Lijst van vragen aan de regering over het “EU-trendrapport 2014; Ontwikkelingen in het financieel management van de Europese Unie” (Kamerstuk 33 869, nr. 1)
EU-trendrapport
Lijst van vragen
Nummer: 2014D06871, datum: 2014-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M. Maas, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2014Z02580:
- Indiener: S.J. Stuiveling, president van de Algemene Rekenkamer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2014-01-23 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2014-02-12 12:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-02-20 12:00: Rapport Algemene Rekenkamer 'EU-trendrapport 2014' (vragen aan Regering) (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2014-02-20 12:00: Rapport Algemene Rekenkamer 'EU-trendrapport 2014' (vragen aan Rekenkamer) (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2014-06-26 10:30: Rijksbrede verantwoordingsthema's (Algemeen overleg), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2014-10-09 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013-2014 33 869 EU-trendrapport Nr. LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld … maart 2014 De commissie voor de Rijksuitgaven, heeft over het “EU-trendrapport 2014; Ontwikkelingen in het financieel management van de Europese Unie” (Kamerstuknummer 33 869, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de minister van Financiën voorgelegd. De vragen zijn op 24 februari 2014 voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze door de minister van Financiën beantwoord. De voorzitter van de commissie, Harbers De adjunct griffier van de commissie, Maas Nr Vraag Blz van tot 1 Hoe gaat u de transparantie vergroten als het gaat om de fouten die lidstaten maken? Bent u voorstander van “naming & shaming”? Bent u van mening dat meer transparantie leidt tot het effectiever kunnen oplossen van fouten die gemaakt worden? 0 2 Bij het EU-trendrapport 2013 heeft het kabinet de meeste aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over genomen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering de overgenomen aanbevelingen? 0 3 Hoe wordt de Kamer op de hoogte gehouden van de voortgang van de overgenomen aanbevelingen? 0 4 Een van de hoofdconclusies van het EU-trendrapport is dat de rechtmatigheid van de uitgaven die de Europese Commissie doet niet is verbeterd. Bovendien is het geschatte foutenpercentage gestegen. Wat gaat u, anders dan afgelopen jaren, hieraan doen? 5 5 De aanbevelingen in het EU-trendrapport aan de ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken zijn gelijkluidend aan die van vorig jaar. Wat is het afgelopen jaar met de aanbevelingen van het EU-trendrapport 2013 gedaan? Welke concrete acties heeft het kabinet afgelopen jaar ondernomen en welke vorderingen zijn geboekt? Verwacht u in het EU-trendrapport 2015 wederom dezelfde aanbevelingen? 5 6 Aan de inkomstenkant loopt de EU, zo blijkt uit een recente studie van de Europese Commissie, veel geld mis op importheffingen. Om hoeveel geld gaat het? En wat is daarvan de oorzaak? En hoe kan dit worden voorkomen? 5 7 In het nieuwe Financieel Reglement is niet een verplichte nationale lidstaatverklaring opgenomen. Welke mogelijkheden ziet u om daar op termijn wel naar toe te werken? En welke mogelijkheden ziet u om de programmalanden wel een verplichte nationale lidstaatverklaring op te laten nemen? 5 8 De Algemene Rekenkamer adviseert wederom om in de nationale lidstaatverklaring ook de afdrachten op te nemen. Hoe wordt dit op dit moment in Nederland vastgesteld? Hoe wordt het in andere landen berekend en vastgesteld? Zijn er signalen dat hier onrechtmatigheden dan wel onzuiverheden in zijn in Nederland dan wel in andere lidstaten? Zijn er signalen dat de berekeningsmethodes van elkaar verschillen? Wat zou voor Nederland het voordeel zijn eenzijdig dit punt op te nemen in de lidstaatverklaring? En wat de nadelen? 5 9 Hoe heeft u zich in de afgelopen periode ingezet voor een verplichte nationale verklaring voor alle EU-lidstaten? 5 10 Vorig jaar waren er vier lidstaten die een nationale verklaring afgaven en dit jaar nog maar drie. Daarnaast is het foutenpercentage bij de besteding van EU gelden fors gestegen en geeft de rekenkamer bovendien aan dat de publieke verantwoording bij ECB, EIB, EFSF en ESM onvoldoende is gebleven. Kunt u dan bevestigen dat het algemene oordeel over de financiële controle en verantwoording het afgelopen jaar eerder is verslechterd dan verbeterd? 5 11 Vorig jaar heeft de Algemene Rekenkamer in de beantwoording van de vragen over het EU-trendrapport aangegeven, dat de publieke externe controle op het EFSF en de Greek Loan Facility, ondergebracht zouden kunnen worden bij het ESM-auditcomité. U heeft toegezegd de mogelijkheden hiertoe verkennen. Wat is de status van deze toezegging? 5 12 De Europese Rekenkamer heeft geen expliciete bevoegdheid als het gaat om de ECB in het kader van de bankenunie. Wat is uw visie daarop? 6 13 Als de externe controle op de crisis gerelateerde maatregelen van de ECB en de EIB, het bankentoezicht van de ECB en op het EFSF allemaal tekortschieten en men tegelijkertijd ziet dat het foutenpercentage bij de EU-gelden toeneemt en lidstaatverklaringen uitblijven, dan kan toch gesteld worden dat de (controle)gaten groter zijn dan het (controle)bereik? 6 14 Het kabinet noemt de onafhankelijke rol van het CBS als reden om de afdrachten aan de EU niet op te willen nemen in de nationale verklaring. Maar dit argument houdt alleen stand als het kabinet een vergelijkbaar vertrouwen heeft in alle Europese tegenhangers van het CBS in andere lidstaten. Kunt u dit vertrouwen uitspreken? 7 15 Wat vindt u van het voorstel van de Algemene Rekenkamer om het ESM-auditcomité uit te bouwen tot een volwaardig instrument voor onafhankelijke externe controle? 8 16 Het kabinet neemt een aantal aanbevelingen over als het gaat om de EFRO-subsidies. Wat zijn de extra administratieve lasten die daaruit voort vloeien? Welke vereenvoudigingen zijn er mogelijk als het gaat om EFRO-subsidies? Zou het in concurrentie toekennen van projectgelden extra administratieve lasten met zich meebrengen? Sommige EFRO-projecten zijn vooral gericht op langetermijneffecten, hoe moet dit gezien worden in verhouding tot de resultaten en resultaatindicatoren die een belangrijk beoordelingscriterium vormen? Komt het nog voor dat er meerdere accountantsverklaringen nodig zijn voor één project bij meerdere projectsubsidies? Indien dit het geval is, welke mogelijkheden ziet u dan om dit op te lossen? 8 9 17 Het kabinet gaat stimuleren dat de managementautoriteiten een “uitvoeringsovereenkomst” invoeren. Waarom wordt ervoor gekozen om dit te “stimuleren” en niet te verplichten? Welke voordelen ziet u van een dergelijke uitvoeringsovereenkomst? 9 18 Vijf van de twaalf onderzochte DG’s (directoraten-generaal) maakten in hun verslag voorbehouden in verband met mogelijke reputatieschade voor de Europese Commissie. Ook dit aantal is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Hoe gaat de Europese Commissie de geconstateerde problemen oplossen? 19 19 Hoe ziet u de rol van OLAF (European Anti-Fraud Office) bij het bestrijden van fraude en onregelmatigheden in Europese bestedingen? Hoe kan die rol versterkt worden? 20 20 Wat is uw standpunt met betrekking tot de ondertekening van het syntheseverslag door de Europese Commissie? 20 21 Het aantal onregelmatigheden is in 2012 toegenomen. Als lidstaten een ten onrechte gedane betaling tijdig melden en voldoende inspanningen verrichten om het geld terug te vorderen, legt de Europese Commissie geen boete op. Wanneer heeft een lidstaat voldoende inspanningen verricht? 21 22 Als lidstaten een ten onrechte gedane betaling tijdig melden en voldoende inspanningen verrichten om het geld terug te vorderen, legt de Europese Commissie geen boete op. Hoe sterk acht u dit sanctiemechanisme? Waarom legt de Europese Commissie niet sowieso een boete op bij ten onrechte gedane betalingen en laat de Europese Commissie het terugvorderen daarvan over aan de lidstaten zelf? 21 23 Het aantal fraudezaken is in 2012 ten opzichte van 2011 flink toegenomen. Is dit het gevolg van meer controle (waardoor meer fraude aan het licht komt) of het gevolg van een toename in frauduleus gedrag? Welke verandering heeft plaatsgevonden in de controle op fraude? 23 24 Het aantal fraudezaken is in 2012 ten opzichte van 2011 flink toegenomen. Welke acties worden erop gezet om de fraude te verminderen en aan te pakken? 23 25 In 2012 hebben veertien van de 27 lidstaten hun annual summary over 2010 op de website van het Europees Parlement laten plaatsen. De meeste van deze documenten (twaalf van de veertien) waren in de eigen taal opgesteld, waardoor ze praktisch gesproken nog steeds niet breed toegankelijk waren. Verder waren de stukken niet voorzien van een analyse, noch van de Europese Commissie, noch van het Europees Parlement. Welke conclusie trekt u hieruit? Gaat u inzetten op een verplichte openbaarmaking? 26 26 Voor de Nederlandse annual summaries 2012 is alleen een voorbehoud geconstateerd bij het Europees Visserijfonds (EVF). Wat is de reden van het voorbehoud? 28 27 Slechts drie van de 27 EU-lidstaten geven vrijwillig een nationale lidstaat verklaring af, te weten Denemarken, Zweden en Nederland. In het verleden dat het Verenigd Koninkrijk dat ook. Wat is de reden dat het Verenigd Koninkrijk dat niet meer doet? 30 28 In hoeverre dragen de veranderde processen voor het verlenen van subsidies op veel terreinen naar aanleiding van de nieuwe meerjarenbegroting bij aan het verbeteren van de rechtmatigheid van de bestedingen? 30 29 Gaat u informatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de besteding van EU-subsidies opnemen in de nationale verklaring? 30 30 Hoe kan de informatie over de effectiviteit van het EU-beleid worden verbeterd, want de Algemene Rekenkamer constateert dat daar nu geen zicht op is? 33 31 U heeft beloofd dat er op korte termijn een eigen auditcomité wordt ingesteld voor het EFSF op basis van Luxemburgs recht. Wanneer is dit feitelijk ook geregeld? 41 32 Gaat u zich inzetten om de selectie van de leden van het EFSF-auditcomité te wijzigen? 41 33 De Algemene Rekenkamer constateert een controlegat wat betreft bancair toezicht. Deelt u deze constatering en wat kan eraan gedaan worden? 46 34 Wat is uw reactie op de constatering van de Algemene Rekenkamer dat de Europese Rekenkamer geen bevoegdheden heeft gekregen om de kwaliteit van het toezicht van de ECB te toetsen? Bent u bereid zich in te spannen om alsnog controlebevoegdheden voor de Europese Rekenkamer op het toezicht door de ECB te introduceren? 46 35 Inclusief de bijdrage van Nederland zelf, is er in totaal 1,7 miljard euro besteed aan EFRO-programma’s in de periode 2007–2013. Volgens de streefwaarden zou dat 6600 banen hebben moeten opleveren, hetgeen neerkomt op 258.000 euro per arbeidsplaats. Is dat doel bereikt? Vindt u 258.000 euro per gecreëerde arbeidsplaats een effectieve score in vergelijking met nationale werkgelegenheidsprogramma’s? 55 36 Wat zijn de voor- en nadelen van het stellen van brede doelstellingen? 58 37 Kunnen minder breed gestelde doelstellingen bijdragen aan meer effectiviteit? 58 38 Hoe gaan de managementautoriteiten volgens u projecten beter selecteren op effectiviteits- en efficiëntiecriteria? 58 62 39 Waarom geldt een inspanningsplicht en niet een medefinanciering bij het aantoonbaar bereiken van het gestelde doel? 63 40 Gaat u in alle EFRO-regio's een 'uitvoeringsovereenkomst' verplicht stellen? 63 41 Hoe komt het dat Nederland “wie het eerst komt, wie het eerst maalt” toepast. Waarom wordt niet gekeken naar de meest efficiënte/effectieve projecten? 64 42 Hoe groot acht u de kans dat een aanscherping van de controle alleen in Nederland ertoe leidt dat de Nederlandse regio’s in de toekomst relatief minder EFRO-middelen zullen ontvangen? Hoe wilt u dit voorkomen? 67 43 De Algemene Rekenkamer doet de suggestie om de EFRO-middelen binnen Nederland meer in competitie te verdelen tussen de aanvragers door de afrekenbaarheid van de verschillende projecten te vergroten. Op welke wijze worden deze aanbevelingen opgevolgd? 68