Reactie op een doorgeleide brief m.b.t. een reisdocument
Brief regering
Nummer: 2014D07495, datum: 2014-02-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2014Z03854:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2014-03-06 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-03-20 11:30: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2014-03-25 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 februari 2014 In uw brief van 16 januari jl. vraagt u mij te reageren op de brief die uw Kamer heeft ontvangen van de heer A uit R. In deze brief doet de heer A uw Kamer enkele voorstellen ten aanzien van het vreemdelingenpaspoort naar aanleiding van de door hem geschetste problematiek. Met deze brief geef ik u graag mijn reactie. Bij het indienen van een verzoek tot naturalisatie dient in beginsel een buitenlandse geboorteakte en/of een geldig buitenlands paspoort te worden overgelegd om iemands identiteit te kunnen vaststellen. Het bezit van een geldig buitenlands paspoort wordt niet gevraagd van asielgerechtigde vreemdelingen of van staatlozen. In gevallen waarin een vreemdeling met een niet-asielverblijfsrecht deze documenten niet overlegt, kan onder omstandigheden bewijsnood worden aangenomen. In bewijsnood is een verzoeker die een verklaring overlegt van de autoriteiten van het land waarvan hij onderdaan is, waarin gemotiveerd wordt aangegeven waarom de desbetreffende verzoeker niet in het bezit wordt gesteld van een geldig buitenlands reisdocument. Indien een verzoeker voornoemde verklaring niet kan overleggen, dan toont hij met andere bewijsstukken aan dat hij al het mogelijke heeft gedaan om in het bezit te komen van een geldig buitenlands reisdocument. Bewijsnood kan zich voordoen in het geval dat registers van de burgerlijke stand in het land waar de documenten vandaan moeten komen niet (meer) bestaan dan wel onvolledig zijn, alsmede wanneer in het land in kwestie geen stukken kunnen worden verkregen vanwege de op dat moment bestaande politieke situatie. Het voorstel dat de heer A op dit punt doet, is dus al een bestaande praktijk. Het is aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om per individueel geval te beslissen of aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Volgens het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over Syrië van 11 december 2013 neemt de Syrische ambassade in Brussel overigens ook nu paspoortaanvragen van Syriërs die woonachtig zijn buiten Syrië in behandeling. Vreemdelingen die in het bezit zijn van een vreemdelingenpaspoort dat is afgegeven door de Nederlandse overheid, kunnen hiermee reizen. Andere landen zijn op de hoogte van het uiterlijk en de echtheidskenmerken van dit document en kunnen dus aan de hand van dit document iemands identiteit controleren. Het is daarom niet nodig om een ander reisdocument te ontwikkelen, zoals de heer A voorstelt. Alleen het bezit van dit vreemdelingenpaspoort kan voor andere landen geen grond zijn om iemand toegang tot het land te weigeren. Mij hebben overigens niet eerder berichten bereikt dat dit gebeurt. Indien iemand van mening is dat hij ten onrechte toegang tot een land geweigerd is, dan kan hij zich daarover beklagen bij de betreffende autoriteiten. Nederland heeft geen zicht op en controle over de wijze waarop de grensautoriteiten van andere landen reizigers met een Nederlands vreemdelingenpaspoort behandelen. Ik zal dan ook niet naar aanleiding van deze brief contact opnemen met andere landen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk