[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33726, bijgewerkt t/m nr. 10 (tweede NvW d.d. 10 december 2013)

Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D47928, datum: 2013-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z17048:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 10 (tweede NvW d.d. 10 december 2013)



33 726	Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken
en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de
fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de
tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van
de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van 

Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de algemene
tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten en de compensatie
voor het verplicht eigen risico af te schaffen omdat ze in onvoldoende
mate gericht zijn op de doelgroep met meerkosten respectievelijk eigen
betalingen in verband met het verplicht eigen risico vanwege de
chronische ziekte of handicap, de criteria voor toekenning vaak
aanpassing behoeven en tot risicoā€™s op het punt van de budgettaire
beheersbaarheid leiden, dat het gewenst is de fiscale aftrek van
uitgaven voor specifieke zorgkosten af te schaffen omdat ook deze
regeling in onvoldoende mate gericht is op de doelgroep chronisch zieken
en gehandicapten en de regeling lastig uitvoerbaar en handhaafbaar is,
dat het gewenst is in verband met het vervallen van de aftrek uitgaven
voor specifieke zorgkosten ook de tegemoetkoming specifieke zorgkosten
af te schaffen, en dat het gewenst is de grondslag van de tegemoetkoming
voor arbeidsongeschikten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt als volgt
gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Een kalenderjaar dat na 31 december 2013 aanvangt, geldt niet als
berekeningsjaar. 

B

Artikel 3, eerste en tweede lid, komt te luiden:

1. Het CAK stelt het recht op en de hoogte van de tegemoetkoming,
bedoeld in artikel 2, eerste lid, in het kalenderjaar volgend op het
berekeningsjaar, ambtshalve vast dan wel indien pas na dat kalenderjaar
blijkt dat een persoon rechthebbende is, uiterlijk voor het einde van
het tweede kalenderjaar volgend op het berekeningsjaar. 

2. Het CAK verstrekt de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste
lid, voor het einde van het kalenderjaar waarin het CAK het recht op en
de hoogte van die tegemoetkoming ambtshalve heeft vastgesteld.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Het CAK kan uitsluitend binnen de termijn, bedoeld in artikel 3,
eerste lid, op grond van een verzoek, bedoeld in het eerste lid, een
tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, verlenen. 

D

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en derde lid vervallen.

2. Het tweede en vierde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.

3. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het CAK kan uitsluitend binnen de termijn, bedoeld in artikel 3,
eerste lid, tot toepassing van dit artikel overgaan. 

E

Artikel 10 vervalt.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid,
geschiedt eenmaal per kalenderjaar.

2. In het tweede lid wordt ā€œtegemoetkomingenā€ vervangen door:
tegemoetkoming.

3. In het derde lid wordt ā€œDe tegemoetkomingen zijnā€ vervangen door:
De tegemoetkoming is.

4. In het vierde lid wordt ā€œDe tegemoetkomingen blijvenā€ vervangen
door: De tegemoetkoming blijft.

5. In het vijfde lid wordt ā€œDe tegemoetkomingenā€ vervangen door: De
tegemoetkoming.

G

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

De artikelen 10 en 11 zoals die luidden op 31 december 2013, blijven van
toepassing met betrekking tot de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel
10, die betrekking hebben op aan het kalenderjaar 2014 voorafgaande
kalenderjaren.

H

Artikel 24 vervalt.

ARTIKEL II

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel w vervalt.

2. De onderdelen x en y worden geletterd w en x.

B

Artikel 11a vervalt.

C

Artikel 39, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f vervalt de zinsnede ā€œtegemoetkomingen als bedoeld in
artikel 11a enā€.

2. Onderdeel f vervalt.

3. De onderdelen g en h worden geletterd f en g.

D

In artikel 88, eerste lid, vervalt ā€œhet CAK,ā€.

E 

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde en vierde lid vervallen.

2. Het zesde lid dat luidt "Bij ministeriƫle regeling kunnen nadere
regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid."
wordt vernummerd tot achtste lid.

3. Het vijfde tot en met achtste lid (nieuw) worden vernummerd tot derde
tot en met zesde lid.

F

Artikel 118a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ā€œjegens het CAK voor het
einde van het kalenderjaarā€ vervangen door: in het kalenderjaar.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

5. Er bestaat in afwijking van het eerste lid, met betrekking tot een
kalenderjaar dat na 31 december 2013 aanvangt, geen recht op de
uitkering, bedoeld in dat lid. 

6. Het CAK stelt het recht op de uitkering, bedoeld in het eerste lid,
in het kalenderjaar waarop die uitkering betrekking heeft, ambtshalve
vast, dan wel indien pas na dat kalenderjaar blijkt dat een persoon
rechthebbende is, uiterlijk voor het einde van het kalenderjaar volgend
op het kalenderjaar waarop de uitkering betrekking heeft. 

7. Het CAK kan op aanvraag uitsluitend binnen de termijn, bedoeld in het
zesde lid, een uitkering als bedoeld in het eerste lid verlenen.

G

Artikel 118a vervalt.

ARTIKEL III

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt de zinsnede ā€œalsmede de vaststelling en
verstrekking van bedragen als bedoeld in artikel 90, tweede lid,
onderdeel g, van de Wet financiering sociale verzekeringenā€.

2. De onderdelen c tot en met e vervallen.

3. Onderdeel f wordt geletterd onderdeel c.

B

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt ā€œen op de tegemoetkomingen, bedoeld in
artikel 2, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicaptenā€.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. De jaarrekening, bedoeld in artikel 34 van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, die het CAK, in 2016 indient bij Onze Minister, heeft
betrekking op de beheerskosten van het CAK en op de door het CAK
verleende tegemoetkomingen, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten zoals dat op 31
december 2015 luidde.

C

In artikel 51a, eerste lid, vervalt de zinsnede ā€œalsmede voor de
kosten van de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 2 van de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicaptenā€.

Artikel IIIA

	De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt als volgt gewijzigd: 

	A. Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

	Indien de verordening, bedoeld in artikel 5, eerste lid, daarin
voorziet verstrekt het college van burgemeester en wethouders aan
personen met een beperking, chronisch psychisch of psychosociaal
probleem en daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten een 
tegemoetkoming ter bevordering van de deelname aan het maatschappelijk
verkeer en van het zelfstandig functioneren.

	B. Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. De verordening, bedoeld in het eerste lid, bevat tevens regels over
de toepassing van artikel 4a.

ARTIKEL IV

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.139 vervalt onderdeel b, onder verlettering van de
onderdelen c tot en met e tot onderdelen b tot en met d.

B

Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt onderdeel d.

2. In het derde lid wordt ā€œals bedoeld in het tweede lid, onderdelen
c, d en eā€ vervangen door: als bedoeld in het tweede lid, onderdelen c
en e.

C

Artikel 6.2, vijfde lid, vervalt.

D

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor het eerste lid vervalt de aanduiding ā€œ1.ā€.

2. Het tweede lid vervalt.

E

Afdeling 6.5 vervalt.

F

In artikel 10.1 wordt ā€œ5.13, 6.17, derde lid, 6.20, 6.28ā€ vervangen
door: 5.13, 6.28.

G 

Na artikel 10a.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a.9a Overgangsbepaling teruggave van of nagekomen betaling ter
zake van uitgaven voor specifieke zorgkosten

Artikel 3.139, onderdeel b, zoals dat luidde op 31 december 2013, blijft
van toepassing met betrekking tot hetgeen wordt ontvangen als teruggave
van of nagekomen betaling ter zake van uitgaven voor specifieke
zorgkosten die op grond van afdeling 6.5, zoals die afdeling op 31
december 2013 luidde, in aanmerking zijn genomen. 

ARTIKEL V

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

c. een tegemoetkoming als bedoeld in de artikelen 63a van de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen en 65l van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering.

B

Artikel 90, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g vervalt.

2. De onderdelen h en i worden geletterd g en h.

ARTIKEL VI

	Na hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt
een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 7a. TEGEMOETKOMING ARBEIDSONGESCHIKTEN

Artikel 63a Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

	1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering of een WGA-uitkering, heeft recht op een
tegemoetkoming.

	2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een
tegemoetkoming van ā‚¬ 342,-. 

	3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari
bij ministeriƫle regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag
wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de
tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te
ronden op hele getallen.

	4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede
lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die
maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag.

	5. Het UWV verstrekt de tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal
van het kalenderjaar.

	6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

	7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op
het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en
verstrekkingen. 

	8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening
met openstaande vorderingen of uitbetalingen in verband met een
uitkering op grond van deze wet.

	9. De tegemoetkoming wordt slecht Ć©Ć©n keer uitgekeerd in het geval er
tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van
artikelen 65l van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i
van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of 3:75 van
de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

	10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen
ten laste van het Rijk.

ARTIKEL VII

	Na hoofdstuk IIB van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk IIC Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 65l

	1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van deze wet bij een
arbeidsongeschiktheid van 35% of meer heeft recht op een tegemoetkoming.

	2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een
tegemoetkoming van ā‚¬ 342,-. 

	3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari
bij ministeriƫle regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag
wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de
tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te
ronden op hele getallen.

	4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede
lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die
maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag

	5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de
tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

	6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

	7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op
het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en
verstrekkingen.

	8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening
met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van
deze wet.

	9. De tegemoetkoming wordt slecht Ć©Ć©n keer uitgekeerd in het geval er
tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van
artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 67i van
de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of 3:75 van de
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

	10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen
ten laste van het Rijk.

ARTIKEL VIII

	Na hoofdstuk 3A van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3B Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 67i Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

	1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering bij een arbeidsongeschiktheid van 35% of
meer, heeft recht op een tegemoetkoming.

	2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een
tegemoetkoming van ā‚¬ 342,-. 

	3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari
bij ministeriƫle regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag
wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de
tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te
ronden op hele getallen.

	4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede
lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die
maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag

	5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de
tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

	6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

	7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op
het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en
verstrekkingen. 

	8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening
met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van
deze wet.

	9. De tegemoetkoming wordt slecht Ć©Ć©n keer uitgekeerd in het geval er
tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van
artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of 3:75 van de Wet werk
en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

	10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen
ten laste van het Rijk.

ARTIKEL IX

	Na hoofdstuk 3 van de Wet werk en arbeidsondersteuning
jonggehandicapten wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3A tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 3:75 Tegemoetkoming jonggehandicapten 

	1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering bij een arbeidsongeschiktheid van 35% of
meer of recht heeft op arbeidsondersteuning, heeft recht op een
tegemoetkoming.

	2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een
tegemoetkoming van ā‚¬ 342,-. 

	3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari
bij ministeriƫle regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag
wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de
tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te
ronden op hele getallen.

	4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede
lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die
maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag.

	5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de
tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

	6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

	7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op
het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en
verstrekkingen. 

	8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening
met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van
deze wet.

	9. De tegemoetkoming wordt slecht Ć©Ć©n keer uitgekeerd in het geval er
tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van
artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of 67i van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

	10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen
ten laste van het Rijk.

ARTIKEL X

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de bedragen,
genoemd in de artikelen VI tot en met IX, na het tijdstip van
inwerkingtreding van die artikelen eenmalig per 1 januari 2014 vervangen
door een ander bedrag. Dat bedrag wordt berekend door het te vervangen
bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in
artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst
vervolgens naar boven af te ronden op hele getallen.

ARTIKEL XI

Artikel 31, tweede lid, van de Wet werk en bijstand wordt als volgt
gewijzigd:

1. In onderdeel f wordt ā€œhet Tijdelijk besluit tegemoetkoming
buitengewone uitgavenā€ vervangen door: artikel 19 van de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

2. Onderdeel t komt te luiden: 

t. tegemoetkomingen op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken
en gehandicapten, artikel 63a van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen, artikel 65l van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 67i van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 3:75 van de Wet
werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten of artikel 24 van de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zoals dat op 31
december 2013 luidde.

ARTIKEL XII

In artikel 23, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 komt
onderdeel b te luiden:

b. zonder toepassing van de heffingskorting voor de loonbelasting met
betrekking tot tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 10 van de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zoals dat luidde op 31
december 2013, artikel 63a van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen, artikel 65l van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 67i van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 3:75 van de
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. 

ARTIKEL XIII

De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt
ingetrokken.

ARTIKEL XIV

Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 9 wordt in de zinsnede met betrekking tot de
Zorgverzekeringswet ā€œde artikelen 9b,9c, 18f, 18g, 69, 70 en 118aā€
vervangen door: de artikelen 9b, 9c, 18f, 18g, 69 en 70.

2. In artikel 10 komt de zinsnede met betrekking tot de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten te luiden:Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten: artikel 2. 

3. In artikel 10 vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet
tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

ARTIKEL XV

In artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag vervalt de zinsnede ā€œ, met
dien verstande dat bij het geraamde gemiddelde bedrag verzekerden die
recht hebben op een uitkering als bedoeld in artikel 118a van de
Zorgverzekeringswet niet worden meegerekendā€.

ARTIKEL XVI

1. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zoals die op
31 december 2015 luidde, blijft van toepassing op besluiten met
betrekking tot de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van
die wet, die het CAK, genoemd in artikel 48, eerste lid, van de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten, voor 1 januari 2016 heeft genomen.

2. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zoals die op
31 december 2013, luidde, blijft van toepassing op besluiten met
betrekking tot de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 10 van die wet, die
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk
5, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, voor 1
januari 2014 heeft genomen.

3. Artikel 118a van de Zorgverzekeringswet zoals dat op 31 december 2014
luidde, blijft van toepassing op besluiten met betrekking tot de
uitkering, bedoeld in artikel 118a van die wet, die het CAK, genoemd in
artikel 48, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten,
voor 1 januari 2015 heeft genomen. 

4. De uitgaven na 31 december 2015 in verband met de besluiten, bedoeld
in het eerste en tweede lid, komen ten laste van ā€™s Rijks kas.

5. De uitgaven na 31 december 2014 in verband met de besluiten, bedoeld
in het derde lid, komen ten laste van het Zorgverzekeringsfonds, genoemd
in artikel 39, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

6. Artikel 24 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten en de daarop gebaseerde bepalingen zoals die luidden op 31
december 2013, blijven van toepassing op de aanspraken van
belastingplichtigen over de aan het kalenderjaar 2014 voorafgaande
kalenderjaren.

ARTIKEL XVII

1. Artikel I, artikel II, onderdelen B, C, onder 1, en F, artikel III,
onderdeel A, onder 1, artikel IIIA, artikel IV, artikel V, onderdeel A,
de artikelen VI tot en met XII, artikel XIV, tweede lid, artikel XV en
artikel XVI, zesde lid, treden in werking met ingang van 1 januari 2014.
Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na 31 december 2013, treden de hiervoor genoemde artikelen en onderdelen
daarvan, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en werken deze terug tot
en met 1 januari 2014 

2. Artikel II, onderdelen A, C, onder 2 en 3, D, E en G, artikel V,
onderdeel B, artikel XIV, eerste lid, en artikel XVI, derde en vijfde
lid, treden in werking met ingang van 1 januari 2015. 

3. Artikel III, onderdeel A, onder 2 en 3, artikel XIII, artikel XIV,
derde lid, en artikel XVI, eerste, tweede en vierde lid, treden in
werking met ingang van 1 januari 2016. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Financiƫn,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE