[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over prepensioen en WW-uitkering

Brief regering

Nummer: 2013D46797, datum: 2013-10-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z22820:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2013

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzoekt mij
met de brief van 26 september 2013 om een reactie op de brief van de
heer J.R. S. over prepensioen en WW-uitkering. Namens de heer A.J. da L.
heeft hij beroep aangetekend, dat ongegrond is verklaard, tegen de
beslissing van het UWV om een prepensioen in mindering te brengen op een
WW-uitkering gebaseerd op een ander - parttime - dienstverband. De heer
J.R. S. meent dat dit niet de bedoeling kan zijn van de wetgever en
vraagt hier middels deze brief aandacht voor.

In reactie hierop merk ik allereerst op dat ik niet treed in individuele
gevallen. Het is aan het UWV om de regels van de WW in concrete
situaties toe te passen en in laatste instantie is het aan de rechter om
hierover te oordelen. 

In de Werkloosheidswet (en tevens in het Algemeen inkomensbesluit
socialezekerheidswetten) is de hoofdregel dat inkomsten wegens
ouderdomspensioen, zoals een prepensioen, geheel op de uitkering in
mindering worden gebracht. Deze regeling is ontstaan om te voorkomen dat
er een cumulatie van werkloosheidsuitkeringen ontstaat. Een
ouderdomspensioen wordt, evenals een WW-uitkering, beschouwd als een
inkomensvervangende uitkering vanwege werkloosheid. Aangezien er een
prikkel moet blijven bestaan om het werk te hervatten, bedraagt het
totale inkomen (WW+ouderdomspensioen) wanneer er niet gewerkt wordt
daarom maximaal 70 procent van het laatstverdiende loon. 

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher