[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33311 bijgewerkt t/m nr. 10 (NvW d.d. 17 april 2014)

Voorstel van wet van het lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie en tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het desverzocht verstrekken van berekeningen van draagkracht en behoefte in zaken betreffende partneralimentatie

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2014D14226, datum: 2014-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z12450:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 10 (nota van wijziging d.d. 17 april 2014)

TWEEDE  KAMER  DER STATEN-GENERAAL	2



	Vergaderjaar 2012-2013







	33 311	Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van
het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van
partneralimentatie en tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering in verband met het desverzocht verstrekken van
berekeningen van draagkracht en behoefte in
zaken betreffende partneralimentatie 







Nr. 5	VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES
VAN DE RAAD VAN STATE





	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Boek 1
van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen in verband met het beperken van
de duur van partneralimentatie en het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering te wijzigen in verband met het desverzocht verstrekken
van berekeningen van draagkracht en behoefte in zaken betreffende
partneralimentatie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I 

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 157, derde en vierde lid, wordt “twaalf” vervangen door:
vijf. 

ARTIKEL II

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 805 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij een afschrift van een beschikking betreffende een verplichting
van een gewezen echtgenoot om uit hoofde van echtscheiding
levensonderhoud te verschaffen aan de wederpartij, verstrekt de griffier
desverzocht aan de verzoeker en aan de verschenen belanghebbenden de
berekeningen van de draagkracht en de behoefte die mede aan de
beschikking ten grondslag liggen. 

B

In artikel 822 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot het
derde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Ten aanzien van het bedrag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
e, is artikel 805, derde lid, van overeenkomstige toepassing.  

C

In artikel 827 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot
het derde en vierde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Ten aanzien van een nevenvoorziening als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel a, is artikel 805, derde lid, van overeenkomstige toepassing. 

ARTIKEL III

1. Artikel 157, derde en vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet, is alleen van toepassing op de
uitkeringen tot levensonderhoud die na dat tijdstip door de rechter zijn
toegekend of tussen partijen zijn overeengekomen. 

2. Uitkeringen tot levensonderhoud die vóór het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet door de rechter zijn toegekend of door
partijen zijn overeengekomen, eindigen van rechtswege vijf jaren na dat
tijdstip, tenzij de door de rechter vastgestelde of de door partijen
overeengekomen termijn eerder eindigt. 

3. Indien de beëindiging van de uitkering ten gevolge van het
verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn van vijf jaren van
zo ingrijpende aard is dat ongewijzigde handhaving van die termijn naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid van degene die tot de
uitkering gerechtigd is niet kan worden gevergd, kan de rechter op diens
verzoek alsnog een termijn vaststellen. Het verzoek daartoe dient te
worden ingediend voordat drie maanden sinds de beëindiging zijn
verstreken. De rechter bepaalt bij de uitspraak of de verlenging van de
termijn na ommekomst daarvan al dan niet mogelijk is.

4. De termijn die de rechter heeft vastgesteld op grond van het derde
lid, kan op verzoek van een van de gewezen echtgenoten worden gewijzigd
in geval van zodanig ingrijpende wijziging van omstandigheden dat
ongewijzigde handhaving van de termijn naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid niet van de verzoeker kan worden gevergd. 

5. Op uitkeringen tot levensonderhoud die vóór 1 juli 1994 door de
rechter zijn vastgesteld of door partijen zijn overeengekomen, zijn het
tweede tot en met vierde lid niet van toepassing. 

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   1