[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng van een schriftelijk overleg over BTW, Integratieheffing omroepen (Kamerstuk 33 752, nr. 77).

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2014D04653, datum: 2014-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z25357:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


	INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG







	Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de
behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Financiën d.d. 20
december 2013 over BTW, integratieheffing omroepen (Kamerstuk 33752, nr.
77), enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.







De voorzitter van de commissie,

Van Nieuwenhuizen-Wijbenga





De griffier van de commissie,

Berck





I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Vragen en opmerkingen van  de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben
geen aanvullende vragen.

Vragen en opmerkingen van  de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de door het kabinet getroffen overgangsregeling voor omroepen naar
aanleiding van de afschaffing van de btw-integratieheffing. Deze leden
constateren naar tevredenheid dat publieke, regionale en lokale omroepen
hiermee in 2014 worden gevrijwaard van extra kosten. Wel hebben zij over
de overgangsregeling nog enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de aan de overgangsregeling
ten grondslag liggende printprijsregeling al eerder onderwerp van
discussie is geweest door de Europese Commissie, die eerder oordeelde
dat de regeling alleen kon worden toegestaan als aan strikte voorwaarden
werd voldaan rond de verslaglegging. Kan de staatssecretaris toelichten
in hoeverre de momenteel van de printprijsregeling gebruikmakende
omroepen aan de door de Europese Commissie gestelde voorwaarden voldoen?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de NPO vreest dat één van
de bijeffecten van het afschaffen van de btw-integratieheffing kan zijn
dat onbedoeld inbesteden kan plaatsvinden van “faciliteiten, diensten
en (delen van) producties” (2014D02627, deze brief is ook aan de
staatssecretaris van Financiën gestuurd), doordat het vervallen van de
printprijsregeling eigen productie minder winstgevend zou maken.
Genoemde leden vragen of de staatssecretaris deze zorgen deelt? Zo nee,
waarom niet? Wat zijn de voor de sector verwachte gevolgen van het
afschaffen van de btw-integratieheffing en daarmee de
printprijsregeling?

De leden van de PvdA-fractie hechten aan degelijke besluitvorming en
willen eventuele verwarring bij belanghebbenden daarom voorkomen. Kan de
staatssecretaris toelichten in hoeverre problemen op de korte en lange
termijn met het afschaffen van de btw-integratieheffing en de daarmee
samenhangende printprijsregeling waren voorzien, en in hoeverre de
overgangsregeling deze problemen voorkomt? Ziet de staatssecretaris
mogelijkheden om de nadelige effecten van de integratieheffing niet
alleen op korte, maar ook langere termijn binnen de fiscaliteit te
compenseren? 

Vragen en opmerkingen van  de leden van de fractie van de SP

De leden van de fractie van de SP stellen vast dat met de voorgestelde
overgangsregeling de publieke omroepen uit de acute problemen kunnen
blijven. Deze leden vragen op welke wijze de publieke omroepen de
komende jaren gecompenseerd worden voor de schade die zij ondervinden.
Welke oplossing kan geboden worden voor de periode na 2014? Klopt het
dat er een budgetneutrale compensatie ingevoerd kan worden, en zo ja, op
welke wijze? Zo nee, wat zijn dan de opties?

De leden van de SP-fractie benadrukken dat de publieke omroep in korte
tijd enorme bezuinigingen heeft moeten opvangen. Zij vrezen dat extra
klappen met betrekking tot het budget van de publieke omroep schadelijk
voor een kwalitatief hoogwaardige programmering zullen blijken, en menen
dat dit voorkomen moet worden. Is de staatssecretaris het eens met de
omroepen, die stellen dat de landelijke omroepen in 2015 circa € 110
miljoen en de regionale omroep circa € 15 miljoen inleveren als gevolg
van het afschaffen van de btw-integratieheffing en de
printprijsregeling? Zo nee, hoe groot acht de staatssecretaris de schade
voor de landelijke en regionale omroepen in 2015 en in de jaren daarna? 

De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris aan te geven of de
extra kosten die omroepen moeten maken, enkel voortkomen uit de
samenloop van deze twee maatregelen, te weten de afschaffing van de
btw-integratieheffing en de printprijsregeling?

Vragen en opmerkingen van  de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de PVV hebben met enige verbazing
kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris. Genoemde leden
hebben  de volgende vragen, aan- en/of opmerkingen.

Uit de brieven van de staatsecretaris (Kamerstuk 33 752, nr. 72 en
Kamerstuk 33 752, nr. 77) blijkt dat de omroepen door het wegvallen van
de interne levering en de integratieheffing in de btw met extra kosten
worden geconfronteerd. In de brief van 20 december 2013 stelt de
staatssecretaris een overgangsregeling voor. Deze komt er op neer dat de
wettelijke situatie zoals deze eind 2013 bestond voor de omroepen
gehandhaafd zal blijven.

Kan de staatsecretaris toelichten hoe het komt dat omroepen door het
vervallen van de integratieheffing extra kosten moeten maken? Kan de
staatsecretaris cijfermatig duiden hoe de integratieheffing bij de
omroepen werkte? Was het doel van de integratieheffing om bij
vrijgestelde ondernemers het vervaardigen van goederen in eigen beheer
te ontmoedigen?

Werd die ontmoediging niet vormgegeven door middel als het ware de 
integratieheffing btw te heffen over de loonkosten over de vervaardiging
van goederen in eigen beheer?

Heeft deze regeling dan bij de omroepen jarenlang niet geleid tot een
heffing van btw maar juist tot een teruggave van btw?

Kan de staatsecretaris dit duiden in het kader van het creëren van een
gelijk speelveld, hetgeen nu toch juist beoogd werd met de
integratieheffing?

Zijn er nog meer sectoren waar een dergelijke problematiek met de
integratieheffing speelt?

Uit een brief van onder andere NPO, van 22 januari 2014, blijkt dat een
tweetal maatregelen (afschaffing van de integratieheffing en de
zogenoemde printprijsregeling) de sector in totaal € 135 miljoen kost.
Zou de staatssecretaris kunnen aanduiden hoe welk bedrag met het
afschaffen van de integratieheffing is gemoeid?

Kan de staatssecretaris aangeven met welke algemene beginselen van
behoorlijk bestuur hij de overgangsregeling motiveert?

Gaat de staatssecretaris ook zo’n regeling voor andere getroffen
sectoren maken? Zo nee, is er dan geen strijd met het
gelijkheidsbeginsel? Zo ja, hoeveel gaat dat kosten?

Waarom maakt de staatssecretaris nu juist op een algemene regel, de
afschaffing van de integratieheffing, voor deze specifieke groep juist
(weer) een uitzondering?

De sector heeft de handreiking van de staatssecretaris, blijkens
voormelde brief, met gejuich ontvangen, en het smaakt de sector naar
meer. De sector wil, kort gezegd, een onverkorte voortzetting van de
overgangsmaatregel? 

Is deze maatregel niet aan te merken als ongeoorloofde staatssteun?
Graag het gemotiveerde oordeel hierop van de staatssecretaris.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de
staatssecretaris over de integratieheffing in de omzetbelasting voor
omroepen.

Deze leden hebben hier nog enkele vragen over. 

Allereerst vragen de leden van de CDA-fractie de staatssecretaris om aan
te geven onder welk deel van de integratieheffing de publieke en
commerciële omroepen vielen en voor welke werkzaamheden? Zijn er nog
meer beroepsgroepen waarbij dit probleem speelt doordat de btw-aftrek
door de integratieheffing hoger is dan de extra af te dragen btw?

Kan de staatssecretaris bevestigen dat de financiële gevolgen voor de
landelijke publieke omroepen circa € 110 miljoen bedragen en voor
regionale publieke omroepen € 15 miljoen, zoals beschreven door de
Raad van Bestuur van de NPO?

Kan de staatssecretaris bevestigen dat het negatieve effect van het
afschaffen van de integratieheffing voor omroepen niet door het kabinet
beoogd was?

Klopt het dat de extra inkomsten die voortkomen uit de extra
btw-afdracht door publieke omroepen niet begroot is of is deze indirect
in de begroting opgenomen via de btw-inkomsten? 

Hoe ziet de staatssecretaris deze negatieve financiële gevolgen voor
publieke omroepen in het licht van de bezuinigingen op de publieke
omroepen? Deelt de staatssecretaris de mening dat deze gevolgen niet
aanvaardbaar zijn? En wat gaat de staatssecretaris eraan doen, zo vragen
de leden van de CDA-fractie?

Vragen en opmerkingen van  de leden van de fractie van de ChristenUnie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief
over de overgangsregeling voor omroepen om de extra kosten die de
omroepen zouden maken door afschaffing van de integratielevering,
tijdelijk op te vangen. 

Deze leden constateren dat het afschaffen van de integratieheffing, met
een budgettaire derving van € 95 miljoen, bedoeld is om de bouwsector
en de woningmarkt te stimuleren. Zij vinden het onwenselijk als de
publieke, regionale en lokale omroepen hier onbedoeld en onevenredig
door getroffen worden. 

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de staatssecretaris om nog
eens toe te lichten hoe de omroepen precies getroffen worden door het
afschaffen van de integratieheffing en of de staatssecretaris dit kan
illustreren met een cijfermatig voorbeeld. Zij vragen in dit verband ook
naar de relatie met het voornemen om de printprijsregeling per 1 januari
2015 af te schaffen, waardoor de publieke omroepen te maken krijgen met
een zeer grote btw-kostenpost. Is de staatssecretaris bereid om voor
publieke, regionale en lokale omroepen de afschaffing van de
printprijsregeling te heroverwegen, zo vragen deze leden? 

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de staatssecretaris
voornemens is om voor het jaar 2014 een overgangsregeling te treffen om
zo de extra kosten die de omroepen zouden maken door afschaffing van de
integratielevering, tijdelijk op te vangen. Genoemde leden vragen de
staatssecretaris waarom voor een overgangsregeling voor één jaar is
gekozen. Ziet de staatssecretaris ook mogelijkheden om publieke,
regionale en lokale omroepen structureel uit te zonderen van de
afschaffing van de integratieheffing, zeker als dit geen negatieve
budgettaire effecten heeft?

Tot slot vragen de leden van de ChristenUnie-fractie wat de budgettaire
consequenties zijn van een overgangsregeling, respectievelijk het
structureel uitzonderen van publieke omroepen van het afschaffen van de
heffing. 

















 Per besluit van 10 maart 2004 (Aid C 2/04 ex NN 170/03).