[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [๐Ÿ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzoek tot positionering van de BES-portefeuille van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken naar de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties.

Brief lid / fractie

Nummer: 2014D05773, datum: 2014-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z00635:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (๐Ÿ”— origineel)


Beste Commissie voor Binnenlandse Zaken, beste commissie Koninkrijksrelaties,

Sinds oktober 2010 is Nederland direct verantwoordelijk voor een aantal taken op Bonaire, Saba en St. Eustatius (verder: Statia). Vanuit de regering wordt deze verantwoordelijkheid gedragen door de verschillende ministers, in de Kamer wordt de controle daarop uitgevoerd door de verschillende vakcommissies. Bonaire, Saba en Statia zijn echter geen gewone gemeenten, maar bijzonder kleine gemeenschappen, met bewoners met een bijzondere culturele achtergrond en bestuurders met een bijzondere politieke traditie.

De leden van de commissie Koninkrijksrelaties zijn nog steeds intensief betrokken bij Bonaire, Saba en Statia, proberen de eilanden met regelmaat te bezoeken en vertegenwoordigen deze eilanden in contacten met de volksvertegenwoordigers van Aruba, Curaรงao en Sint Maarten. Behalve vakinhoudelijke kennis over specifieke onderwerpen, is in debatten over deze BES-eilanden kennis van de bijzondere positie van deze eilanden van belang.

Graag zou ik uw commissie willen uitnodigen tot een discussie over de manier waarop wij voorstellen bespreken die voornamelijk betrekking hebben op Bonaire, Saba en Statia. Daarbij zou ik de suggestie willen doen dat de leden van de commissie Koninkrijksrelaties voorstellen van de regering bespreken die voornamelijk betrekking hebben op de BES-eilanden, in tegenwoordigheid van de betreffende vakminister en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarbij kunnen natuurlijk ook de leden van de betreffende vakcommissie worden uitgenodigd.

Met vriendelijke groet,

Ronald van Raak