Voorstel Neppérus (VVD) i.v.m. de Moeder-Dochter Richtlijn (vragen aan Europese Commissie)
Brief lid / fractie
Nummer: 2014D03959, datum: 2014-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Neppérus, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2014Z01930:
- Indiener: H. Neppérus, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2014-02-05 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Van: Neppérus H. Verzonden: dinsdag 4 februari 2014 14:05 Aan: Commissie Financien Onderwerp: Behandelmogelijkheden BNC-fiches Moeder-Dochter Richtlijn en Wederzijdse bijstand douane Beste René, Graag zou ik enkele schriftelijke vragen willen stellen aan de Europese Commissie over de Moeder-Dochterrichtlijn namens de commissie Financien, in het kader van de politieke dialoog. Hieronder de opzet voor de vragen. Mag ik voorstellen om mijn verzoek te betrekken bij de volgende bespreking van het fiche in de procedurevergadering van morgen? Helma Nepperus 1. Wat vindt de Europese Commissie van de inhoudelijke kritiek van de Nederlandse regering op de voorgestelde antimisbruikbepaling zoals verwoord in het BNC-fiche van 20 december 2013 (nr. 1761)? Deelt de Europese Commissie, het Nederlandse standpunt dat de voorgestelde antimisbruikbepaling te algemeen en subjectief is en daarmee de internationale fraude aanpak van de Nederlandse regering eerder kan verzwakken dan versterken? Leidt deze algemene misbruikbepaling er mogelijk toe dat lidstaten er verschillende vergaande interpretaties op nahouden over de toepassing van deze bepaling? Hebben andere EU-lidstaten ook soortgelijke bezwaren geuit? 2. Is de Commissie bereid om het voorstel zodanig aan te passen? Zo ja, welke stappen heeft de Europese Commissie dan voor ogen? Kan de voorgestelde antimisbruikbepaling worden aanscherpt of kan de Europese Commissie in de richtlijn ruimte bieden aan lidstaten die scherpere bilaterale antimisbruikbepalingen hebben of hinder ondervinden van de voorgestelde antimisbruikbepaling bij het effectief aanpakken van belastingontwijking of fraude?