[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport inzake Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met beëindiging van de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met beëindiging van de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning

Nader rapport

Nummer: 2014D02520, datum: 2014-01-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z01196:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


  DOCPROPERTY  kOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Betreft 	Nader rapport inzake
het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet ter
vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien
van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in
dezelfde woning 



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 11 november
2013, nr. 2013002320, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 9 december 2013, nr. W12.13.0402/III, bied ik U
hierbij  aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij een kanttekening. De afdeling
wijst er op dat met het vervallen in artikel I, onderdeel B, van artikel
17, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet (AOW) de uitzondering op de
kostendelersnorm, zowel voor wat betreft de gezamenlijke huishouding van
twee pensioengerechtigden als voor wat betreft het
meerpersoonshuishouden, komt te vervallen. De Afdeling wijst er op dat
in de toelichting echter op een aantal plaatsen wordt opgemerkt dat door
de SVB wordt beoordeeld of er niemand anders op het adres van de eigen
woning woont en leidt hieruit af dat mogelijk geen rekening is gehouden
met de situatie dat door het verrichten van mantelzorg een
meerpersoonshuishouden ontstaat. Gelet daarop adviseert de afdeling in
de toelichting daarop in te gaan en het voorstel zo nodig aan te passen.


De kanttekening van de afdeling komt voort uit de samenloop van het
voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet ter
vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien
van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in
dezelfde woning (hierna: wetsvoorstel twee-woningen) met het voorstel
van Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten
(hierna: wetsvoorstel WWB-maatregelen) en de omstandigheid dat ten
aanzien van het eerstgenoemde wetsvoorstel een andere planning wordt
gehanteerd dan ten aanzien van het tweede genoemde. De planning van het
wetsvoorstel twee-woningen voorziet in indiening bij de Tweede Kamer in
januari 2014 en in inwerkingtreding met ingang van 1 mei 2014
terugwerkend tot en met 1 februari 2014, terwijl de planning van het op
11 november 2013 ingediende wetsvoorstel WWB-maatregelen, voor wat
betreft de kostendelersnorm in de AOW (artikel VI, onderdelen A, B, D,
F, G en H), voorziet in totstandkoming en publicatie voor 1 juli 2014 en
inwerkingtreding eerst met ingang van 1 juli 2015. 

Als gevolg daarvan kon in artikel I van het wetsvoorstel twee-woningen
(nog) geen rekening  worden gehouden met de invoering van de
kostendelersnorm in de AOW en met de in artikel VI van het wetsvoorstel
WWB-maatregelen in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, AOW op te nemen
twee- en meerpersoonshuishoudens. Wel zijn in de artikelen II en III
samenloopbepalingen opgenomen die wijziging brengen in het wetsvoorstel
WWB-maatregelen en betrekking hebben op de invoering van de
twee-woningen-regel voor de bedoelde twee- en meerpersoonshuishoudens.
Omdat de invoering van de twee-woningen-regel voor de twee- en
meerpersoonshuishoudens daarmee is geregeld in het wetsvoorstel
WWB-maatregelen dat volgens planning eerst per 1 juli 2015 in werking
zal treden, is in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel
twee-woningen en in de op 17 oktober 2013 aan de Tweede Kamer
toegezonden verkenning gezamenlijke huishouding en het schriftelijk
verslag uitsluitend ingegaan op de toepassing van de twee-woningen-regel
in het kader van de gezamenlijke huishouding. Zoals in de memorie van
toelichting is aangegeven houdt deze bij algemene maatregel van bestuur
vast te stellen regel in dat als twee personen ieder een eigen woning
hebben die hen vrij ter beschikking staat, er geen andere mensen
feitelijk bij hen inwonen en zij ieder de kosten van die woning dragen
er, hoewel zij in dezelfde woning samenwonen, geen sprake is van een
gezamenlijke huishouding. Zoals in de artikelsgewijze toelichting op
artikel II is aangegeven zal te zijner tijd op basis van de door het
wetsvoorstel WWB-maatregelen aangevulde grondslag in artikel 1, zevende
lid, AOW de op dat artikellid gebaseerde amvb worden aangevuld met
regels betreffende de toepassing van de twee-woningen-regel ten aanzien
van de in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, AOW op te nemen twee- en
meerpersoonshuishoudens. Naar aanleiding van het voorgaande zijn in de
memorie van toelichting het laatste tekstblok van paragraaf 1 en de
artikelsgewijze toelichting op artikel II aangepast. 

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het wetsvoorstel en de memorie
van toelichting op nog drie andere punten aan te passen. 

Ten eerste zijn in het wetsvoorstel de wijzigingen van de AOW en de Wet
werk en bijstand opgenomen die noodzakelijk zijn in verband met de
afschaffing van de in artikel 22 AOW opgenomen voorschotregeling. Bij
nader inzien is er van af gezien om, zoals aanvankelijk de bedoeling
was, de daarvoor noodzakelijke wijzigingen door middel van een nota van
wijziging onder te brengen in het Wetsvoorstel WWB-maatregelen. De
Afdeling advisering heeft op 27 november 2013 over het ontwerp van de
bedoelde nota van wijziging bij het wetsvoorstel WWB-maatregelen advies
uitgebracht (nr. W12.13.0404/III). Het ontwerp gaf de Afdeling
advisering geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik zal u het bedoelde advies bij separaat nader rapport aanbieden. 

Ten tweede is in het wetsvoorstel een overgangsbepaling opgenomen in
verband met het in artikel I, onderdeel B, opgenomen vervallen van
artikel 17, tweede lid, AOW. In dat artikellid is de zogenaamde
mantelzorguitzondering opgenomen. Deze houdt in dat geen herziening van
het ouderdomspensioen van ongehuwde alleenstaande) pensioengerechtigden
van 70% naar 50% WML plaatsvindt, als er sprake is van zorg voor een
hulpbehoevende pensioengerechtigde waardoor een gezamenlijke huishouding
van twee pensioengerechtigden ontstaat en beide pensioengerechtigden
over een woning beschikken en daarvoor de financiële lasten dragen. Om
te voorkomen dat degenen die thans op de mantelzorguitzondering een
beroep doen (opnieuw) door de SVB moeten worden beoordeeld of zij
voldoen aan de twee-woningen-regel wordt door middel van een
overgangsbepaling deze uitzondering voor hen in stand gehouden, zolang
zij aan de daartoe in het huidige artikel 17, tweede lid, AOW gestelde
voorwaarden blijven voldoen.

 

Ten derde is de inwerkingtredingsbepaling (artikel IV) aangepast zodat
het mogelijk wordt het wetsvoorstel, nadat dit tot wet is verheven, met
terugwerkende kracht tot en met 1 februari 2014 in werking te laten
treden. Deze terugwerkende kracht is noodzakelijk omdat de Sociale
verzekeringsbank zal worden gevraagd op de inwerkingtreding van de wet
te anticiperen vanaf 

1 februari 2014. 

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma



 Kamerstukken II 2013/14, 29 398, nr. 58. 

 Kamerstukken II 2013/14, 29 398, nr. 60. 

 PAGE   3 

	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT
 3    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van    NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  3 



  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	20 januari 2014



Aan de Koning	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE  
\* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  1 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDatum  \* MERGEFORMAT  0  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  iDatum "    20 januari 2014

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  2013-0000180635 

Ministerie van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.szw.nl



  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  2013-0000180635