Reactie op vragen over een vermoeden van misstanden bij de Hogeschool InHolland
Brief regering
Nummer: 2013D51584, datum: 2013-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2013Z25302:
- Indiener: M. Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2014-01-14 14:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-01-23 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2014-02-06 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 december 2013 Per brief van 23 september 2013 ontving ik van u een verzoek om een reactie op de brieven van mevrouw V. en de heer F. over een vermoeden van misstanden bij de Hogeschool InHolland. De behandeling van het verzoek neemt langere tijd in beslag dan verwacht. Daarvoor bied ik u mijn excuses aan. Ik heb gesproken met de hogeschool over uw verzoek om commentaar. Daarbij heeft de instelling mij een beeld geschetst van de gang van zaken ten tijde van de opleiding van mevrouw V. en de wijze waarop de verschillende instanties binnen en buiten de hogeschool haar klacht hebben behandeld. Tot de stukken die ik aan de instelling heb voorgelegd, behoorde ook een brief van de heer F. aan de Raad van Toezicht, waarmee hij een klacht over het College van Bestuur indiende. Deze heeft hij op 22 augustus 2013 gezonden. Deze brief is evenwel niet bij de Raad aangekomen. Oorzaak daarvan is dat hij gebruik heeft gemaakt van ÊÊn of meerdere e-mail adressen van individuele leden van de Raad van Toezicht, die niet in gebruik zijn. Dit verklaart ook dat het rappel van de heer F. evenmin tot een reactie heeft geleid. De Raad van Toezicht is pas in het bezit van de klachtbrief gekomen op het moment dat ik me tot de instelling wendde met het verzoek om commentaar op het gebeurde. De Raad van Toezicht heeft naar aanleiding van mijn verzoek om commentaar de brief van de heer F. in behandeling genomen. Hij heeft de melder daarvan ook onlangs in kennis gesteld en een uitleg gegeven voor de vertraging die is opgetreden. De Raad van Toezicht heeft opdracht gegeven tot een onderzoek en een rapportage over het gebeurde en streeft ernaar zo spoedig mogelijk een uitspraak over de zaak te kunnen doen. Omdat de Raad nog niet in voldoende mate inhoudelijk kennis heeft kunnen nemen van het dossier, kan de hogeschool nog geen termijn noemen waarop dat zal kunnen plaatsvinden. Uitgegaan zal worden van de in de Klokkenluiderregeling Hogeschool Inholland gehanteerde basistermijn van vier weken. Om te voorkomen dat ook in de toekomst de klokkenluidersregeling mogelijk niet adequaat functioneert, heeft de hogeschool inmiddels de contactgegevens van de Raad van Toezicht beter zichtbaar gemaakt op de website en ook de klokkenluidersprocedure - die voorheen schriftelijk was - digitaal toegankelijk gemaakt. Ik zal u zo spoedig mogelijk nader informeren over de uitkomst van het onderzoek door de Raad van Toezicht. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker