak geen overweging geweest. Het technisch vermogen om wapens te dragen staat los van het beleid in dezen. Het is daarom onjuist een verband te leggen tussen het besluit tot aanschaf van de F-35 en betrokkenheid van Nederland bij de kernwapentaak van de Navo. Een debat over Nederlandse betrokkenheid bij de kernwapentaken hoort thuis in een debat over de eerder genoemde ontwapeningsbrief.

6.

Kamerlid: Van Dijk, SP
Over de EU Battlegroups, de Europese strijdkrachten waar Nederland aan deelneemt, zegt de minister: "Use them or lose them". Wat gaat het worden, minister? Als zij niet gebruikt worden, moet je ze ook afschaffen. Graag reactie.

Het momentum van dit jaar, bij de voorbereiding van de Europese Raad volgende maand, moet worden gebruikt om het perspectief op de inzet van deze snelle reactiecapaciteit te verbeteren. Het EU Battlegroup (EUBG) concept helpt de lidstaten al om zich beter voor te bereiden op gezamenlijke inzet, maar tot werkelijke inzet van deze snelle reactiecapaciteit is het tot heden niet gekomen. Mede door de inspanningen van Nederland is er nu een pakket maatregelen om die inzet binnen het kader van het concept dichterbij te brengen. Daarbij wordt het belang van regelmatige politieke consultatie en vroegtijdige bespreking van inzetopties op basis van reĆ«le scenarioā€™s onderstreept. Dit zijn essentiĆ«le elementen om de politieke wil en betrokkenheid te verzekeren.

Ik heb ook herhaaldelijk gewezen op de rol die parlementen spelen en moedig contacten tussen parlementen van deelnemende landen aan. Het genoemde pakket maatregelen vormt wellicht een resultaat van de Europese Raad van volgende maand. Succes wordt in de praktijk gemeten. Er komen, helaas, nog voldoende gelegenheden waarbij de EUBG zijn nut zal moeten bewijzen.

7.

Kamerlid: van Dijk, SP
Worden de militairen die meegaan op de missie naar Mali ook voorbereid op de Malinese gebruiken en cultuur?

Alle militairen volgen voordat zij aan een missie beginnen de Missie Gerichte Opleiding (MGO). Een belangrijk aspect in deze MGO is de module cultural awareness. In deze module worden de militairen voorgelicht over de plaatselijke cultuur en gebruiken. Ook in de voorbereiding op de missie naar Mali zal deze module worden gevolgd.

8.

Kamerlid: Van Dijk, SP

Bij de Patriotmissie worden militairen zes maanden uitgezonden, terwijl ze maar drie maanden in Nederland zijn. Graag de uitzendbescherming beter vastleggen, indien nodig via een wettelijke regeling. Graag een reactie.

Het principe van en de afspraken rondom de uitzendbescherming zijn helder. Een verdere wettelijke verankering is niet nodig. Voor iedere militair die te maken krijgt met een afwijking van het gebruikelijke uitzendritme wordt een passende oplossing gevonden.

9.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA

Hoe zit het met de oorspronkelijk geplande kade in Den Helder om met het schip vanuit en in Den Helder te kunnen werken? Het schip is te lang en vereist een bepaalde kadelengte die er nu niet is. We willen voorkomen dat Defensie met enorme exploitatiekosten achteraf geconfronteerd wordt, omdat men anders afhankelijk is van de commerciƫle haven in Vlissingen. Ik wil in dit verband graag ook op het punt van de civiel-militaire samenwerking van de minister duidelijkheid krijgen hoe zij dat ziet.

Het concept van de JSS berustte op drie pijlers: het vervoer van zwaar materieel, het ondersteunen van landoperaties vanuit zee met Chinook-helikopters en de maritieme bevoorrading op zee. Zoals in de nota ā€˜In het belang van Nederlandā€™ is gesteld, zijn de twee eerstgenoemde taken komen te vervallen. Een speciaal ingerichte kade voor zwaar materieel is dan ook niet langer nodig. Het JSS kan voor de overblijvende taken zonder problemen in de huidige haven van Den Helder worden afgemeerd. Als het JSS toch voor het vervoer van zwaar materieel wordt ingezet, wordt gebruik gemaakt van havens elders.

Het inmiddels geschrapte project van de nieuwe kade in Den Helder bevond zich in de aanbestedingsfase. Hoewel in de voorbereiding beperkte kosten zijn gemaakt, zijn voor de bouw nog geen financiƫle verplichtingen aangegaan. Civiel medegebruik van de haven in Den Helder gebeurt al en blijft mogelijk in de toekomst. Over dit medegebruik is Defensie in gesprek met gemeente en bedrijfsleven.

10.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA
In de begroting is de stijgende lijn van de investeringsquote een jaar uitgesteld, maar een toelichting ontbreekt. Welke projecten worden uitgesteld? Kan de minister toezeggen om in volgende begrotingen een toelichting bij de berekening van de investeringsquote op te nemen, inclusief verwijzingen naar gebruikte gegevens uit diezelfde begroting? Kan de minister toelichten waarom zowel de daling als de stijging in de grafiek van de investeringsquote een jaar is uitgesteld? Welke investeringen zijn uitgesteld of afgesteld? Wijkt de ontwikkeling van de investeringsquote in Nederland af van die in de ons omringende landen, waar ook wordt bezuinigd op defensie?

De investeringsquote is opgenomen in beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht op bladzijde 47 van de begroting 2014 en blijft ook in de toekomst daar een onderdeel van. De investeringsquote bestaat uit de totale investeringen uit beleidsartikel 6 (ā‚¬ 1.192 miljoen, zie blz. 3) ten opzichte van het totale defensiebudget (ā‚¬ 7.602 miljoen, zie blz.3) verminderd met het deel dat betrekking heeft op attachĆ©s (ā‚¬ 18,398 miljoen, zie blz. 62) aangezien dat onderdeel is van de HGIS. De investeringsquote bedraagt daarmee ā‚¬ 1.192 miljoen / (ā‚¬ 7.602 miljoen ā€“ ā‚¬ 18,398 miljoen) x 100 procent = 15,7 procent.

De investeringsquote vertoont een duidelijk stijgende lijn vanaf 2014. In de Ontwerpbegroting 2014 is op bladzijde 47 het verloop van de investeringsquote weergegeven voor 2012 tot en met 2018.

Ā 

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
15,2% 13,6% 15,7% 17,6% 19,1% 19,7% 19,7%

Als bijdrage aan de oplossing van de financiƫle problematiek is de investeringsquote begrensd op 20 procent, waarbij projecten zijn vertraagd of vervallen. Vertraagde projecten zijn onder andere de Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW), de vervanging licht indirect vurend wapensysteem, de vervangende capaciteit M-fregatten, de vervangende mijnenbestrijdingscapaciteit, de vervangende capaciteit voor Zr.Ms.Rotterdam, de vervanging van de Chinook en de modernisering en vernieuwing van de VSHORAD-capaciteit (luchtverdedigingscapaciteit voor de korte afstand). Daarnaast zijn er investeringsprojecten geschrapt, zoals de vervanging van de Mk-46 torpedo, het Helikopter Transport Systeem LC-Fregatten, de vervanging van de tactische indoor simulatie (TACTIS), de investering in operationele sanitaire voorzieningen (bad- en wasfaciliteiten), de vervanging MLC 70 wegenmat en wegenmatlegger, de technology upgrade BMS, de vervanging/aanvulling van mijnbestrijdingsmiddelen, de vervanging van de Gulfstream en de langere kade in Den Helder ten behoeve van het Joint Support Ship. Tot slot is er een eenmalige korting van vijf procent toegepast op projecten die nog niet in uitvoering zijn.

Het ministerie van Defensie heeft geen informatie beschikbaar over de investeringsquote van andere landen.

11.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA
De Zr.Ms. Amsterdam wordt uit de vaart genomen en gereedgemaakt voor afstoting. Dit gebeurt, terwijl er nog verschillende projecten sinds 2008 op de lijst van af te stoten materieel staan en nog altijd niet zijn verkocht. Het is ook niet duidelijk waarom ze in 2013 nog niet zijn verkocht. Daarom wil ik van de minister weten of er wel een markt is voor dit materieel. Hoe zijn de vooruitzichten? Zijn ze reƫel? In hoeverre zijn de bedragen die opgenomen zijn in de begroting nog reƫel?

De afstoting van defensiematerieel is een proces dat zorgvuldig moet worden uitgevoerd en daarom is er soms veel tijd mee gemoeid. Defensie ziet wel degelijk interesse voor af te stoten materieel en beschouwt de raming van de opbrengsten als realistisch. Ten aanzien van Zr.Ms.Amsterdam geldt dat de markt voor dit soort schepen beperkt is. Niettemin geldt bij dit schip dat er een reƫel perspectief bestaat op verkoop.
12.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA
Samenwerking tussen defensie-industrie en kennisinstituten is een belangrijk punt bij het verwerven van materieel. Een goed voorbeeld van samenwerking met de industrie is het zogeheten Land Maintenance Initiative. Wanneer worden vervolgstappen gezet bij deze samenwerking om te komen tot verdieping en verbreding?

Het Land Maintenance Initiative (LMI) is begonnen in september 2012. Sindsdien hebben het Commando Landstrijdkrachten en de Nederlandse defensie-industrie meer dan 80 samenwerkingsinitiatieven en -projecten in ontwikkeling en uitvoering. Deze projecten betreffen personele en materiƫle samenwerking, maar richten zich ook op Concept Development and Experimentation en Research en Development.

Mogelijkheden tot samenwerking zijn mede afhankelijk van de uitkomsten van de sourcingtoetsen die op dit moment worden voltooid. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat een aanzienlijk deel van de instandhoudingactiviteiten van het Commando Landstrijdkrachten al wordt uitbesteed.

13.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA
Waarom laten outsourcingsprojecten nog weinig resultaten zien? Waarom worden projecten steeds uitgesteld?

Sourcing is geen ā€˜silver bulletā€™ voor alle investerings- en exploitatieproblemen van Defensie. Het is een middel, geen doel op zich. Het zou ons moeten ā€˜ontzorgenā€™, maar leidt in de praktijk vaak juist tot zorgen.

Sourcing creƫert nieuwe afstemmingsvragen en bestuurlijke complexiteit. Het proces is ingewikkeld en in de aard langdurig. Er staan veel projecten op de sourcingagenda, die allemaal een langdurig beroep doen op schaarse technische en financiƫle kennis. Het verkrijgen van kosteninzicht kost vaak veel tijd. Opbrengsten en doorlooptijd worden vaak te optimistisch geschat, zodat de planning later moet worden aangepast.

Ook de personele aspecten van het sourcingvraagstuk hebben mijn aandacht. Sourcing heeft mogelijk ingrijpende gevolgen voor het betrokken personeel en leidt daarom bij hen tot onzekerheid. Ik hoop dat het in juli overeengekomen Sociaal Statuut Uitbesteding ons hierbij helpt, maar het zal niet voldoende zijn om die onzekerheid helemaal weg te nemen. Een kortere doorlooptijd zal ook helpen om de periode van onzekerheid zo kort mogelijk te houden.

Om sneller tot resultaten te kunnen komen, moet het proces worden vereenvoudigd en moeten in de projecten prioriteiten worden gesteld. Tegelijkertijd moeten we daarbij de zorgvuldigheid niet uit het oog verliezen. In de jaarlijkse sourcingrapportage, die u op korte termijn zult ontvangen, zal ik op de voortgang van de projecten en de verdere omgang met sourcing nader ingaan.

14.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA

Defensie wil de uitbesteding van ICT ā€˜knippenā€™ in twee kavels terwijl het advies was: Ć©Ć©n kavel, zoals in Duitsland. Kan de minister toezeggen dat dit advies wordt overgenomen?

Oorspronkelijk was er sprake van vijf kavels. Na een marktonderzoek in 2010 is dit gewijzigd in twee kavels: informatievoorziening (IV) en informatie- en communicatietechnologie (ICT), een voor de markt herkenbare verdeling. EĆ©n kavel werd en wordt als te omvangrijk en te risicovol beschouwd. Er is gekozen voor complexiteitsreductie en spreiding van risicoā€™s over twee contracten, zoals mijn ambtsvoorganger uw Kamer op 20 juni 2012 heeft meegedeeld (Kamerstuk 31 125 nr. 12). Het advies waarover in de vraagstelling wordt gesproken, betreft dat van een potentiĆ«le leverancier en beschouw ik daarom niet als onafhankelijk. In de jaarlijkse sourcingrapportage, die u op korte termijn zult ontvangen, zal ik op een en ander nader ingaan.

15.

Kamerlid: GĆ¼nal-Gezer, PvdA
Er is nog geen duidelijkheid over de outsourcing van het onderhoud van de Cougar. Kan de minister zich inzetten voor een snelle eindsprint van dit project?

Het is in het belang van Defensie dat de instandhouding van de Cougar wordt verzekerd tot het voorziene einde van het gebruik in januari 2018. Het projectteam is begonnen met de voorbereidingen op de aanbesteding en verwacht uiterlijk begin 2014 de markt te kunnen benaderen. Aansluitend kunnen de aanbestedingsdocumenten worden opgesteld en kan tot publicatie hiervan worden overgegaan. Het project ligt daarmee op schema.

16.

Kamerlid: Knops, CDA

Naast sourcing zijn er ook mogelijkheden om samen te werken met de industrie. Welke initiatieven neemt de minister voor samenwerking met industrie?

Er zijn nu reeds vele initiatieven die de samenwerking met de industrie bevorderen zoals technologieontwikkelingsprojecten, CODEMO, Innovation Game, de Defensie Innovatie Competitie, en compensatie dan wel industriƫle participatie bij materieelprojecten. Op dit moment wordt druk gewerkt om de Defensie Industrie Strategie (DIS) te voltooien. In overeenstemming met mijn toezegging in het notaoverleg over de toekomst van de krijgsmacht van 6 november jl., zal ik de DIS midden december aanbieden aan de Kamer.

17.

Kamerlid: Knops, CDA

Welke initiatieven neemt de minister op het gebied van innovatieve projecten om de levensduur en exploitatiekosten van wapensystemen te beperken?

Vermindering van de levensduurkosten (Life Cycle Costing of LCC) is belangrijk voor Defensie. De LCC-benadering geeft daarbij meer en beter inzicht in de levensduurkosten van wapensystemen. Bij de verwerving van het materieel vormen naast de aanschafkosten ook de exploitatiekosten nu al belangrijke selectiecriteria.

Tijdens de levensduur wordt steeds gezocht naar een beter evenwicht tussen het gebruik van systemen en het budget dat daarvoor beschikbaar moet zijn. Daarbij wordt in de gouden driehoek van kennisinstituten en defensie-industrie actief gezocht naar innovatieve oplossingen om de exploitatiekosten ā€“ en daarmee de LCC ā€“ te verlagen. Zo worden programmaā€™s van NLR en TNO uitgevoerd op gebieden als vermoeiingsanalyse en scheurvorming bij vliegtuigstructuren in relatie tot het gebruikersprofiel. Ook wordt actief onderzoek gedaan naar coating- en verfsystemen teneinde de inwerking van weersinvloeden te beperken.

18.

Kamerlid: Hachchi D66

Wat is het tijdpad voor de gesprekken met Rotterdam over de Van Ghent-kazerne?

Defensie is in gesprek met de gemeente Rotterdam over de toekomst van de Van Ghent-kazerne. Ik hoop de Kamer daarover spoedig nader te kunnen informeren, uiterlijk eind dit jaar.

19.

Kamerlid: Hachchi, D66
Hoe verhoudt het tijdpad voor het op orde krijgen van de inzetbaarheid van de Apaches zich tot de mogelijke inzet in Mali?

Begin december 2013 zullen de voor Mali bestemde Apache-helikopters gereed zijn. Ook het voortzettingsvermogen zal zijn gegarandeerd.

20.

Kamerlid: Hachchi, D66

Ik wil de minister vragen de kansen voor verdere samenwerking en integratie met de Duitse landmacht te verkennen.

Op 28 mei jl. heb ik met mijn Duitse collega een Declaration of Intent getekend over intensivering van de onderlinge samenwerking (Kamerstuk 33 279, nr. 6). In dat kader worden de komende jaren op diverse terreinen de mogelijkheden verkend om de samenwerking te intensiveren dan wel uit te breiden. In dat kader wordt een permanente overlegstructuur ingericht om ervoor te zorgen dat kansen en mogelijkheden ten volle zullen worden onderzocht en benut.

21.

Kamerlid: Hachchi, D66
Defensie kan beter en meer samenwerken met het bedrijfsleven. Denk aan het beheer en de opslag van voorraden reserve-onderdelen. Is de minister bereid hiernaar te kijken?

In de nota ā€˜In het belang van Nederlandā€™ is samenwerking een van de hoofdthemaā€™s. Naast samenwerking met andere landen en samenwerking met de partners in de nationale veiligheidsketen betreft dit nadrukkelijk ook de samenwerking met het bedrijfsleven. Defensie en bedrijfsleven kunnen wederzijds profiteren van kennis en ervaring. Waar het bedrijfsleven van oudsher vooral de rol had van leverancier van deelproducten, ontwikkelt het zich in toenemende mate tot partner voor complete diensten in materieel- en vastgoedprojecten. Hiervoor worden instrumenten als publiek-private samenwerking en sourcing gebruikt.

Samenwerken met het bedrijfsleven heeft ook plaats in de gouden driehoek. Dit is een samenwerkingsverband tussen de overheid, de defensie- en veiligheidsindustrie en de kennisinstituten, gericht op innovatie. Daarnaast heeft samenwerking op marinegebied plaats in de Nederlands Maritiem cluster, voor de luchtmacht in het Maintenance Valley initiatief en wat betreft de landmacht in het Land Maintenance Initiative.

De wijze van samenwerking met het bedrijfsleven wordt beschreven in de Defensie Industrie Strategie (DIS). Materiedeskundigheid, vertrouwen, kennis en innovatie, duurzaamheid en vooruitstrevendheid zijn sleutelbegrippen die de gouden driehoek karakteriseren. Het uitgangspunt van de DIS is de operationele behoefte van Defensie, die onverkort leidend is. Een vitale Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie is van belang als gedegen partner voor Defensie in haar rol van smart buyer, smart user en smart maintainer van haar materieel. Deze vitaliteit is ook van belang voor de wisselwerking met de innovatieve Nederlandse (kennis-) economie.

22.

Kamerlid: Segers, CU

Ik las dat bijna 40% van de aanvragen voor de ereschuldregeling is afgewezen. Ik vind dat een hoog percentage. Kan de minister aangeven op welke gronden deze veteranen zijn afgewezen? Is zij bereid om, indien nodig, ook persoonlijk naar deze zaken te kijken?

Van het totale bestand van militaire oorlogs- en dienstslachtoffers die een Militair Invaliditeits Pensioen (MIP) ontvangen, heeft Defensie bezien wie veteraan is en daarmee mogelijk aanspraak maakte op de Ereschulduitkering. Vervolgens is bezien of het MIP is toegekend voor letsel (invaliditeit) veroorzaakt door deelneming aan een vredesmissie. Dit leidt tot het genoemde verschil in de potentiƫle doelgroep voor de Ereschulduitkering en de werkelijke toekenning. Kortgezegd zijn niet alle veteranen met een MIP oorlogsslachtoffer en heeft dus niet iedere veteraan recht op een uitkering in het kader van de ereschuldregeling.

Daarnaast zijn aanvragen afgewezen of besluiten aangehouden, omdat niet is voldaan aan alle voorwaarden voor toekenning van de Ereschulduitkering, zoals ontslag voor 1 juli 2007 en een nog niet bereikte medische eindtoestand. De voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg met de centrales van overheidspersoneel. Ik begrijp dat veteranen teleurgesteld zijn als zij niet in aanmerking komen voor deze regeling, maar ik hecht aan een transparante, correcte en toetsbare toepassing van deze voorwaarden.

23.

Kamerlid: Segers, CU
Kan de minister inzichtelijk maken of personeelsbeleid inclusief de gedwongen ontslagen leidt tot operationele knelpunten?

Nee, het personeelsbeleid leidt niet tot operationele knelpunten. Ik heb dit inzichtelijk gemaakt in mijn laatste personeelsrapportage en in de brief over de operationele inzetbaarheidsdoelstellingen. Ik onderken het belang van een goed gevulde organisatie en ik heb dan ook in het actieplan Werving & Behoud maatregelen uiteengezet die zijn gericht op het behoud van werk en het beperken van overtolligheid. Hiermee wordt ook in de toekomst een goede vulling van de organisatie gewaarborgd en daarmee de operationele inzetbaarheid.

24.

Kamerlid: Segers, CU

Hoe gaat minister om met het groeiende AOW-gat?

Het AOW-gat is het gevolg van wetgeving waarbij de AOW-leeftijd is verhoogd, met het uitgangspunt dat mensen langer doorwerken. Dit stelt mensen in staat de periode waarmee de AOW-leeftijd wordt verhoogd in een inkomen te voorzien. Voor bepaalde categorieĆ«n die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de verhoging is een aantal maatregelen genomen om het AOW-gat op te vangen. Ten eerste is dat de ABP-overbruggingsregeling. Het ABP-pensioen vangt het tijdelijke inkomensverlies op. Verder is er de voorschotregeling SVB. Dit is een renteloze lening, waarvan iedereen gebruik kanĀ maken. Tot slot kunnen personen met een laag inkomen en een laag vermogenĀ gebruik maken van de SVB overbruggingsregeling. Dit is een uitkering op minimumniveau.

25.

Kamerlid: Segers, CU
Is minister het ermee eens dat als veiligheid van het personeel in het geding is, altijd moet worden gekozen voor de beste kwaliteit materieel? Bijvoorbeeld bij brandwerende kleding?

Defensie heeft de veiligheid van haar personeel hoog in het vaandel staan. Daarom wordt bij de aanschaf van (nieuw) materieel veel waarde gehecht en aandacht besteed aan de kwaliteit ervan. Bij de behoeftestelling worden geen concessies gedaan aan minimale kwaliteitseisen.

26.

Kamerlid: Segers, CU

Extra slijtage missies (Mali): Kan de minister toezeggen dat mogelijke extra slijtagekosten die zich voordoen tijdens missies, niet ten koste van de defensiebegroting gaan?

De kosten van extra slijtage aan materieel als gevolg van de inzet worden, in overeenstemming met de motie Knops/Ten Broeke, meegenomen in de ramingen voor missies. Bij de inzet in Mali maken de geraamde kosten van het herstel van materieel na afloop deel uit van de bedragen die zijn opgenomen in de artikel 100-brief, waarover wij op 11 december nog nader komen te spreken.

27.

Kamerlid: Van Ojik, GL
Kan de minister ons informeren over de discussie in Navo en VN over langer blijven in Afghanistan?

Tijdens de Navo-top in Chicago in 2012 is het voornemen tot een missie in Afghanistan post-2014 besproken met de nadruk op training, advisering en assistentie (Train, Advice and Assist). In VN-verband moet het mandaat voor de missie na 2014 nog worden vastgesteld. Ook in de EU is men nog bezig met een mandaat voor een mogelijke nieuwe EUPOL-missie.

Op 20 november a.s. is er een algemeen overleg over de Navo-Raad waarin de Kamer met de minister van Buitenlandse Zaken onder meer spreekt over de toekomst van de Navo-missie in Afghanistan. De Navo zal in het eerste kwartaal van 2014 een grote stap moeten zetten met de vaststelling van het Operationeel Plan. Het streven is dit tijdens de Defensie-ministeriƫle in februari 2014 te voltooien.