[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33913 Adv RvSt inzake Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie

Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2014D12681, datum: 2014-04-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z06408:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W15.13.0474/IV	's-Gravenhage, 20 februari 2014

Bij Kabinetsmissive van 6 januari 2014, no.2014000002, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, bij de
Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet implementatie
EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de
Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn
2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie, met memorie van
toelichting.

Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2012/27/EU
betreffende energie-efficiëntie (hierna: de richtlijn) en wijzigt
hiertoe de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de
Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet. Het doel van de
richtlijn is het behalen van het Europese streefdoel van 20%
energiebesparing op het energieverbruik in 2020 ten opzichte van het
verbruik in 2010. De richtlijn schrijft maatregelen voor om het
energieverbruik van overheid, burgers en bedrijven terug te dringen, die
moeten worden geïmplementeerd in nationale wetgeving, overheidsbeleid
of door middel van feitelijk handelen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekening.

Het wetsvoorstel voorziet in een wettelijke grondslag voor de
implementatie van richtlijnverplichtingen in het Besluit op afstand
uitleesbare meters en het Besluit kostenoverzicht energie. In de
toelichting wordt aangekondigd dat naast deze algemene maatregelen van
bestuur (amvb), ook richtlijnverplichtingen zullen worden
geïmplementeerd in het Activiteitenbesluit. Het wetsvoorstel voorziet
echter niet in wijziging van de Wet milieubeheer (hierna: Wm), waarop
deze amvb is gebaseerd. Voor de implementatie van de artikelen 2,
onderdeel 1, en 14, derde en tiende lid, van de richtlijn, is geen
wijziging van het Activiteitenbesluit, maar van de Wm aangewezen.

Voorts schrijft artikel 14, zevende lid, van de richtlijn voor dat de
lidstaten vergunningscriteria of gelijkwaardige toestemmingscriteria
inzake de kosten-batenanalyse vaststellen. Het achtste lid biedt de
lidstaten de mogelijkheid – onder bepaalde voorwaarden – individuele
installaties hiervan vrij te stellen.  Het negende lid verklaart een
aantal onderdelen van artikel 14 van toepassing op – kort gezegd –
IPPC-installaties. De transponeringstabel geeft aan dat deze bepalingen
zullen worden geïmplementeerd in het Activiteitenbesluit en het Besluit
omgevingsrecht. Deze beide amvb’s bevatten echter algemeen geldende
regels en wijzen categorieën – en geen individuele – activiteiten
aan. In deze amvb’s kunnen geen vergunning- of toestemmingsvereisten
worden gesteld noch aan individuele bedrijven vrijstelling worden
verleend. De meest aangewezen regeling ter implementatie van artikel 14
van de richtlijn betreft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
waarin is voorzien in het verbod om zonder omgevingsvergunning
inrichtingen op te richten, (de werking ervan) te veranderen of in
werking te hebben.

De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de wijze
waarop zal worden voorzien in een juiste en volledige implementatie van
de genoemde richtlijnbepalingen en de transponeringstabel
dienovereenkomstig aan te passen.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

	Richtlijn nr. 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25
oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van
Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de
Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (Pb EU L 315). Deze richtlijn dient
uiterlijk 5 juni 2014 volledig geïmplementeerd te zijn.

 	In de transponeringstabel wordt verwezen naar deze algemene maatregel
van bestuur (amvb) voor de implementatie van artikel 2, onder 1 en onder
31, artikel 8, vierde, vijfde, zevende lid en artikel 14, derde, vijfde,
zesde tot en met het tiende lid, van de richtlijn.

 Het betreft installaties waarop richtlijn 2010/75/EU van het Europees
parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies
(geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
(herschikking) van toepassing is, onverminderd de voorschriften van die
richtlijn.

  PAGE  2 

........................................................................
...........

AAN DE KONING